Het Brusselse spel

Source: U. (Uri) Rosenthal i, published on Sunday, November 22 2009.

In NRC Handelsblad stond gisteren een mooi artikel van Luuk van Middelaar over de benoeming van Herman van Rompuy tot voorzitter van de Europese Raad. Hij gaf hoog op van de kwaliteit van de Belgen om het Brusselse spel te spelen. Op het eerste gezicht lijkt dat nogal wiedes: ze spelen een thuiswedstrijd. Maar er is meer aan de hand. En dat zie je voortdurend als je de zaken in Brussel gadeslaat. Om te beginnen spreken veel Belgen behalve vloeiend Frans, Nederlands, vaak ook nog prima Duits, en steeds vaker ook Engels. Wij laten ons altijd erop voorstaan in elk geval vloeiend Engels te spreken. Maar als het er in directe internationale contacten echt op aan komt, blijkt ook dat behoorlijk tegen te vallen.

Maar mij valt in de internationale arena ook iets anders op. Nederlandse politici en ambtenaren hebben het er altijd moeilijk mee als de drie machthebbers in de Europese Unie - Berlijn, Parijs, Londen - ons land in de tweede of derde categorie plaatsen. In academische kringen en onder columnisten is het ook een geliefd tijdverdrijf te filosoferen over de plaats van ons land als het grootste land onder de kleintjes of het allerkleinste onder de grotere landen. De Belgen laten ons graag met dat probleem zitten. Zij vinden het prima dat wij daar voortdurend mee bezig zijn. Ze stellen zichzelf graag tevreden met een ogenschijnlijk onzichtbare rol in de internationale arena. Ze bieden Brussel graag aan als hoofdstad van Europa, en het laatste waar ze aan denken, is zich op te dringen.

En natuurlijk hebben de Belgen het voordeel dat het in hun genen zit voortdurend kunstige compromissen te sluiten om het eigen land bij elkaar te houden. Dat werpt zijn vruchten af wanneer het erom gaat in de internationale arena met vele andere landen tot zaken te komen. Beter nog - wanneer het erom gaat vele andere landen in jouw richting te zien bewegen.

De Belgen hebben het twee keer niet gered. Jean Luc de Haene en Guy Verhofstadt liepen beiden stuk op een Brits neen. Beiden waren en zijn, voor Belgische begrippen, ook nogal stevige, outspoken types. Herman van Rompuy daarentegen is het prototype van de Belgische politicus zoals die in andere landen gewaardeerd wordt. Niet zo vreemd dus dat hij voorzitter van de Europese Raad wordt.