Symptomen van rommeligheid

Source: U. (Uri) Rosenthal i, published on Tuesday, June 23 2009.

De vele taalfouten en het gebrek aan taalbeheersing van veel studenten stemmen somber. De vereisten van de d's en t's en de lange ij's en korte ei's zijn aan hen niet besteed. In deze mediamaatschappij valt het ook al niet mee studenten duidelijk te maken dat het bij media om het meervoud van medium gaat. In papers wordt dus voortdurend geschreven dat de media veel macht heeft. Het gebrek aan taalbeheersing levert bovendien vreselijke misverstanden op. Zo schreef een studente in het slothoofdstuk van haar afstudeerscriptie blijmoedig: 'Ik hoop hiermee bijgedragen te hebben aan de problemen.' Waarvan akte.

Toen ik mij laatst bij een hoogleraar taalwetenschappen hierover beklaagde, keek hij mij verbaasd aan: "Maar je weet toch dat de taal een afspiegeling is van de maatschappelijke ontwikkelingen. Het gaat er in onze samenleving slordiger en rommeliger aan toe, en dat zie je in het taalgebruik terug. Wees niet zo somber."

Ik moest hieraan denken toen ik het afstudeerrapport van een groep studenten van de mij dierbare Nederlandse School voor Openbaar Bestuur doorlas: 'Yes Senator - perspectieven voor de griffie van de Eerste Kamer'. Daarin staat onder meer de volgende behartenswaardige passage: "Zelfs worden regels met voeten getreden: het direct aanspreken van senatoren in plaats van via de persoon van de voorzitter, schriftelijke bijdragen voor behandeling in de commissies die buiten de termijnen aangeleverd worden (...) De afkalving van tradities wordt door sommigen opgevat als 'symptomen van rommeligheid'. Anderen zien het nauwelijks en spreken van modernisering; meegaan in de maatschappelijke trend van verkleining van machtsafstand en alle verschijnselen die daar dan bij horen." Dus ook hier sommigen die klagen over verslonzing, steeds meer slordigheid en rommeligheid; anderen die het gewoon zien als de afspiegeling van maatschappelijke trends.

Ik vind het allemaal niet zo ingewikkeld. Als je uit vrije wil ergens aan meedoet, moet je je houden aan de regels die daar gelden. Dat geldt voor de universiteit en voor de Eerste Kamer.

Natuurlijk is er een voortdurende wisselwerking tussen de alledaagse praktijk en de regels. Regels zijn er om nageleefd te worden, en ze zijn er om getart en bijgesteld te worden. Maar dat laatste liefst op een beetje ordelijke manier.