Motie om de landelijke uitrol van RAAK te ondersteunen - Kindermishandeling
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 31015 - Kindermishandeling.
Contents
Officiële titel | Kindermishandeling; Motie om de landelijke uitrol van RAAK te ondersteunen |
---|---|
Document date | 26-04-2007 |
Publication date | 13-03-2009 |
Nummer | KST106843 |
Reference | 31015, nr. 3 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2006–2007
31 015
Kindermishandeling
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID DIBI C.S.
Voorgesteld 26 april 2007
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de extra aandacht voor kindermishandeling en de brede samenwerking in de RAAK-regio’s tot goede resultaten hebben geleid;
constaterende, dat de minister van plan is, de resultaten van RAAK voor de zomer aan de gemeenten beschikbaar te stellen;
van mening, dat het risico bestaat dat het proces verwatert als alleen de resultaten beschikbaar worden gesteld en het verder geheel aan gemeenten wordt overgelaten of en, zo ja, wat zij ermee gaan doen;
verzoekt de regering sturing te geven aan de landelijke uitrol van RAAK,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dibi
Verdonk Koşer Kaya Agema
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.