Motie die strekt tot het niet verlenen van décharge bij verlenen van exorbitante beloning topbestuurders bij NV's met overheidsdeelname - Interpellatie aandeelhoudersvergadering KPN
Deze motie1 is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 28882 - Interpellatie-Vendrik aandeelhoudersvergadering KPN.
Contents
Officiële titel | Interpellatie aandeelhoudersvergadering KPN; Motie die strekt tot het niet verlenen van décharge bij verlenen van exorbitante beloning topbestuurders bij NV's met overheidsdeelname |
---|---|
Document date | 15-05-2003 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST68125 |
Reference | 28882, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2002–2003
28 882
Interpellatie aandeelhoudersvergadering KPN
Nr. 1
MOTIE VAN DE LEDEN VENDRIK EN DOUMA
Voorgesteld 15 mei 2003
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de salarissen, optieregelingen, vertrek- en andere premies van de KPN-top te hoog zijn gezien de interne verhoudingen binnen KPN en de prestaties van deze bestuurders in voorgaande jaren;
van mening, dat de Staat der Nederlanden als grootaandeelhouder niet had mogen instemmen met deze exorbitante beloning van het topmanagement;
spreekt als haar mening uit, dat ten onrechte het niet verlenen van décharge als paardenmiddel is gekwalificeerd en niet is ingezet op de AVA van 12 mei 2003;
verzoekt de regering in de toekomst bij het constateren van exorbitante beloning van topbestuurders bij NV’s met overheidsdeelname, dit instrument als drukmiddel in te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Vendrik Douma
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.