Geleidende brief bij het wetsvoorstel - Voorstel van wet van de leden Dittrich en Rietkerk tot wijziging van het wetboek van strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn voor de vervolging van moord, doodslag en enkele andere misdrijven alsmede enkele aanpassingen van de regeling van de stuiting van de verjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn
Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 28495 - Initiatiefvoorstel opheffing verjaringstermijn bij zeer ernstige delicten2.
Contents
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Dittrich en Rietkerk tot wijziging van het wetboek van strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn voor de vervolging van moord, doodslag en enkele andere misdrijven alsmede enkele aanpassingen van de regeling van de stuiting van de verjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn; Geleidende brief bij het wetsvoorstel |
---|---|
Document date | 30-07-2002 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST63042 |
Reference | 28495, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2001–2002
28 495
Voorstel van wet van de leden Dittrich en Rietkerk tot wijziging van het wetboek van strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn voor de vervolging van moord, doodslag en enkele andere misdrijven alsmede enkele aanpassingen van de regeling van de stuiting van de verjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 30 juli 2002
Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot wijziging van het wetboek van strafrecht in verband met het vervallen van de verjaringstermijn voor de vervolging van moord, doodslag en enkele andere misdrijven alsmede enkele aanpassingen van de regeling van de stuiting van de verjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Dittrich Rietkerk
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is in het Wetboek van Strafrecht de verjaringstermijn voor de vervolging van moord en enkele andere misdrijven te schrappen en de verjaringstermijn voor enige andere misdrijven te verlengen en enkele aanpassingen door te voeren in de regeling omtrent de stuiting van de vervolgingsverjaring en de regeling van de strafverjaringstermijn.