Motie om zo snel mogelijk nieuwe tarieven voor huisartsenzorg te laten vaststellen, die de gestegen praktijkkosten dekken - Interpellatie inzake de huisartsenzorg
Deze motie1 is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 27583 - Interpellatie-Oudkerk inzake de huisartsenzorg2.
Contents
Officiële titel | Interpellatie inzake de huisartsenzorg; Motie om zo snel mogelijk nieuwe tarieven voor huisartsenzorg te laten vaststellen, die de gestegen praktijkkosten dekken |
---|---|
Document date | 17-01-2001 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST50783 |
Reference | 27583, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2000–2001
27 583
Interpellatie inzake de huisartsenzorg
Nr. 1
MOTIE VAN HET LID BUIJS C.S.
Voorgesteld 17 Januari 2001
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de praktijkkosten van huisartsen de afgelopen jaren aanzienlijk zijn gestegen;
verzoekt de regering met spoed het CTG te verzoeken om in het kader van de WTG zo spoedig mogelijk te komen met een nieuw tarief per 1 januari 2001 dat een adequate dekking geeft van de gestegen praktijkkosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Buijs Hermann Van der Vlies Kant
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Deze interpellatie werd gehouden op 17 januari 2001 en werd aangevraagd door Tweede Kamerlid Rob Oudkerk van de PvdA op 17 januari 2001. De interpellatie richtte zich tot minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Els Borst-Eilers.