Motie over mogelijkheden om zomerscholen voor alleenstaande minderjarige asielzoekers landelijk mogelijk te maken - Alleenstaande minderjarige asielzoekers
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 27062 - Alleenstaande minderjarige asielzoekers.
Contents
Officiële titel | Alleenstaande minderjarige asielzoekers; Motie over mogelijkheden om zomerscholen voor alleenstaande minderjarige asielzoekers landelijk mogelijk te maken |
---|---|
Document date | 29-05-2000 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST46032 |
Reference | 27062, nr. 3 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1999–2000
27 062
Alleenstaande minderjarige asielzoekers
Nr. 3
MOTIE VAN HET LID ALBAYRAK
Voorgesteld in het Nota-overleg van 29 mei 2000
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de lange duur van schoolvakanties door veel alleenstaande minderjarige asielzoekers en hun begeleiders als problematisch wordt ervaren;
overwegende, dat een snelle integratie van alleenstaande minderjarigen die tot Nederland zijn toegelaten wenselijk is;
overwegende, dat er in enkele gemeenten goede ervaringen zijn opgedaan met het geven van onderwijs aan deze jongeren gedurende de zomermaanden, waarbij les wordt gegeven bij wijze van werkstage door studenten die met een lerarenopleiding bezig zijn;
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor het notaoverleg inzake onderwijsachterstanden op 19 juni aanstaande, de Kamer te informeren over mogelijkheden om zomerscholen voor alleenstaande minderjarige asielzoekers landelijk mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Albayrak
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.