Geleidende brief bij wetsvoorstel inzake strafbaarstelling van belaging (stalking) - Voorstel van wet van de leden Dittrich, Swildens-Rozendaal en O.P.G. Vos tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (strafbaarstelling van belaging)
Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 25768 - Initiatiefvoorstel Strafbaarstelling van belaging2.
Contents
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Dittrich, Swildens-Rozendaal en O.P.G. Vos tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (strafbaarstelling van belaging); Geleidende brief bij wetsvoorstel inzake strafbaarstelling van belaging (stalking) |
---|---|
Document date | 01-12-1997 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST25863 |
Reference | 25768, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 768
Voorstel van wet van de leden Dittrich, Swildens-Rozendaal en O. P. G. Vos tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (strafbaarstelling van belaging)
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 1 december 1997
Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet toekomen tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (strafbaarstelling van belaging).
De memorie van toelichting, die het voorstel van wet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Dittrich
Swildens-Rozendaal O. P. G. Vos
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is in het Wetboek van Strafrecht en in het Wetboek van Strafvordering voorzieningen te treffen in verband met strafbaarstelling van belaging.