Geleidende brief - Voorstel van wet van het lid Oudkerk houdende wijziging van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening
Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 25408 - Initiatiefvoorstel Wijziging van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening2.
Contents
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Oudkerk houdende wijziging van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening; Geleidende brief |
---|---|
Document date | 19-06-1997 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST22168 |
Reference | 25408, nr. 1 |
From | Staten-Generaal (SG) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1996–1997
25 408
Voorstel van wet van het lid Oudkerk houdende wijziging van artikel 13 van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 19 juni 1997
Hierbij doe ik u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet houdende wijziging van artikel 13 van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening toekomen.
De toelichtende memorie, die het voorstel van wet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Oudkerk
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is dat de apotheker van een ziekenhuis ook geneesmiddelen mag bereiden en afleveren aan of ten behoeve van anderen dan de in het ziekenhuis opgenomen patiënten en het inwonende personeel en dat het tevens wenselijk is het verbod voor apothekers en apotheekhoudende artsen om de artsenijbereidkunst in meer dan in één apotheek uit te oefenen, op te heffen.