Boerenpartij en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1963 en 1977
In 1963 kwam de Boerenpartij1 voor het eerst in de Tweede Kamer2. Het electorale hoogtepunt beleefde de partij vier jaar later, toen het bijna 5% van de stemmen behaalde. In 1971 leed het echter een groot verlies, waarna het in 1981 helemaal verdween uit de Tweede Kamer.
Jaar |
Lijsttrekker |
Programma |
Zetels |
Percentage |
---|---|---|---|---|
|
Wat de Boeren-partij wil |
1 |
0,8 |
|
|
VP 1972* |
3 |
1,9 |
|
|
VP 1971* |
1 |
1,1 |
|
|
Urgentieprogram |
7 |
4,7 |
|
|
Wat de Boerenpartij wil |
3 |
2,1 |
-
*(Nog) niet beschikbaar
Voor de ontsluiting van de verkiezingsprogrogramma's en verkiezingsaffiches is gebruik gemaakt van de collecties van Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (dnpp) van de Rijksuniversiteit Groningen. Ontbrekende affiches uit de collectie zijn afkomstig uit 'Om de stembus... verkiezingsaffiches 1918-1989,', D.J. Elzinga en G. Voerman, Den Haag (1992).
Meer over
- 1.De Boerenpartij was een conservatief-liberale belangen- en protestpartij. De partij werd opgericht in 1958 als voortzetting van de 'Vrije Boeren', een organisatie die zich tegen overheidsregulering van de landbouw via publiekrechtelijke organisaties verzette. In 1981 werd de partij hernoemd tot Rechtse Volkspartij (RVP), die na 1982 echter in de vergetelheid raakte.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
- 4.Voorman van de Boerenpartij. Bekend, kleurrijk, maar ook omstreden Tweede Kamerlid. Leider van de 'Vrije Boeren' die zich keerden tegen regulering van de landbouw via de PBO (Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie). Kreeg midden jaren zestig ook steun van andere ontevreden kiezers en wist zodoende met zijn partij in 1963 drie en in 1967 zeven zetels te behalen. Riep in eigen gelederen weerstanden op, zeker toen hij leden met een besmet oorlogsverleden verdedigde, en kreeg in de jaren zestig geregeld te maken met afsplitsingen. Reageerde op kritiek veelal met persoonlijke aanvallen op politieke tegenstanders. Werd als Kamerlid nauwelijks serieus genomen.
- 5.Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
- 6.De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
- 7.Op 15 februari 1967 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet Cals. Het gevolg was een spectaculaire winst voor nieuwkomer D'66 en groei voor de Boerenpartij. De KVP bleef de grootste partij, ondanks een fors zetelverlies. Het waren de eerste verkiezingen na verlaging van de leeftijdsgrens van het actieve kiesrecht tot 21 jaar. De leeftijd om te kunnen worden gekozen, ging naar 25 jaar.
- 8.Op 15 mei 1963 waren er reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Er lagen ook enkele grondwetsvoorstellen voor. Winnaars waren de KVP, die 50 zetels behaalde en nieuwkomer Boerenpartij, die onder leiding van 'boer' Koekoek drie zetels kreeg. Kleine winst was er verder voor CPN en PSP, terwijl de PvdA juist verloor.