Tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers

Source: Parlement.com.

De tijdelijke vervanging van volksvertegenwoordigers wegens ziekte, zwangerschap en bevalling is bij wet geregeld. Het gaat hierbij om leden van de Tweede Kamer1 en Eerste Kamer2, alsmede leden van de gemeenteraad3 en provinciale staten4. De tijdelijke vervangingstermijn is 16 weken. Een volksvertegenwoordiger mag zich maximaal drie maal laten vervangen.

De wet waarmee uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 57a5 en 1296 derde lid van de Grondwet is op 7 september 2006 in het Staatsblad verschenen (Stb. 418). De wet is op 11 oktober 2006 in werking getreden. Ziekte of zwangerschap leidden er in het verleden soms toe dat een zetel lange tijd onbezet bleef.

Contents

  1. Hoe werkt de regeling voor Kamerleden in de praktijk?
  2. Tweede Kamer
  3. Eerste Kamer
  4. Historische ontwikkeling

1.

Hoe werkt de regeling voor Kamerleden in de praktijk?

Een volksvertegenwoordiger moet voor tijdelijke vervanging een verzoek indienen bij de voorzitter van de Tweede of Eerste Kamer. Het besluit wordt genomen op basis van een advies van een arts of verloskundige. Tegen de beslissing op het verzoek tot tijdelijk ontslag kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend. Na afloop van de vervangingstermijn keert de verzoeker weer terug in de Kamer.

De vervanger is voor een periode van zestien weken volwaardig lid van de volksvertegenwoordiging. De eerstvolgende op de kandidatenlijst treedt op als vervanger. De kandidaat-vervanger heeft een bedenktijd van 10 dagen nadat hij of zij is gevraagd. Na zestien weken keert het lid dat werd vervangen weer terug in de Kamer.

De volksvertegenwoordiger die tijdelijk is ontslagen, wordt zoveel mogelijk gelijk betaald als toen hij of zij lid was van de volksvertegenwoordiging. Iemand die tijdelijk als vervanger optreedt, heeft geen recht op wachtgeld en bouwt geen pensioen op.

Als een vervanger tussentijds volwaardig lid is geworden (door benoeming in een vacature), wordt een nieuwe vervanger benoemd die de resterende tijd volmaakt. Vervanging is zestien weken voor het einde van de zittingsduur niet meer mogelijk.

2.

Tweede Kamer

Tijdelijke vervangers in de Tweede Kamer

In onderstaand overzicht staan de Kamerleden die tijdens de huidige zittingsperiode een ander Kamerlid hebben vervangen in de Tweede Kamer. Neem contact op met PDC voor een overzicht voor eerdere zittingsperiodes.

fotonaamaanvang functieeinde functie
tjeerdTj.C. (Tjeerd) de Groot2023-12-122024-03-29
25-Jacqueline van den HilJ. (Jacqueline) van den Hil2023-12-122024-03-29
Marijke SynhaeveM. (Marijke) Synhaeve2023-12-122024-03-29
Carline van BreugelC. (Carline) van Breugel2023-10-252023-12-06
E.S. (Eva) Akerboom M.ScE.S. (Eva) Akerboom2023-05-102023-08-29
Photo F.W. (Frank)  FutselaarF.W. (Frank) Futselaar2023-03-302023-07-20
Ernst BoutkanE. (Ernst) Boutkan2023-03-162023-07-05
Simone RichardsonS.M. (Simone) Richardson2022-11-012022-11-28
E.S. (Eva) Akerboom M.ScE.S. (Eva) Akerboom2022-10-132023-02-02
Simone RichardsonS.M. (Simone) Richardson2022-09-062022-10-28
Ralf DekkerR.J. (Ralf) Dekker2022-08-232023-03-28
Chris SimonsCh. (Chris) Simons2022-08-232022-11-01
Martijn GrevinkM. (Martijn) Grevink2022-08-232022-09-06
Website CDA.nlE.J. (Evert Jan) Slootweg2022-05-102022-08-23
Chris SimonsCh. (Chris) Simons2022-03-222022-07-08
Maarten GoudzwaardM. (Maarten) Goudzwaard2022-03-102022-06-30
Sjoerd WarmendamSj. (Sjoerd) Warmerdam2022-01-182022-02-16
Fonda SahlaF. (Fonda) Sahla2021-10-272022-01-18
henribotenbalH. (Henri) Bontenbal2021-09-292021-12-28
39-Ruud VerkuijlenR. (Ruud) Verkuijlen2021-09-072022-01-12
Joba van den BergJ.A.M.J. (Joba) van den Berg-Jansen2021-09-072021-09-29
35-Jan KlinkJ.J. (Jan) Klink2021-06-022021-09-07
henribotenbalH. (Henri) Bontenbal2021-06-012021-09-15
Joba van den BergJ.A.M.J. (Joba) van den Berg-Jansen2021-04-292021-08-17

Tijdelijk vervangen in de Tweede Kamer

In onderstaand overzicht staan de Kamerleden die tijdens de huidige zittingsperiode tijdelijk zijn vervangen in de Tweede Kamer. Neem contact op met PDC voor een overzicht voor eerdere zittingsperiodes.

fotonaamaanvang functieeinde functie
Q.A. (Queeny-Aimée) Rajkowski MScQ.M. (Queeny) Rajkowski2023-12-082024-03-29
I. (Ilona) RooderkerkI. (Ilana) Rooderkerk2023-12-082024-03-29
Hanneke van der WerfJ.J. (Hanneke) van der Werf2023-12-082024-03-29
Hanneke van der WerfJ.J. (Hanneke) van der Werf2023-10-022023-12-29
Leonie VesteringL. (Leonie) Vestering2023-05-092023-08-11
RS34562_2021_SP_Portretten_Jasper_541J.J. (Jasper) van Dijk2023-03-302023-07-20
Pasfoto Marieke K.M. (Marieke ) Koekkoek2023-03-152023-07-05
Esther OuwehandE. (Esther) Ouwehand2022-10-132023-02-02
fvd_kerseboomS. (Simone) Kerseboom2022-08-162023-03-28
B. (Bente) Becker MA (Bron: Website VVD.nl)B. (Bente) Becker2022-08-082022-11-28
Mr. A. (Anne) KuikA. (Anne) Kuik2022-05-032022-08-23
Nicki Pouw-VerweijN.J.F. (Nicki) Pouw-Verweij2022-03-102022-06-30
Rens-RaemakersR. (Rens) Raemakers2021-10-262022-02-16
Website CDA.nlH. (Harry) van der Molen2021-09-072021-12-28
Photo B. (Bas) van 't WoutB. (Bas) van 't Wout2021-06-022022-01-12
Pieter OmtzigtP.H. (Pieter) Omtzigt2021-05-262021-09-15
Website CDA.nlH. (Harry) van der Molen2021-04-292021-08-17

3.

Eerste Kamer

Tijdelijke vervangers in de Eerste Kamer

In onderstaand overzicht staan de Kamerleden die sinds de vorige zittingsperiode in 2019 een ander Kamerlid hebben vervangen in de Eerste Kamer. Neem contact op met PDC voor een overzicht voor eerdere zittingsperiodes.

fotonaamaanvang functieeinde functie
Mr. C.A.H. (Cees) van de SandenC.A.H. (Cees) van de Sanden2023-06-272023-10-11
R.J.P. BaljeuR.J.P. (Robert) Baljeu2020-12-152021-02-15
H.A. (Hugo) BerkhoutH.A. (Hugo) Berkhout2020-10-262020-12-15
Otto HermansO.J. (Otto) Hermans2019-09-102019-11-13

Tijdelijk vervangen in de Eerste Kamer

In onderstaand overzicht staan de Kamerleden die sinds de vorige zittingsperiode in 2019 tijdelijk zijn vervangen in de Eerste Kamer. Neem contact op met PDC voor een overzicht voor eerdere zittingsperiodes.

fotonaamaanvang functieeinde functie
Drs. P.W. (Paulien) Geerdink (Bron: Website VVD.nl)P.W. (Paulien) Geerdink2023-06-212023-10-11
Annabel NanningaA. (Annabel) Nanninga2020-10-262021-02-15
Nicki Pouw-VerweijN.J.F. (Nicki) Pouw-Verweij2019-07-242019-11-13

4.

Historische ontwikkeling

Vervanging van volksvertegenwoordigers is niet uniek. Tijdens de Bataafse Tijd werden al plaatsvervangende leden benoemd voor leden van de Nationale Vergadering die zitting hadden in de speciale commissie voor het opstellen van de Grondwet.

Een eerste poging in 1993

In 1993 diende het kabinet-Lubbers III7 een wetsvoorstel tot herziening van de Grondwet in, waardoor het mogelijk moest worden voor volksvertegenwoordigers (Kamer-, Staten- en raadsleden) om zich tijdelijk vanwege zwangerschap en bevalling te laten vervangen. Achtergrond van dit voorstel was dat vrouwelijke volksvertegenwoordigers door zwangerschap lange(re) tijd niet in staat waren om hun functie uit te oefenen ofwel ontslag moesten nemen. Er was dan echter geen zekerheid op terugkeer na afloop van de zwangerschap.

Door de toename van jonge vrouwelijke Kamerleden was de problematiek van de afwezigheid door zwangerschap steeds groter geworden. In 1965 was de afwezigheid vanwege zwangerschap van Haya van Someren8 een uitzondering, maar het probleem nam steeds meer toe en speelde vooral bij kleinere fracties. In 1988 moest PSP-Tweede Kamerlid Andrée van Es9 tijdens haar zwangerschap aanblijven als volksvertegenwoordigster, omdat er problemen in haar partij ontstonden over haar tijdelijke vervanging. Dat betekende dat in de PSP-fractie enige tijd één van de drie zetels onbezet was.

Zowel de Emancipatieraad als enkele partijen drongen in 1992 bij het kabinet aan op een regeling. Dat vroeg daarop advies aan drie hoogleraren (prof.mr. J.E. Goldschmidt, prof. M.C.B. Burkens en prof. C.A.J.M. Kortmann). Zij waren verdeeld over de wenselijkheid van de regeling, maar waren het er wel over eens dat om tot een regeling te komen herziening van de Grondwet nodig was. Het kabinet-Lubbers III was vóór een regeling en diende daartoe een wetsvoorstel in.

De Raad van State10 adviseerde negatief over het wetsvoorstel. De Raad dacht dat vervangende Kamerleden moeilijk in zo'n korte tijd ingewerkt konden raken en zag ook andere praktische bezwaren. Minister Ien Dales11 zag echter geen reden om het voorstel niet door te zetten.

Het door minister Ed van Thijn12 verdedigde voorstel werd in maart 1994 aanvaard. De fracties van VVD, SGP en RPF stemden in beide Kamers tegen, terwijl in de Eerste Kamer ook de fractie van het GPV tegen was.

Het in augustus 1994 ingediende voorstel in tweede lezing werd in maart 1996 door de Eerste Kamer verworpen, omdat het niet de vereiste tweederde meerderheid kreeg. Het verzet van de VVD was beslissend. Die partij keerde zich tegen het inmiddels door staatssecretaris Jacob Kohnstamm13 verdedigde voorstel, omdat er toch ook wel andere redenen konden zijn waarom een lid tijdelijk vervangen moest worden. Niet ingezien werd waarom er een vervangingsregeling moest komen voor één specifieke reden.

Een bredere regeling in 2006

Het tweede kabinet-Kok14 kwam in 2001 met een nieuw voorstel. Anders dan in 1993 was er voor gekozen om de mogelijkheid tot vervanging niet te beperken tot zwangerschap en bevalling. Ook bij langdurige ziekte moest er een mogelijkheid tot tijdelijke vervanging komen.

Dit voorstel (in eerste lezing) werd in 2002 aanvaard, waarbij opnieuw VVD, SGP en (de nieuwgevormde) ChristenUnie tegen stemden. Het kabinet-Balkenende I15 kwam in december 2002 met een voorstel voor de tweede lezing. In beide Kamers stemden VVD en SGP tegen, maar ditmaal kreeg het voorstel daarmee wel de benodigde tweederde meerderheid.

In september 2005 diende het kabinet een wetsvoorstel in tot uitwerking van de grondwettelijke bepaling. In 2006 namen beide Kamers dit voorstel aan, waarbij de SGP in beide Kamers tegen stemden en de VVD dat alleen in de Tweede Kamer deed.

 

Meer over

  • Tweede Kamerlid16
  • Eerste Kamerlid17

  • 1. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 2. 
    De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
     
  • 3. 
    Een gemeenteraad is het gekozen vertegenwoordigende lichaam in de gemeente en daarvan tevens het hoogste bestuurlijke orgaan. De raad stelt het beleid van de gemeente vast en controleert het dagelijks bestuur: het college van burgemeester en wethouders. De omvang van de raad hangt af van het aantal inwoners in een gemeente. Een gemeente met 3000 of minder inwoners heeft bijvoorbeeld negen raadsleden, een gemeente met meer dan 200.000 inwoners 45.
     
  • 4. 
    De gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie wordt Provinciale Staten genoemd. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan door de Gedeputeerde Staten. Het aantal leden van Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Dit is geregeld in artikel 8 van de Provinciewet.
     
  • 5. 
    De wet regelt de tijdelijke vervanging van een lid van de Staten-Generaal wegens zwangerschap en bevalling, alsmede wegens ziekte.
     
  • 6. 
    1. De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders, tevens ingezetenen van de provincie onderscheidenlijk de gemeente, die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten.
     
  • 7. 
    In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
     
  • 8. 
    Bekende, populaire en spraakmakende VVD-politica, die samen met Hans Wiegel en Harm van Riel in de jaren zeventig het gezicht van de VVD bepaalde. Kwam, na journaliste te zijn geweest, in 1959, als jonge vrouw in de Tweede Kamer en toonde zich als onderwijswoordvoerster een geducht tegenspeelster van Cals. Tegenstander van de Mammoetwet. Als omroepspecialist voorstander van een bestel met ruimte voor commercie. Als partijvoorzitter droeg zij sterk bij aan groei van de VVD. Vanaf 1976 fractievoorzitter in de Senaat; daar kruiste zij ook de degens met minister Van Kemenade over de Middenschool. Sprak op een kenmerkende, wat geaffecteerde wijze, heldere politieke taal. Zou in 1977 minister van Onderwijs zijn geworden als een ziekte dat niet had verhinderd. Overleed in 1980 op nog relatief jonge leeftijd.
     
  • 9. 
    Strijdbaar en actief Tweede Kamerlid voor de PSP en GroenLinks. Was al op jonge leeftijd Tweede Kamerlid voor de PSP, na eerst fractiemedewerker te zijn geweest. Zette zich in voor rechten van minderjarigen, minderheden en vrouwen en voerde in vele debatten het woord. Kwam in 1986 in conflict met fractieleider Van der Spek over de koers van de partij, omdat zij voorstander was van samenwerking met CPN en PPR. Onderbrak, hoewel zij toen het enige PSP-Kamerlid was, haar Kamerlidmaatschap vanwege zwangerschap. Na haar vertrek uit de politiek onder meer werkzaam bij de omroep, directeur van 'De Balie', voorzitter van GGZ Nederland en directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties. In 2010-2014 was zij wethouder van Amsterdam.
     
  • 10. 
    De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
     
  • 11. 
    Kordate, sociaal bewogen en onconventionele PvdA-politica. Begon haar loopbaan bij het christelijke vormingsinstituut 'Kerk en Wereld' en was later directeur van de sociale dienst in Rotterdam. Als staatssecretaris onder Den Uyl in het kabinet-Van Agt II medeverantwoordelijk voor fel bekritiseerde plannen om de Ziektewet te versoberen. Na vijf jaar Tweede Kamerlidmaatschap werd zij burgemeester van Nijmegen. Dat ambt verruilde zij in 1994 voor het ministerschap van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Lubbers III. Zette in op een beleid van 'sociale vernieuwing' en bracht samen met Hirsch Ballin een nieuwe Politiewet en anti­discriminatiewetgeving tot stand. Bestuurder op hoofdlijnen, die goed leiding kon geven. Had soms een wat moeizame relatie met het parlement, omdat zij niet altijd wenste in te gaan op detailkritiek. Werd door volkomen zichzelf te blijven een populair politica.
     
  • 12. 
    Amsterdamse, gepassioneerde sociaaldemocraat, die als Joodse jongen de bezetting overleefde en daarna een onvermoeibaar mensenrechtenstrijder werd. Vanuit de WBS, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, spoedig raadslid in Amsterdam en vooraanstaand Tweede Kamerlid, dat zich met binnenlandse zaken en verkeer bezighield. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl fractievoorzitter en in 1977 onderhandelaar bij de mislukte formatie. Werd daarna (opnieuw) woordvoerder staatkundige vernieuwing en in 1981 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II. Vanaf 1983 tien jaar een populaire burgemeester van Amsterdam die veel betrokkenheid toonde met de stad in alle facetten. Keerde in 1994 terug als minister, maar de IRT-affaire dwong hem tot voortijdig aftreden. Speelde als senator in 2005 een cruciale rol bij het 'afschieten' van het voorstel voor de gekozen burgemeester. Goed bestuurder en debater; cultuur- en sportliefhebber.
     
  • 13. 
    Vooraanstaande D66-politicus. Zoon van een bekende voorvechter van de Europese gedachte. Advocaat en op betrekkelijk jonge leeftijd Tweede Kamerlid. Nadat hij in 1982 niet was herkozen enige tijd partijvoorzitter. Keerde in 1986 terug in de Tweede Kamer en was daarvan een gerespecteerd lid dat onder meer een initiatiefvoorstel over euthanasie verdedigde. Hield zich als Kamerlid verder bezig met politie, justitie en binnenlands bestuur. In 1994 staatssecretaris van onder meer het grotestedenbeleid in het kabinet-Kok I. Eindigde zijn politieke loopbaan als senator. Was voorzitter van de Autoriteit Persoonsgevens (tot 2016 College Bescherming Persoonsgegevens). Humanist met grote culturele belangstelling.
     
  • 14. 
    Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
     
  • 15. 
    Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
     
  • 16. 
    De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
     
  • 17. 
    De Eerste Kamer bestaat uit 75 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van vier jaar worden gekozen via de kieslijst van een politieke partij. De leden worden indirect gekozen: eerst kiezen burgers leden van de Provinciale Staten. Zij kiezen daarna de Eerste Kamerleden.