25437 - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 1 juli 1997 ingediend door de minister van Justitie, Sorgdrager1.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om het algemene bordeelverbod op te heffen en te vervangen door een verbod van exploitatie van onvrijwillige prostitutie en van prostitutie door minderjarigen, en het klachtvereiste inzake kinderprostitutie te laten vervallen, en in verband daarmee en in verband met het voornemen de bijkomende straf van plaatsing in een rijkswerkinrichting af te schaffen, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Burgerlijk Wetboek en enige wetten te wijzigen.

Contents

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden een nota van wijziging, een nota van verbetering en vijf amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer 23 moties ingediend.

4.

Documenten

2 1 juli 1997, memorie van toelichting, nr. 3     KST22665
Memorie van toelichting
publicatie: 16 juli 1997
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.


  • 1. 
    D66-minister tijdens Paars I, die als bekwaam juriste en wetgever optrad, maar desondanks later aan politiek gezag inboette. Was officier van justitie en procureur-generaal en daarna minister van Justitie in het kabinet-Kok I. Wist belangrijke wetgeving tot stand te brengen, zoals de reorganisatie van het Openbaar Ministerie en een nieuwe regeling voor TBS. Kreeg te maken met de nasleep van de IRT-affaire. Een ruime 'gouden handdruk' aan de Amsterdamse procureur-generaal Van Randwijck bracht haar in politieke problemen. Kwam in 1998 bovendien in conflict met de top van het OM. Moest na haar ministerschap afzien van een benoeming tot Nationale Ombudsman en verliet al na enkele maanden de Eerste Kamer om voorzitter te worden van de Raad voor Cultuur. Was daarna 12 jaar lid van de Raad van State. Sinds 2018 is zij minister van staat.
     
  • 2. 
    Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
     
  • 3. 
    Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
     
  • 4. 
    Uit de journalistiek afkomstige PvdA-politicus, die vooral van zich deed spreken als fractievoorzitter in de Eerste Kamer. Was acht jaar parlementair journalist bij Trouw en daarna vier jaar één van de onderwijswoordvoerders van de PvdA in de Tweede Kamer. In 2003 lijsttrekker in Noord-Holland en een jaar Statenlid (fractievoorzitter) en vervolgens voorzitter van de Onderwijsvakbond CNV, voorzitter van GGZ Nederland en vicevoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Is gehuwd met oud-D66-Kamerlid Jan Hoekema. Trad voortijdig af, omdat twee affaires rond haar persoon de partij leken te kunnen schaden.
     
  • 5. 
    Boris Dittrich (1955) is sinds 11 juni 2019 lid van de D66-Eerste Kamerfractie. Hij was eerder in de jaren 1994-2006 Tweede Kamerlid. In de periode 2003-2006 was hij fractievoorzitter. Voor hij Kamerlid werd, was hij advocaat en rechter bij de Arrondissementsrechtbank Alkmaar. In de Kamer hield hij zich aanvankelijk vooral bezig met justitie en later ook met terreinen als werkgelegenheid, Antilliaanse zaken, medisch-ethische zaken, cultuur, ontwikkelingssamenwerking, politie en integratie. Zette zich volop in voor de rechten van homo's en bracht vier initiatiefwetten tot stand. Na zijn Tweede Kamerlidmaatschap werkte hij bij Human Rights Watch. Is als Eerste Kamerlid woordvoerder justitie, binnenlandse zaken en asiel en Koninkrijksrelaties.
     
  • 6. 
    Kees van der Staaij (1968) is sinds 1 juni 2024 staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Hij was van 19 mei 1998 tot 6 december 2023 Tweede Kamerlid voor de SGP. De heer Van der Staaij was in 2010-2023 politiek leider van de SGP. Hij was eerder adjunct-chefjurist bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met algemene politiek onderwerpen, veiligheid en justitie, buitenlandse zaken, Koninklijk Huis en volksgezondheid, welzijn en sport. Hij zat verder een werkgroep voor die de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer voorbereidde en in 2021 een werkgroep over versterking van de positie van de Tweede Kamer. Bij zijn vertrek was hij de nestor van de Kamer.
     
  • 7. 
    Rustig en gedegen Tweede Kamerlid voor het CDA, die op diverse terreinen actief was. Afkomstig uit de kring van de Antirevolutionaire jongeren. Was voor hij Kamerlid werd werkzaam bij de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, bij de Unie van Waterschappen en de Agrarische Sociale Fondsen. Als Kamerlid woordvoerder op het gebied van verkeer en waterstaat, volkshuisvesting en sociale zaken. Voorzitter van enkele Kamercommissies. Neef van Barend Biesheuvel. Na zijn Kamerlidmaatschap bekleedde Biesheuvel diverse functies bij organisaties die zich bezighielden met de leefomgeving en mobiliteit.
     
  • 8. 
    Liberaal politicus, die dertien jaar voor de VVD actief was in de landelijke politiek. Daarvoor secretaris van de Raad voor de Kunst. Was als Tweede Kamerlid woordvoerder justitie, cultuur en sociale zaken. Stond bij de aanpak van criminaliteit bekend als hardliner. In de kabinetten-Balkenende I en II staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, belast met Europese samenwerking en daarna minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties in Balkenende III. Tijdens zijn staatssecretariaat was Nederland voorzitter van de EU en speelde het referendum over de EU-Grondwet. Als minister was hij verantwoordelijk voor de slotakkoorden met de Antillen over staatkundige vernieuwing. Keerde in 2006 terug als Kamerlid en was daarna van 2011 tot 2019 voorzitter van de Raad van Bestuur van DSM.
     
  • 9. 
    Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
     
  • 10. 
    Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 af vanwege de IRT-affaire en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.
     
  • 11. 
    Juriste, die acht jaar voor de PvdA zitting had in de Eerste Kamer. Dochter van een Tweede Kamerlid en verzetsman. Was werkzaam in de wetenschap en als advocaat en daarna coördinerend vicepresident van de arrondissementsrechtbank in Assen. Hield zich in de Eerste Kamer bezig met wetgeving op het terrein van justitie en het op raakvlak van justitie en volksgezondheid.
     
  • 12. 
    Voormalige belastingrechter die acht jaar fiscaal woordvoerder van de VVD-Eerste Kamerfractie was. Hij was achtereenvolgens belastinginspecteur, wetenschapper en raadsheer en vicepresident van het Gerechtshof in Amsterdam. Sprak met veel gezag over zijn specialisme en kon zo zijn invloed op onder meer de Wet waardering onroerende zaken doen gelden.
     
  • 13. 
    Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
     
  • 14. 
    Vooraanstaande D66-politicus. Zoon van een bekende voorvechter van de Europese gedachte. Advocaat en op betrekkelijk jonge leeftijd Tweede Kamerlid. Nadat hij in 1982 niet was herkozen enige tijd partijvoorzitter. Keerde in 1986 terug in de Tweede Kamer en was daarvan een gerespecteerd lid dat onder meer een initiatiefvoorstel over euthanasie verdedigde. Hield zich als Kamerlid verder bezig met politie, justitie en binnenlands bestuur. In 1994 staatssecretaris van onder meer het grotestedenbeleid in het kabinet-Kok I. Eindigde zijn politieke loopbaan als senator. Was voorzitter van de Autoriteit Persoonsgevens (tot 2016 College Bescherming Persoonsgegevens). Humanist met grote culturele belangstelling.
     
  • 15. 
    Amsterdamse pacifistisch-socialist en homo-activist, die vier jaar Eerste Kamerlid voor GroenLinks was. Afkomstig uit een eenvoudig arbeidersgezin; zoon van een huisschilder. Na zijn opleiding tot onderwijzer als dienstweigeraar te werk gesteld in Haarlem. Keerde later terug naar Amsterdam, ging daar pedagogie studeren en werd actief in de homobeweging. In 1980 lid van de Amsterdamse gemeenteraad voor de PSP. Schreef als raadslid onder meer een homo- en een prostitutienota en stelde het gebruik van traangas bij ontruimingen ter discussie. In de Eerste Kamer hield hij zich behalve met volksgezondheid onder meer met politie-aangelegenheden bezig.