Artikel 194: Leden: herkomst, benoeming, onafhankelijkheid

    • Top VEG
    • Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (1957)
    • Vijfde deel - De instellingen van de Gemeenschap
    • Titel I - Bepalingen inzake de instellingen
    • Hoofdstuk 3 - Het Economisch en Sociaal Comité
193
Artikel 194
195

Het aantal leden van het Comité is als volgt vastgesteld

België ................ 12

Duitsland ............. 24

Frankrijk ............. 24

Italië ................ 24

Luxemburg ............. 5

Nederland ............. 12

De leden van het Comité worden door de Raad met eenparigheid van stemmen voor vier jaar benoemd. Zij zijn herbenoembaar.

De leden worden benoemd in hun persoonlijke hoedanigheid en mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat.

1.

Ontwikkeling artikel

1957
Artikel 194: Leden: herkomst, benoeming, onafhankelijkheid

Het aantal leden van het Comité is als volgt vastgesteld

België ................ 12

Duitsland ............. 24

Frankrijk ............. 24

Italië ................ 24

Luxemburg ............. 5

Nederland ............. 12

De leden van het Comité worden door de Raad met eenparigheid van stemmen voor vier jaar benoemd. Zij zijn herbenoembaar.

De leden worden benoemd in hun persoonlijke hoedanigheid en mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat.

2002
Artikel 258: Aantal leden, vertegenwoordiging lidstaten

Het aantal leden van het Comité bedraagt niet meer dan 350.

Het aantal leden van het Comité is als volgt vastgesteld: (*)

België 12

Denemarken 9

Duitsland 24

Griekenland 12

Spanje 21

Frankrijk 24

Ierland 9

Italië 24

Luxemburg 6

Nederland 12

Oostenrijk 12

Portugal 12

Finland 9

Zweden 12

Verenigd Koninkrijk 24.

De leden van het Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemene belang van de Gemeenschap.

De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de vergoedingen van de leden van het Comité vast.