Artikel 22: Procedure vaststelling onderlinge douanerechten voor specifieke produkten

    • Top VEG
    • Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (1957)
    • Tweede deel - De grondslagen van de Gemeenschap
    • Titel I - Het vrije verkeer van goederen
    • Hoofdstuk 1 - De douane-unie
    • Tweede afdeling - Vaststelling van het gemeenschappelijk douanetarief
21
Artikel 22
23

Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag stelt de Commissie vast, in hoeverre de in artikel 17, lid 21, bedoelde douanerechten van fiscale aard in aanmerking worden genomen bij de berekening van het in artikel 19, lid 12, genoemde rekenkundig gemiddelde. Zij houdt daarbij rekening met de bescherming die deze rechten mogelijkerwijze bieden.

Uiterlijk zes maanden na deze vaststelling kan elke Lid-Staat voor het betrokken produkt de toepassing van de in artikel 20 genoemde procedure verzoeken, zonder dat de in dit artikel vastgestelde beperking hem kan worden tegengeworpen.

1.

Toelichting Nederlandse regering

Vele invoerrechten van overwegend fiscale aard hebben tevens een zekere beschermende functie. De Commissie zal binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag vaststellen in hoeverre dit voor de verschillende opgegeven fiscale rechten het geval moet worden geacht. Voor zover deze rechten een beschermend karakter hebben, zullen zij als normale invoerrechten ook meetellen bij de berekening van het buitentarief.


  • 1. 
    1. De bepalingen van de artikelen 9 tot en met 15, lid 1, zijn van toepassing op de douanerechten van fiscale aard. Deze rechten komen echter niet in aanmerking voor de berekening van de totale opbrengst der rechten noch voor de verlaging van alle rechten bedoeld in artikel 14, leden 3 en 4.
     
  • 2. 
    1. Onder de voorwaarden en met de beperkingen welke hieronder zijn voorzien zijn de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de rechten die worden toegepast in de vier douanegebieden welke de Gemeenschap omvat.