Artikel 29: Internationale akkoorden

    • Top Euratom
    • Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) (1957)
    • Tweede Titel - Bepalingen ter bevordering van de vooruitgang op het gebied van de kernenergie
    • Hoofdstuk II - Verspreiding van kennis
    • Afdeling IV - Bijzondere bepalingen
28
Artikel 29
30

Elk akkoord of contract, dat uitwisseling van wetenschappelijke of industriële kennis op het gebied van de kernenergie ten doel heeft tussen een Lid-Staat, een persoon of een onderneming enerzijds en een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat anderzijds, waarvoor van één van beide zijden de ondertekening door een Staat, handelende in de uitoefening van zijn soevereiniteit, vereist is, moet door de Commissie worden gesloten.

De Commissie kan echter een Lid-Staat, een persoon of een onderneming machtigen, onder door haar passend geachte voorwaarden, dergelijke akkoorden te sluiten onder voorbehoud, dat de bepalingen van de artikelen 1031 en 1042 worden toegepast.

1.

Toelichting Nederlandse regering

Dit artikel regelt de invloed van de Commissie op overeenkomsten inzake uitwisseling van kennis met derde Staten, internationale organisaties of onderdanen van derde Staten. Zij kunnen slechts door de Commissie of met machtiging van de Commissie worden gesloten.

Dit artikel stelt de Commissie in staat om ervoor zorg te dragen, dat in dergelijke overeenkomsten zoveel mogelijk met de belangen van de Gemeenschap op het gebied van de uitwisseling van kennis rekening wordt gehouden.


  • 1. 
    De Lid-Staten zijn gehouden aan de Commissie mededeling te doen van hun ontwerp-akkoorden of ontwerp-overeenkomsten met een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat, voor zover deze akkoorden of overeenkomsten verband houden met de werkingssfeer van dit Verdrag.
     
  • 2. 
    Geen persoon of onderneming die na de inwerkingtreding van dit Verdrag akkoorden of overeenkomsten met een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat sluit of verlengt, kan zich op deze akkoorden of overeenkomsten beroepen ten einde zich te onttrekken aan de hun door dit Verdrag opgelegde verplichtingen.