Middenpartij voor Stad en Land

Source: Parlement.com.

De Middenpartij voor Stad en Land, die tussen 1929 en 1933 in de Tweede Kamer1 was vertegenwoordigd, streefde naar verhoging van de welvaart van de bevolking door het wegnemen van belemmeringen voor handel, nijverheid en landbouw. De partij richtte zich met name tegen tollen die nog op sommige wegen bestonden. Voorman was de Bussumse melkfabrikant Floris Vos.

Contents

  1. Beginselen
  2. Floris Vos
  3. Electoraat

1.

Beginselen

De belangrijkste programmapunten van de Middenpartij waren afschaffing van handelsbelemmeringen, bevordering van productieve werkverschaffing (en daardoor vermindering van uitgaven voor werkloosheidssteun), beperking van het aantal ambtenaren, bezuining op de overheidsuitgaven, afschaffing van diverse invoerbelastingen en accijnzen, verbod op politieke propaganda via de radio, invoering van een staatspensioen en internationale ontwapening.

2.

Floris Vos

De voorman van de Middenpartij was Floris Vos2, die in 1929 een nogal persoonlijke getinte verkiezingsstrijd voerde. In de Tweede Kamer speelde hij geen opvallende rol.

3.

Electoraat

De Middenpartij haalde in 19293 bijna 40.000 stemmen (1,1%). De aanhang was het sterkst in omgeving van Amsterdam en in het Gooi. Na 1929 nam de partij geen deel meer aan de verkiezingen.

 

Meer over

  • opgeheven partijen4
 

  • 1. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 2. 
    Markante ondernemer uit het Gooi die met een eigen partij (de Middenpartij voor Stad & Land) actie voerde tegen de laatste tollen op wegen. Die strijd richtte zich vooral tegen de tol bij Muiden. Wist met dat thema een zetel te behalen. In eigen streek ook bekend als behartiger van de belangen van de erfgooiers (deelgenoten in de Gooise mark). Had weinig inbreng in het parlement en verdween al na één periode. Kleine man, vaak getooid met een grijs hoedje.
     
  • 3. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1929 waren op 3 juli en kunnen worden getypeerd als de rustigste van het Interbellum. Het waren reguliere verkiezingen. Er traden nauwelijks verschuivingen op ten opzichte van 1925. De RKSP was zodoende wederom de grootste partij. Na de verkiezingen formeerden RKSP, ARP en CHU het extraparlementaire kabinet Ruijs de Beerenbrouck III.
     
  • 4. 
    Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.