Kyoto-protocol
Het Kyoto-protocol is een uitwerking van het Klimaatverdrag (United Nations Framework Convention on Climate Change) uit 1992. De naam Kyoto komt van de naam van de Japanse stad waar de klimaatconferentie van 1997 plaatsvond. Alle EU-lidstaten en nog 164 andere landen beloofden in het Kyoto-protocol de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012 met acht procent te verlagen ten opzichte van 1990.
De hoeveelheid broeikasgassen moet afnemen omdat die bijdragen aan de opwarming van het klimaat. Op de klimaatconferentie in Doha1 in 2012 is afgesproken om het Kyoto-protocol te verlengen tot 2020; in Parijs (december 2015)2 zijn afspraken gemaakt voor de periode na 2020.
Contents
Hoewel de meeste landen het Kyoto-protocol ratificeerden, wezen de Verenigde Staten het verdrag in april 2001 af. De VS voerde als argument aan dat het Protocol van Kyoto alleen verplichtingen oplegt aan industrielanden. Van derdewereldlanden en opkomende grote industrielanden als Brazilië, China, India en Mexico (die ook broeikasgassen uitstoten) werd namelijk geen bijdrage verlangd. Het protocol kon pas in werking treden wanneer minimaal 55 landen die samen minimaal 55 procent van de totale CO2-uitstoot vertegenwoordigden, het verdrag ratificeerden. Daarom was de afwijzing van de Verenigde Staten een tegenvaller.
Tijdens een conferentie in Bonn in juli 2001 bereikten 178 landen (uitgezonderd de VS) op de valreep een akkoord over de nadere invulling van 'Kyoto'. Dit compromis wordt over het algemeen beschouwd als een afgezwakte versie van het oorspronkelijke Protocol.
Om te onderzoeken welke acties de Europese Unie3 nog moest ondernemen om de Kyoto-doelstellingen te halen, zette de Europese Commissie in 2000 het European Climate Change Project op. In maart 2004 zijn alle regels uit het Kyoto-protocol EU-wetgeving geworden. Het gaat hierbij niet alleen om de doelstellingen, maar ook om hoe deze bereikt moeten worden.
Er vinden regelmatig internationale klimaatconferenties plaats die moeten leiden tot het behalen van de gestelde doelen. Tijdens de klimaatconferenties van Durban en Doha werden er ook concrete afspraken gemaakt over de toekomst van het Kyoto-protocol. Tijdens de klimaatconferentie van Parijs2 werd het klimaatakkoord dat Kyoto opvolgde opgesteld.
- 1.Met enige regelmaat komen staten bijeen om met elkaar te spreken over de internationale klimaatproblematiek. Een agentschap van de Verenigde Naties, de UNFCCC, coördineert het internationale klimaatbeleid door elk jaar een Conference of Parties (COP) te organiseren. Tijdens deze conferenties vergaderen ministers en hoge ambtenaren uit vrijwel alle landen ter wereld over het klimaat. Samen bespreken zij de laatste wetenschappelijke informatie en manieren waarop men de uitstoot van broeikasgassen kan verminderen om zo de verandering van het klimaat te beperken.
- 2.Om de klimaatverandering tegen te gaan worden er regelmatig internationale conferenties georganiseerd. Tijdens de eenentwintigste klimaatconferentie (COP21) van de Verenigde Naties in Parijs, eind 2015, bereikten de bijna 200 deelnemende landen overeenstemming over een bindend klimaatakkoord. Daarmee moet de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, worden teruggedrongen en de opwarming van de aarde worden beperkt tot maximaal 2 graden, met 1,5 graad als streefwaarde.
- 3.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 4.De meeste wetenschappers zijn het er over eens dat de aarde door de uitstoot van broeikasgassen opwarmt en dat extreme weersomstandigheden vaker voorkomen. Deze klimaatverandering zet de leefbaarheid van veel gebieden op aarde onder druk en heeft grote gevolgen voor onder andere natuur en landbouw. Om de gevolgen te beperken is internationaal afgesproken de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 2°C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Ook de Europese Unie spant zich zowel op Europees niveau als op mondiaal niveau in om klimaatverandering tegen te gaan.