Artikel 19: Coördinatie beleid lidstaten in internationale organisaties en conferenties

    • Verdrag betreffende de Europese Unie (geconsolideerde versie 2004)
    • Titel V - Bepalingen betreffende een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
18
Artikel 19
20
  • 1. 
    De lidstaten coördineren hun optreden in internationale organisaties en op internationale conferenties. Zij verdedigen in deze fora de gemeenschappelijke standpunten.

    In internationale organisaties en op internationale conferenties waaraan niet alle lidstaten deelnemen, verdedigen de wel deelnemende lidstaten de gemeenschappelijke standpunten.

  • 2. 
    Onverminderd het bepaalde in lid 1 en in artikel 14, lid 31, houden de lidstaten die zijn vertegenwoordigd in internationale organisaties of op internationale conferenties waar niet alle lidstaten vertegenwoordigd zijn, de niet vertegenwoordigde lidstaten op de hoogte van alle aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.

    Lidstaten die tevens lid zijn van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties plegen onderling overleg en houden de overige lidstaten volledig op de hoogte. Lidstaten die permanent lid van de Veiligheidsraad zijn, dragen er bij de uitoefening van hun functie zorg voor de standpunten en belangen van de Unie te verdedigen, onverminderd de verantwoordelijkheden die krachtens het Handvest van de Verenigde Naties op hen rusten.


  • 1. 
    1. De Raad stelt gemeenschappelijke optredens vast. Gemeenschappelijke optredens hebben betrekking op specifieke situaties waarin een operationeel optreden van de Unie nodig wordt geacht. In een gemeenschappelijk optreden worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, zo nodig de tijdsduur, en de voorwaarden voor de uitvoering van dat optreden omschreven.