Artikel 214: Zittingsduur leden, benoeming voorzitter

    • Top VEG
    • Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) - geconsolideerde versie 2002
    • Vijfde deel - De instellingen van de gemeenschap
    • Titel I - Bepalingen inzake de instellingen
    • Hoofdstuk 1 - De instellingen
    • Derde afdeling - De Commissie
213
Artikel 214
215

Contents

  1. Toelichting
  2. Ontwikkeling artikel
  • 1. 
    De leden van de Commissie worden volgens de procedure van lid 2 voor een periode van vijf jaar benoemd, behoudens, in voorkomend geval, artikel 2011.

    Zij zijn herbenoembaar.

  • 2. 
    De Raad, in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders, draagt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de persoon voor die hij voornemens is tot voorzitter van de Commissie te benoemen; de voordracht wordt door het Europees Parlement goedgekeurd.

    In overeenstemming met de voorgedragen voorzitter stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten opgestelde lijst vast van de overige personen die hij voornemens is tot lid van de Commissie te benoemen.

    De aldus voorgedragen voorzitter en overige leden van de Commissie worden als college ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement. Na goedkeuring door het Europees Parlement worden de voorzitter en de overige leden van de Commissie door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen benoemd.

1.

Toelichting

Artikel gewijzigd bij het Verdrag van Nice.

2.

Ontwikkeling artikel

1957
Artikel 161: Benoeming voorzitter en vice-voorzitters

De voorzitter en de twee vice-voorzitters van de Commissie worden voor twee jaar aangewezen uit haar leden op dezelfde wijze als is bepaald voor de benoeming van de leden van de Commissie. Zij zijn herbenoembaar.

Behalve in geval van een algehele vernieuwing, geschiedt de aanwijzing na raadpleging van de Commissie.

In geval van ontslag of overlijden worden de voorzitter en de vice-voorzitters voor de verdere duur van hun mandaat vervangen overeenkomstig de bepalingen van de eerste alinea.

2002
Artikel 214: Zittingsduur leden, benoeming voorzitter
  • 1. 
    De leden van de Commissie worden volgens de procedure van lid 2 voor een periode van vijf jaar benoemd, behoudens, in voorkomend geval, artikel 2011.

    Zij zijn herbenoembaar.

  • 2. 
    De Raad, in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders, draagt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de persoon voor die hij voornemens is tot voorzitter van de Commissie te benoemen; de voordracht wordt door het Europees Parlement goedgekeurd.

    In overeenstemming met de voorgedragen voorzitter stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten opgestelde lijst vast van de overige personen die hij voornemens is tot lid van de Commissie te benoemen.

    De aldus voorgedragen voorzitter en overige leden van de Commissie worden als college ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement. Na goedkeuring door het Europees Parlement worden de voorzitter en de overige leden van de Commissie door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen benoemd.


  • 1. 
    Wanneer aan het Europees Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Commissie wordt voorgelegd, kan het Europees Parlement zich over deze motie niet eerder uitspreken dan ten minste drie dagen nadat de motie is ingediend en slechts bij openbare stemming.