Artikel 46: Verantwoordelijkheden van de Algemene Raad
-
1.De Algemene Raad
-
a)voert de in artikel 431 bedoelde taken uit;
-
b)verleent medewerking aan de adviesfuncties bedoeld in artikel 42 en artikel 25, lid 13.
-
-
2.De Algemene Raad verleent medewerking aan:
-
a)het verzamelen van statistische gegevens als bedoeld in artikel 54;
-
b)de in artikel 155 bedoelde rapportage-activiteiten van de Europese Centrale Bank;
-
c)het opstellen van de in artikel 26, lid 46, bedoelde regels die nodig zijn voor de toepassing van artikel 26;
-
d)het treffen van alle andere in artikel 29, lid 47, bedoelde maatregelen die nodig zijn voor de toepassing van artikel 29;
-
e)het vaststellen van de in artikel 368 bedoelde arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank.
-
-
3.De Algemene Raad verleent medewerking aan de nodige voorbereidingen voor het onherroepelijk vaststellen van de wisselkoersen van de valuta's van de lidstaten die vallen onder een derogatie ten opzichte van de euro, als bedoeld in artikel III-198, lid 3, van de Grondwet9.
-
4.De Algemene Raad wordt door de president van de Europese Centrale Bank in kennis gesteld van de besluiten van de Raad van bestuur.
- 1.De Europese Centrale Bank neemt de in artikel III-199, lid 2, van de Grondwet bedoelde vroegere functies van het Europees Monetair Instituut over die na de invoering van de euro wegens de derogaties van een of meer lidstaten nog moeten worden vervuld.
- 2.Overeenkomstig artikel III-185, lid 4, van de Grondwet wordt de Europese Centrale Bank geraadpleegd:
- 3.1. De Europese Centrale Bank kan adviezen uitbrengen aan en worden geraadpleegd door de Raad, de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten omtrent de reikwijdte en de uitvoering van de juridisch bindende handelingen van de Unie met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiƫle stelsel.
- 4.1. Teneinde de taken van het Europees Stelsel van Centrale Banken te kunnen vervullen, verzamelt de Europese Centrale Bank, bijgestaan door de nationale centrale banken, de benodigde statistische gegevens, hetzij bij de bevoegde nationale autoriteiten hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten. Hiertoe werkt zij samen met de instellingen, organen of instanties van de Unie en met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of van derde landen en met internationale organisaties.
- 5.1. De Europese Centrale Bank stelt, ten minste elk kwartaal, verslagen op over de werkzaamheden van het Europees Stelsel van Centrale Banken en maakt deze openbaar.
- 6.1. Het boekjaar van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken begint op de eerste dag van januari en eindigt op de laatste dag van december.
- 7.1. De verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank, die voor het eerst is vastgesteld in 1998, bij de oprichting van het Europees Stelsel van Centrale Banken, wordt vastgesteld door aan elke nationale centrale bank een weging in deze sleutel toe te kennen die gelijk is aan de som van:
- 8.1. De Raad van bestuur stelt op voorstel van de directie de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank vast.
- 9.1. Ten minste om de twee jaar of op verzoek van een lidstaat die valt onder een derogatie, brengen de Commissie en de Europese Centrale Bank verslag uit aan de Raad over de vooruitgang die door de onder een derogatie vallende lidstaten is geboekt bij de nakoming van hun verplichtingen met het oog op de totstandbrenging van de economische en monetaire unie. Deze verslagen bevatten met name een onderzoek naar de verenigbaarheid van de nationale wetgeving van ieder van deze lidstaten, met inbegrip van het statuut van zijn nationale centrale bank, met de artikelen III-188 en III-189 en met het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank. In deze verslagen wordt ook nagegaan of een hoge mate van duurzame convergentie is bereikt, aan de hand van de mate waarin elk van deze lidstaten aan de volgende criteria voldoet: