Artikel 34: Rechtshandelingen
-
1.Overeenkomstig artikel III-190 van de Grondwet1 stelt de Europese Centrale Bank vast:
-
a)Europese verordeningen voorzover nodig voor de uitvoering van de taken omschreven in artikel 3, lid 1, onder a)2, artikel 19, lid 13, artikel 224 of artikel 25, lid 25, van dit statuut alsmede in de gevallen die worden bepaald in de in artikel 416 bedoelde Europese verordeningen en besluiten;
-
b)de Europese besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van de bij de Grondwet en dit statuut aan het Europees Stelsel van Centrale Banken opgedragen taken;
-
c)aanbevelingen en adviezen.
-
-
2.De Europese Centrale Bank kan besluiten haar Europese besluiten, aanbevelingen en adviezen te publiceren.
-
3.Binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Raad volgens de procedure van artikel 416 worden vastgesteld, is de Europese Centrale Bank gerechtigd om ondernemingen boeten en dwangsommen op te leggen bij niet-naleving van haar Europese verordeningen en besluiten.
- 1.1. Ter uitvoering van de aan het Europees Stelsel van Centrale Banken opgedragen taken worden door de Europese Centrale Bank, overeenkomstig de Grondwet en onder de voorwaarden van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank:
- 2.1. Overeenkomstig artikel III-185, lid 2, van de Grondwet zijn de via het Europees Stelsel van Centrale Banken uit te voeren fundamentele taken:
- 3.1. Behoudens artikel 2 kan de Europese Centrale Bank eisen dat in de lidstaten gevestigde kredietinstellingen, met het oog op de doelstellingen van het monetair beleid, bij de Europese Centrale Bank en nationale centrale banken bepaalde minimumreserves aanhouden. De Raad van bestuur kan voorschriften omtrent de berekening en vaststelling van het vereiste bedrag vaststellen. Indien aan deze voorschriften niet wordt voldaan, is de Europese Centrale Bank gerechtigd boeterente te heffen en andere sancties met een vergelijkbaar effect op te leggen.
- 4.De Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken zijn gerechtigd faciliteiten ter beschikking te stellen en de Europese Centrale Bank kan verordeningen vaststellen ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Unie en met derde landen.
- 5.1. De Europese Centrale Bank kan adviezen uitbrengen aan en worden geraadpleegd door de Raad, de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten omtrent de reikwijdte en de uitvoering van de juridisch bindende handelingen van de Unie met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiƫle stelsel.
- 6.Overeenkomstig artikel III-187, lid 4, van de Grondwet stelt de Raad de Europese verordeningen en besluiten vast betreffende de maatregelen bedoeld in artikel 4, artikel 5, lid 4, artikel 19, lid 2, artikel 20, artikel 28, lid 1, artikel 29, lid 2, artikel 30, lid 4, en artikel 34, lid 3, van dit statuut. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement: