Artikel 28: Kapitaal van de Europese Centrale Bank

    • Europese Grondwet (oktober 2004)
    • Protocollen en verklaringen
    • Herziening oude protocollen
    • 4. Statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank
    • Hoofdstuk 6 - FinanciĆ«le bepalingen
27
Artikel 28
29
  • 1. 
    Het kapitaal van de Europese Centrale Bank bedraagt 5 miljard euro. Het kapitaal kan in voorkomend geval worden verhoogd bij Europees besluit van de Raad van bestuur, die besluit met de gekwalificeerde meerderheid van stemmen die is voorgeschreven in artikel 10, lid 31, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Raad volgens de procedure van artikel 41 worden vastgesteld.
  • 2. 
    Alleen de nationale centrale banken zijn gerechtigd op het kapitaal van de Europese Centrale Bank in te schrijven en aandeelhouder van de Europese Centrale Bank te zijn. De inschrijving op het kapitaal geschiedt volgens de overeenkomstig artikel 292 vastgestelde verdeelsleutel.
  • 3. 
    De Raad van bestuur bepaalt met de in artikel 10, lid 31, voorgeschreven gekwalificeerde meerderheid van stemmen in hoeverre en in welke vorm het kapitaal moet worden gestort.
  • 4. 
    Onder voorbehoud van lid 5, mogen de aandelen van de nationale centrale banken in het geplaatste kapitaal van de Europese Centrale Bank niet worden overgedragen, verpand of in beslag genomen.
  • 5. 
    Indien de in artikel 292 genoemde verdeelsleutel wordt aangepast, dragen de nationale centrale banken onderling aandelen in het kapitaal over in die mate dat de verdeling van de aandelen overeenkomt met de aangepaste sleutel. De Raad van bestuur stelt de modaliteiten en voorwaarden voor een dergelijke overdracht vast.

  • 1. 
    1. Overeenkomstig artikel III-382, lid 1, van de Grondwet bestaat de Raad van bestuur uit de leden van de directie en de presidenten van de nationale centrale banken van de lidstaten die vallen onder een derogatie in de zin van artikel III-197 van de Grondwet.
     
  • 2. 
    1. De verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank, die voor het eerst is vastgesteld in 1998, bij de oprichting van het Europees Stelsel van Centrale Banken, wordt vastgesteld door aan elke nationale centrale bank een weging in deze sleutel toe te kennen die gelijk is aan de som van: