4. Statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank
DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,
GELEID DOOR DE WENS het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, bedoeld in de artikelen I-301 en III-187, lid 22, van de Grondwet, vast te stellen,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, die aan het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa worden gehecht:
De belangrijkste, inhoudelijke wijziging van dit protocol vindt men in artikel 10, lid 23 (toewijzing en roulatie van de stemrechten in de Raad van bestuur) dat aangepast werd conform het door de lidstaten eerder geratificeerde Raadsbesluit 2003/223/EG.
- 1.1. De Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken vormen het Europees Stelsel van Centrale Banken. De Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben, welke het eurostelsel vormen, voeren het monetair beleid van de Unie.
- 2.1. Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
- 3.1. Overeenkomstig artikel III-382, lid 1, van de Grondwet bestaat de Raad van bestuur uit de leden van de directie en de presidenten van de nationale centrale banken van de lidstaten die vallen onder een derogatie in de zin van artikel III-197 van de Grondwet.