Artikel III-416: Algemene bepalingen nauwere samenwerking

    • Europese Grondwet (oktober 2004)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel VI - Werking van de Unie
    • Hoofdstuk III - Nauwere samenwerking
III-415
Artikel III-416
III-417

Contents

  1. Toelichting Nederlandse regering
  2. Ontwikkeling artikel
  3. Commentaar

Bij nauwere samenwerking worden de Grondwet en het recht van de Unie geëerbiedigd.

Nauwere samenwerking mag geen afbreuk doen aan de interne markt, noch aan de economische, sociale en territoriale samenhang. Zij mag geen belemmering of discriminatie in de handel tussen de lidstaten vormen, en zij mag de mededinging tussen de lidstaten niet verstoren.

1.

Toelichting Nederlandse regering

De artikelen III-416 en III-417 zijn een verkorte versie van de voorwaarden voor nauwere samenwerking die in het EU-Verdrag waren opgenomen (artikelen 431 en 44 van het EU Verdrag2). Deze voorwaarden zijn zonder fundamentele wijzigingen uit het EG- en EU-Verdrag overgenomen.

2.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel J: Algemene Voorwaarden

De voorgenomen nauwere samenwerking eerbiedigt de Grondwet en het acquis van de Unie.

De voorgenomen nauwere samenwerking mag geen afbreuk doen aan de interne markt, noch aan de economische en sociale samenhang. Zij mag geen belemmering of discriminatie in de handel tussen de lidstaten vormen, en zij mag de mededinging tussen de lidstaten niet verstoren.

3.

Commentaar

Artikel J: (uittreksel uit artikel 43, onder b), c), e) en f), VEU)

2003
Artikel III-319: Algemene voorwaarden

Bij de voorgenomen nauwere samenwerking worden de Grondwet en het acquis van de Unie in acht genomen.

De voorgenomen nauwere samenwerking mag geen afbreuk doen aan de interne markt, noch aan de economische en sociale samenhang. Zij mag geen belemmering of discriminatie in de handel tussen de lidstaten vormen, en zij mag de mededinging tussen de lidstaten niet verstoren.

2003
Artikel III-322: Algemene voorwaarden

Bij de voorgenomen nauwere samenwerking worden de Grondwet en het recht van de Unie in acht genomen.

De voorgenomen nauwere samenwerking mag geen afbreuk doen aan de interne markt, noch aan de economische, sociale en territoriale samenhang. Zij mag geen belemmering of discriminatie in de handel tussen de lidstaten vormen, en zij mag de mededinging tussen de lidstaten niet verstoren.

2003
Artikel III-322: Algemene voorwaarden

Bij de nauwere samenwerking worden de Grondwet en het recht van de Unie in acht genomen.

De voorgenomen nauwere samenwerking mag geen afbreuk doen aan de interne markt, noch aan de economische, sociale en territoriale samenhang. Zij mag geen belemmering of discriminatie in de handel tussen de lidstaten vormen, en zij mag de mededinging tussen de lidstaten niet verstoren.

2004
Artikel III-416: Algemene bepalingen nauwere samenwerking

Bij nauwere samenwerking worden de Grondwet en het recht van de Unie geëerbiedigd.

Nauwere samenwerking mag geen afbreuk doen aan de interne markt, noch aan de economische, sociale en territoriale samenhang. Zij mag geen belemmering of discriminatie in de handel tussen de lidstaten vormen, en zij mag de mededinging tussen de lidstaten niet verstoren.


  • 1. 
    De lidstaten die voornemens zijn onderling nauwere samenwerking aan te gaan, kunnen gebruik maken van de instellingen, procedures en regelingen van dit Verdrag en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, mits de samenwerking:
     
  • 2. 
    1. Voor de aanneming van de handelingen en besluiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 43 bedoelde nauwere samenwerking zijn de desbetreffende institutionele bepalingen van dit Verdrag en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing. Alle leden van de Raad kunnen deelnemen aan de beraadslagingen, maar alleen de leden die aan de samenwerking deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, nemen deel aan de aanneming van besluiten. Een gekwalificeerde meerderheid wordt omschreven als hetzelfde aandeel van de gewogen stemmen en hetzelfde aandeel van het aantal betrokken leden van de Raad als vastgelegd in artikel 205, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en, wat nauwere samenwerking op grond van artikel 27 C betreft, in artikel 23, lid 2, tweede en derde alinea, van dit Verdrag. Eenparigheid van stemmen wordt alleen door de betrokken leden van de Raad gevormd.