Artikel III-334: Verzoekschriften

    • Europese Grondwet (oktober 2004)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel VI - Werking van de Unie
    • Hoofdstuk I - Institutionele bepalingen
    • Afdeling 1 - Instellingen
    • Onderafdeling 1 - Europees Parlement
III-333
Artikel III-334
III-335

Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft, overeenkomstig artikel I-10, lid 2, onder d)1, het recht om individueel of samen met andere personen een verzoekschrift bij het Europees Parlement in te dienen betreffende een onderwerp dat tot het werkterrein van de Unie behoort en dat hem rechtstreeks aangaat.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel III-231: Verzoekschriften

Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht om individueel of tezamen met andere burgers of personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem of haar rechtstreeks aangaat.

2003
Artikel III-236: Verzoekschriften

Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht om individueel of tezamen met andere burgers of personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem rechtstreeks aangaat.

2003
Artikel III-236: Verzoekschriften

Overeenkomstig artikel I-82, lid 2, punt d), heeft iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met zijn verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat het recht om individueel of tezamen met andere personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem rechtstreeks aangaat.

2004
Artikel III-334: Verzoekschriften

Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft, overeenkomstig artikel I-10, lid 2, onder d)1, het recht om individueel of samen met andere personen een verzoekschrift bij het Europees Parlement in te dienen betreffende een onderwerp dat tot het werkterrein van de Unie behoort en dat hem rechtstreeks aangaat.


  • 1. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 2. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.