Artikel III-316: Ontwikkelingssamenwerking
Contents
-
1.Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten completeren en versterken elkaar.
Hoofddoel van het beleid van de Unie op dit gebied is de armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te bannen. De Unie houdt bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking.
-
2.De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en houden rekening met de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.
Het beleid van de Europese Unie betreffende de (economische, financiƫle en technische) samenwerking met derde landen, humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking (artikelen III-316 tot en met III-321) wordt gevoerd in het kader van de overkoepelende beginselen en de doelstellingen van het externe optreden.
Nieuw daarbij is dat de doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp zijn opgenomen als volwaardige doelstelling van het extern beleid van de Unie. Bovendien wordt het belang van samenhang van het externe en interne beleid van de Unie expliciet aangegeven. De regering heeft zich tijdens de IGC1 met succes ingezet voor de opname van deze bepalingen. Ten slotte is er een nieuw artikel over humanitaire hulp opgenomen, waarin ook de mogelijkheid is opgenomen voor totstandkoming van een vrijwilligerscorps van Europese jongeren.
Op basis van artikel I-14, vierde lid2 en artikel III-316 blijft ontwikkelingssamenwerking (OS) een parallelle bevoegdheid van de lidstaten en de Commissie. Zij vullen elkaar op dit gebied, waarover met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt besloten, aan.
Armoedebestrijding blijft hoofddoelstelling van het Europese OS-beleid. De Unie dient onverminderd rekening te houden met de gevolgen van haar interne beleid op ontwikkelingslanden. Het belang van 'OS-coherentie' wordt hiermee bevestigd. Nieuw is de verwijzing naar de Millennium Development Goals van de Verenigde Naties.
Artikel III-316 bepaalt dat het samenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten elkaar wederzijds versterken. Het stelt duidelijk dat het uitroeien van de armoede het hoofddoel is van het beleid van de Unie op dit gebied. De Unie moet ook rekening houden met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking bij de uitvoering van haar beleid op andere gebieden die gevolgen hebben voor de ontwikkelingslanden.
-
1.Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie, zoals genoemd in artikel 13 van deze titel. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten versterken elkaar en vullen elkaar aan.
-
2.De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.
-
1.Artikel 25 is gebaseerd op artikel 177 VEG, maar de opsomming van de doelstellingen (leden 1 en 2) is geschrapt en vervangen door een verwijzing naar het artikel over de beginselen en de doelstellingen van het externe optreden van de Unie.
-
2.Artikel 178 VEG, waarin bepaald wordt dat "de Gemeenschap bij de uitvoering van een beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening houdt met de doelstellingen van artikel 177" is geschrapt in het licht van de algemene bepaling over samenhang in artikel 1 inzake de doelstellingen en de beginselen van het externe optreden.
-
1.Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie, zoals genoemd in [artikel 1]4 van deze titel. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten versterken elkaar en vullen elkaar aan.
Hoofddoel van het beleid van de Unie op dit gebied is de terugdringing en op termijn de uitroeiing van armoede. De Unie houdt bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking.
-
2.De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.
-
1.Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten versterken elkaar en vullen elkaar aan.
Hoofddoel van het beleid van de Unie op dit gebied is de armoede terug te dringen en tenslotte uit te bannen. De Unie houdt bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking.
-
2.De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.
-
1.Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten completeren en versterken elkaar.
Hoofddoel van het beleid van de Unie op dit gebied is de armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te bannen. De Unie houdt bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking.
-
2.De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.
-
1.Het beleid van de Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie en dat van de lidstaten completeren en versterken elkaar.
Hoofddoel van het beleid van de Unie op dit gebied is de armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te bannen. De Unie houdt bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking.
-
2.De Unie en de lidstaten houden zich aan de verbintenissen en houden rekening met de doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde internationale organisaties hebben onderschreven.
- 1.Van 4 oktober 2003 tot en met 18 juni 2004 vond de Intergouvernementele Conferentie (IGC) plaats die heeft geleid tot de opstelling van een nieuw verdrag tot opstelling van een Grondwet voor Europa. Een IGC wordt bijeengeroepen door de staatshoofden en regeringsleiders van de EU-lidstaten, als de basisverdragen gewijzigd worden.
- 2.1. De Unie heeft een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid in de gevallen waarin haar in de Grondwet een bevoegdheid wordt toegedeeld die buiten de in de artikelen I-13 en I-17 bedoelde gebieden valt.
- 3.1. Het internationale optreden van de Unie berust op [wordt geleid door], en is gericht op de wereldwijde verspreiding van, de beginselen die aan haar oprichting, ontwikkeling en uitbreiding ten grondslag liggen: de democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en de eerbiediging van het internationale recht overeenkomstig de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. De Unie streeft ernaar betrekkingen te ontwikkelen en partnerschappen aan te gaan met landen en regionale of mondiale organisaties die deze waarden delen. Zij bevordert multilaterale oplossingen voor gemeenschappelijke problemen, met name in het kader van de Verenigde Naties.
- 4.1. Het internationale optreden van de Unie berust op, en is gericht op de wereldwijde verspreiding van, de beginselen die aan haar oprichting, ontwikkeling en uitbreiding ten grondslag liggen: de democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en de eerbiediging van het internationale recht overeenkomstig de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. De Unie streeft ernaar betrekkingen te ontwikkelen en partnerschappen aan te gaan met landen en regionale of mondiale organisaties die deze waarden delen. Zij bevordert multilaterale oplossingen voor gemeenschappelijke problemen, met name in het kader van de Verenigde Naties.