Artikel III-199: Taken Europese Centrale Bank inzake onder derogatie vallende lidstaten

    • Europese Grondwet (oktober 2004)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel III - Intern beleid en optreden
    • Hoofdstuk II - Economisch en monetair beleid
    • Afdeling 5 - Overgangsbepalingen
III-198
Artikel III-199
III-200
  • 1. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel III-187, lid 11, de in artikel 45 van het statuut2 van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel III-88: Taken Europese Centrale Bank inzake onder derogatie vallende lidstaten
  • 1. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in [ex artikel 107, lid 3,] van de Grondwet, de in artikel 45 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      toe te zien op de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.
2003
Artikel III-93: Taken Europese Centrale Bank inzake onder derogatie vallende lidstaten
  • 1. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel III-793, lid 3, de in artikel 45 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese centrale bank bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
  • a) 
    de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
  • b) 
    de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
  • c) 
    zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
  • d) 
    overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
  • e) 
    de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.
2003
Artikel III-93: Taken Europese Centrale Bank inzake onder derogatie vallende lidstaten
  • 1. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel III-794, lid 3, de in artikel 45 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese centrale bank bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.
2004
Artikel III-199: Taken Europese Centrale Bank inzake onder derogatie vallende lidstaten
  • 1. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel III-187, lid 11, de in artikel 45 van het statuut2 van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
  • 2. 
    Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
    • a) 
      de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
    • b) 
      de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
    • c) 
      zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
    • d) 
      overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
    • e) 
      de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.

  • 1. 
    1. Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
     
  • 2. 
    1. De president of, bij zijn afwezigheid, de vice-president van de Europese Centrale Bank zit de vergaderingen van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank voor.
     
  • 3. 
    1. Het Europees Stelsel van Centrale Banken bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken.
     
  • 4. 
    3. Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.