Artikel 34: De wet
-
1.De wet stelt de regels vast die van toepassing zijn op het gemeenschappelijk optreden. De wet beperkt zich waar mogelijk tot vaststelling van de grondbeginselen van het gemeenschappelijk optreden en laat de nadere toepassing over aan de met de uitvoering ervan belaste autoriteiten van de Unie of de Lid-Staten.
-
2.De organisatie en de werking van de instellingen alsmede van andere uitdrukkelijk in dit Verdrag genoemde onderwerpen worden geregeld bij organieke wetten, volgens de in artikel 381 van dit Verdrag neergelegde bijzondere procedure.
-
3.De aanneming van de begroting geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 762 van dit Verdrag.
- 1.1. Alle wetsontwerpen worden ingediend bij het Parlement, dat het ontwerp binnen een termijn van zes maanden, al dan niet met wijzigingen, goedkeurt. Ontwerpen voor organieke wetten kunnen door het Parlement met volstrekte meerderheid worden gewijzigd; voor de goedkeuring van deze ontwerpen is een gekwalificeerde meerderheid vereist.
- 2.1. De Commissie stelt de ontwerpbegroting op en legt deze aan de begrotingsautoriteit voor.