Artikel III-250: Zittingsperiode Europese Commissarissen
Geschrapt [*]
Noot [*]
Deze bepaling inzake de duur van de ambtstermijn is overbodig, aangezien dit al is geregeld in artikel I-251, lid 5 (toelichting uit document CIG 79/04).
Oorspronkelijke tekst van dit artikel:
De Europese commissarissen en de commissarissen zonder stemrecht worden voor een periode van vijf jaar benoemd, behoudens, in voorkomend geval, de artikelen III-2432, III-2523 en III-2534. Alleen onderdanen van de lidstaten, kunnen Europees commissaris of commissaris zijn.
-
1.(Procedures voor de benoeming van de leden van de Commissie).
-
2.Alleen zij die de nationaliteit van een van de lidstaten bezitten kunnen lid van de Commissie zijn.
De Europese commissarissen en de commissarissen zonder stemrecht worden voor een periode van vijf jaar benoemd, behoudens, in voorkomend geval, artikel III-2435. Alleen onderdanen van de lidstaten, kunnen Europees commissaris of commissaris zijn.
Geschrapt [*]
Noot [*]
Deze bepaling inzake de duur van de ambtstermijn is overbodig, aangezien dit al is geregeld in artikel I-251, lid 5 (toelichting uit document CIG 79/04).
Oorspronkelijke tekst van dit artikel:
De Europese commissarissen en de commissarissen zonder stemrecht worden voor een periode van vijf jaar benoemd, behoudens, in voorkomend geval, de artikelen III-2432, III-2523 en III-2534. Alleen onderdanen van de lidstaten, kunnen Europees commissaris of commissaris zijn.
- 1.1. De Commissie bevordert het algemeen belang van de Unie en neemt daartoe passende initiatieven. Zij ziet erop toe dat zowel de bepalingen van de Grondwet als de maatregelen die de instellingen krachtens de Grondwet vaststellen, worden toegepast.
- 2.Wanneer aan het Europees Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Commissie wordt voorgelegd, kan het Parlement zich niet eerder dan drie dagen na de indiening ervan en slechts bij openbare stemming over deze motie uitspreken.
- 3.1. Behalve door regelmatige vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.
- 4.Op verzoek van de Raad, die besluit bij gewone meerderheid van stemmen, of van de Commissie, kan een lid van de Commissie die niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten, door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet.
- 5.Wanneer aan het Europees Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Europese Commissie wordt voorgelegd, kan het Parlement zich niet eerder dan drie dagen na de indiening ervan en slechts bij openbare stemming over deze motie uitspreken.