Artikel III-231: Uitvoering van de solidariteitsclausule

    • Europese Conventie III (juli 2003)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel V - Het externe optreden van de Unie
    • Hoofdstuk VIII - Toepassing van de solidariteitsclausule
III-230
Artikel III-231
III-232

Contents

  1. Ontwikkeling artikel
  2. Commentaar
  • 1. 
    De Raad van Ministers regelt bij Europees besluit op gezamenlijk voorstel van de Europese Commissie en van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie de toepassing van de in artikel I-421 bedoelde solidariteitsclausule. Het Europees Parlement wordt op de hoogte gesteld.
  • 2. 
    Wanneer een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk optreden, wordt hem door de andere lidstaten op verzoek van zijn politieke autoriteiten bijstand verleend. Te dien einde coördineren de lidstaten hun optreden in het kader van de Raad van Ministers.
  • 3. 
    In het kader van dit artikel wordt de Raad van Ministers bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die zijn ontwikkeld in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en door het Comité artikel III-1622 welke comités hem in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.
  • 4. 
    Met het oog op een doeltreffend optreden van de Unie evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie geconfronteerd wordt.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel X: Uitvoering van de solidariteitsclausule
  • 1. 
    De Raad stelt op gezamenlijk voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken en de Commissie handelingen vast tot bepaling van een kader voor de uitvoering van de in artikel X3 van deel I bedoelde solidariteitsclausule. Deze handelingen worden volgens de desbetreffende bepalingen van de Grondwet vastgesteld.
  • 2. 
    Wanneer een lidstaat getroffen is door een terroristische aanval, verlenen de andere lidstaten hem op verzoek van zijn politieke autoriteiten bijstand. Daartoe coördineren de lidstaten hun optreden in de Raad.
  • 3. 
    In het kader van dit artikel wordt de Raad bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité en het Permanent Comité interne veiligheid, die in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.
  • 4. 
    Met het oog op een doeltreffend optreden van de Unie evalueert de Europese Raad op basis van een verslag van de Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie geconfronteerd wordt.

2.

Commentaar

Dit artikel sluit rechtstreeks aan bij de aanbevelingen van Werkgroep VIII inzake de opneming in de grondwet van een solidariteitsclausule, en bepaalt hoe deze clausule wordt uitgevoerd.

Het eerste lid heeft betrekking op de uitvoering van deze clausule voor wat betreft de voorkoming van terroristische dreiging en de bescherming van de democratische instellingen en van de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval. Aangezien deze clausule bepaalt dat alle middelen van de Unie, met inbegrip van die van de lidstaten, de militaire middelen daaronder begrepen, kunnen worden ingezet, moet het voorstel voor de vaststelling van het algemene kader gezamenlijk door de Commissie en de minister van Buitenlandse Zaken worden ingediend. Om dezelfde reden is het niet mogelijk te voorzien in een eenvormige stemprocedure voor het gebruik van alle middelen, met inbegrip van, enerzijds, die waarvoor momenteel de gekwalificeerde meerderheid geldt en, anderzijds, die welke een besluit met eenparigheid van stemmen vereisen, zoals de militaire middelen. Het artikel voorziet derhalve in procedures die overeenstemmen met de bepalingen van de Grondwet die eigen zijn aan de procedure voor de vaststelling van elk van de handelingen die samen het algemene kader vormen. Voor het Europees Parlement is dus de rol weggelegd waarin de desbetreffende procedures voorzien.

Wat betreft de bijstand aan een lidstaat naar aanleiding van een terroristische aanval, is het zaak dat de lidstaten onmiddellijk op de gebeurtenis reageren. Daarom voorziet lid 2 in automatische bijstand op verzoek van de betrokken lidstaat. De lidstaat dient zijn behoeften te preciseren, en de andere staten coördineren de acties en de middelen die nodig zijn om de situatie te verhelpen, in het kader van de Raad.

Het derde lid verwijst naar de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad door het Politiek en Veiligheidscomité en het Permanent Comité interne veiligheid (dat onder andere verantwoordelijk is voor de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van politie en douane). In de omschrijving van de taken van beide comités (artikel 224 van deel II van de Grondwet, artikel X5 van deel II van de Grondwet, titel: Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid) is rekening gehouden met de expertise die de Raad nodig kan hebben; voorts is het voor de doeltreffendheid van het optreden van belang dat de adviezen van beide comités coherent en op elkaar afgestemd zijn; daarom is bepaald dat zij gezamenlijke adviezen kunnen verstrekken.

Het vierde lid van het artikel spoort met de aanbeveling van Werkgroep VIII dat de Europese Raad de dreigingen waarmee de Unie geconfronteerd wordt, regelmatig dient te evalueren, zodat een systeem van vroegtijdige waarschuwing kan functioneren.

2003
Artikel III-226: Uitvoering van de solidariteitsclausule
  • 1. 
    De Raad stelt op gezamenlijk voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken en de Commissie een besluit vast tot bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de in [artikel 33 van deel I]6 bedoelde solidariteitsclausule.
  • 2. 
    Wanneer een lidstaat getroffen is door een terroristische aanval, door een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk optreden, verlenen de andere lidstaten hem op verzoek van zijn politieke autoriteiten bijstand. Daartoe coördineren de lidstaten hun optreden in de Raad.
  • 3. 
    In het kader van dit artikel wordt de Raad bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die zijn ontwikkeld in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en door het Comité [van het vroegere artikel 5 JBZ]7 welke comités hem in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.
  • 4. 
    Met het oog op een doeltreffend optreden van de Unie evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie geconfronteerd wordt.
2003
Artikel III-231: Uitvoering van de solidariteitsclausule
  • 1. 
    De Raad van Ministers regelt bij Europees besluit op gezamenlijk voorstel van de Europese Commissie en van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie de toepassing van de in artikel I-421 bedoelde solidariteitsclausule. Het Europees Parlement wordt op de hoogte gesteld.
  • 2. 
    Wanneer een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk optreden, wordt hem door de andere lidstaten op verzoek van zijn politieke autoriteiten bijstand verleend. Te dien einde coördineren de lidstaten hun optreden in het kader van de Raad van Ministers.
  • 3. 
    In het kader van dit artikel wordt de Raad van Ministers bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die zijn ontwikkeld in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en door het Comité artikel III-1622 welke comités hem in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.
  • 4. 
    Met het oog op een doeltreffend optreden van de Unie evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie geconfronteerd wordt.
2003
Artikel III-231: Uitvoering van de solidariteitsclausule
  • 1. 
    Indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk handelen, wordt hem door de andere lidstaten op verzoek van zijn politieke autoriteiten bijstand verleend. Te dien einde coördineren de lidstaten hun optreden in het kader van de Raad.
  • 2. 
    De toepassing door de Unie van de in artikel I-428 bedoelde solidariteitsclausule wordt geregeld bij Europees besluit, door de Raad op gezamenlijk voorstel van de Commissie en van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie vastgesteld. Indien dit besluit consequenties heeft op defensiegebied besluit de Raad overeenkomstig artikel III-2019, lid 1. Het Europees Parlement wordt hiervan in kennis gesteld.

    In het kader van dit lid en onverminderd artikel III-24710 wordt de Raad bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die zijn ontwikkeld in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en door het comité van artikel III-16211, welke comités hem in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.

  • 3. 
    Met het oog op een doeltreffend optreden van de Unie en haar lidstaten evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd.

Verklaring voor de slotakte ad artikelen I-42 en III-231

Onverminderd de maatregelen die de Unie heeft vastgesteld om te voldoen aan haar solidariteitsverplichting jegens een lidstaat die getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk optreden, doen de bepalingen van artikel I-42 en artikel III-231 van de Grondwet geen afbreuk aan het recht van een andere lidstaat de geschiktste middelen te kiezen om aan zijn solidariteitsverplichting jegens die lidstaat te voldoen.

2004
Artikel III-329: Uitvoering van de solidariteitsclausule
  • 1. 
    Een lidstaat die getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp, wordt op verzoek van zijn politieke autoriteiten door de andere lidstaten bijstand verleend. De lidstaten coördineren daartoe hun optreden in het kader van de Raad.
  • 2. 
    De toepassing door de Unie van de in artikel I-4312 bedoelde solidariteitsclausule wordt geregeld bij Europees besluit, dat door de Raad op gezamenlijk voorstel van de Commissie en van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie wordt vastgesteld. Indien dit besluit gevolgen heeft op defensiegebied, besluit de Raad overeenkomstig artikel III-300, lid 113. Het Europees Parlement wordt geïnformeerd.

    In het kader van dit lid en onverminderd artikel III-34414 wordt de Raad bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid zijn ontwikkeld, en door het comité van artikel III-26115, welke comités hem in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.

  • 3. 
    Teneinde de Unie en haar lidstaten in staat te stellen doeltreffend op te treden, evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd.

  • 1. 
    1. De Unie en de lidstaten treden solidair tezamen op indien een lidstaat slachtoffer is van een terreuraanslag, van een natuurramp of van een ramp veroorzaakt door menselijk optreden. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
     
  • 2. 
    Binnen de Raad van Ministers wordt een permanent comité opgericht om ervoor te zorgen dat binnen de Unie de operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid wordt bevorderd en versterkt. Onverminderd artikel III-247, bevordert het comité de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Vertegenwoordigers van de betrokken organen en bureaus van de Unie kunnen bij de werkzaamheden van het comité worden betrokken. Het Europees Parlement en de nationale parlementen van de lidstaten worden over deze werkzaamheden geïnformeerd.
     
  • 3. 
    Krachtens het solidariteitsbeginsel maakt de Unie van alle tot haar beschikking staande instrumenten, met inbegrip van militaire middelen, gebruik om:
    - de dreiging van het terrorisme te keren;
    - de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen eventuele terroristische aanval te beschermen;
    - op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand verlenen in geval van een terroristische aanval.
     
  • 4. 
    Onverminderd artikel XX van de Grondwet [betreffende de organisatie van de Raad/het Comité van Permanente Vertegenwoordigers] volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot het bepalen van het beleid door op verzoek van de Raad of op eigen initiatief adviezen aan de Raad uit te brengen. Het comité ziet ook toe op de uitvoering van het overeengekomen beleid, onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken.
     
  • 5. 
    De Europese Raad stelt de richtsnoeren van het wetgevende en operationele optreden in de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid vast.
     
  • 6. 
    1. De Unie en haar lidstaten treden solidair tezamen op als een lidstaat slachtoffer is van een terreuraanslag, natuurramp of ramp ten gevolge van menselijk optreden. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, met inbegrip van de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
    a)
    - de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;
    - de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen eventuele terroristische aanval te beschermen;
    - op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand verlenen in geval van een terroristische aanval;
    b)
    - op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand verlenen in geval van een ramp.
     
  • 7. 
    Een Permanent Comité wordt opgericht om ervoor te zorgen dat binnen de Unie de operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid wordt bevorderd en versterkt. Onverminderd artikel [III-242] bevordert het de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. De vertegenwoordigers van de betrokken organen en agentschappen van de Unie kunnen bij de werkzaamheden van het comité worden betrokken. Het Europees Parlement en de nationale parlementen van de lidstaten worden over de werkzaamheden geïnformeerd.
     
  • 8. 
    1. De Unie en de lidstaten treden solidair tezamen op indien een lidstaat slachtoffer is van een terreuraanslag, van een natuurramp of van een ramp veroorzaakt door menselijk optreden. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
     
  • 9. 
    1. De in dit hoofdstuk bedoelde Europese besluiten worden door de Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld.
     
  • 10. 
    1. Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten, heeft tot taak de werkzaamheden van de Raad voor te bereiden en de door de Raad verstrekte opdrachten uit te voeren. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad genoemde gevallen procedurebesluiten vaststellen.
     
  • 11. 
    Binnen de Raad wordt een permanent comité opgericht om ervoor te zorgen dat binnen de Unie de operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid wordt bevorderd en versterkt. Onverminderd artikel III-247, bevordert het comité de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Vertegenwoordigers van de betrokken organen en instanties van de Unie kunnen bij de werkzaamheden van het comité worden betrokken. Het Europees Parlement en de nationale parlementen van de lidstaten worden over deze werkzaamheden geïnformeerd.
     
  • 12. 
    1. De Unie en de lidstaten treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
     
  • 13. 
    1. De in dit hoofdstuk bedoelde Europese besluiten worden door de Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld.
     
  • 14. 
    1. Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad en voor de uitvoering van de door de Raad verstrekte opdrachten. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad genoemde gevallen procedurebesluiten vaststellen.
     
  • 15. 
    Binnen de Raad wordt een permanent comité opgericht om ervoor te zorgen dat binnen de Unie de operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid wordt bevorderd en versterkt. Onverminderd artikel III-344, bevordert het comité de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.