Artikel III-208: Politiek en veiligheidscomité
Contents
Onverminderd artikel III-2471 volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot de beleidsbepaling door op verzoek van de Raad van Ministers, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie of eigener beweging adviezen aan de Raad van Ministers uit te brengen. Onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, ziet het comité er ook op toe dat het overeengekomen beleid wordt uitgevoerd.
In het kader van dit hoofdstuk is het comité onder verantwoordelijkheid van de Raad van Ministers en de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie belast met de politieke controle en de strategische leiding van crisisbeheersingsoperaties, zoals die zijn omschreven in artikel III-2102.
De Raad van Ministers kan het comité voor het doel en voor de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad van Ministers, machtigen passende maatregelen te nemen over de politieke controle en strategische leiding van de operatie.
Onverminderd artikel XX van de Grondwet [betreffende de organisatie van de Raad/het Comité van Permanente Vertegenwoordigers] volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot het bepalen van het beleid door op verzoek van de Raad of op eigen initiatief adviezen aan de Raad uit te brengen. Het comité ziet ook toe op de uitvoering van het overeengekomen beleid, onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken.
In het kader van deze titel oefent het comité onder verantwoordelijkheid van de Raad en in nauw contact met de minister van Buitenlandse Zaken de politieke controle en strategische leiding uit van crisisbeheersingsoperaties, zoals die zijn omschreven in artikel 173 van deze titel.
De Raad kan het comité voor het doel en de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad, machtigen passende besluiten te nemen over de politieke controle en strategische leiding van de operatie.
In de eerste alinea is de formulering van artikel 25 VEU in gewijzigde vorm overgenomen: "Onverminderd artikel 207 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap volgt een politiek en veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot het bepalen van het beleid door op verzoek van de Raad of op eigen initiatief adviezen aan de Raad uit te brengen. Het comité ziet ook toe op de tenuitvoerlegging van het overeengekomen beleid, onverminderd de bevoegdheden van het voorzitterschap en van de Commissie."
De wijzigingen hebben betrekking op de laatste zin, waarin "het voorzitterschap" en "de Commissie" zijn vervangen door "de minister van Buitenlandse Zaken".
In de tweede alinea is de tweede alinea van artikel 25 VEU overgenomen, waarbij een verwijzing naar de minister van Buitenlandse Zaken en een verwijzing naar artikel 24 van deze titel - waarin de crisisbeheersingsoperaties worden omschreven - wordt toegevoegd: "In het kader van deze titel oefent het comité onder verantwoordelijkheid van de Raad de politieke controle en strategische leiding van crisisbeheersingsoperaties uit."
De derde alinea komt grotendeels overeen met de derde alinea van artikel 25 VEU: "De Raad kan het comité voor het doel en de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad, machtigen passende besluiten te nemen over de politieke controle en strategische leiding van de operatie, onverminderd artikel 47." Gezien de samenvoeging van de Verdragen is de verwijzing naar artikel 47 VEG geschrapt.
Onverminderd [artikel XX]4 van de Grondwet [betreffende de organisatie van de Raad/het Comité van Permanente Vertegenwoordigers] volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid va llende gebieden en draagt het bij tot het bepalen van het beleid door op verzoek van de Raad, van de minister van Buitenlandse Zaken of op eigen initiatief adviezen aan de Raad uit te brengen. Het comité ziet ook toe op de uitvoering van het overeengekomen beleid, onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken.
In het kader van deze titel oefent het comité onder verantwoordelijkheid van de Raad en de minister van Buitenlandse Zaken de politieke controle en strategische leiding uit van crisisbeheersingsoperaties, zoals die zijn omschreven in [artikel 17]5 van deze titel.
De Raad kan het comité voor het doel en de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad, machtigen passende besluiten te nemen over de politieke controle en strategische leiding van de operatie.
Onverminderd artikel III-2471 volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot de beleidsbepaling door op verzoek van de Raad van Ministers, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie of eigener beweging adviezen aan de Raad van Ministers uit te brengen. Onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, ziet het comité er ook op toe dat het overeengekomen beleid wordt uitgevoerd.
In het kader van dit hoofdstuk is het comité onder verantwoordelijkheid van de Raad van Ministers en de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie belast met de politieke controle en de strategische leiding van crisisbeheersingsoperaties, zoals die zijn omschreven in artikel III-2102.
De Raad van Ministers kan het comité voor het doel en voor de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad van Ministers, machtigen passende maatregelen te nemen over de politieke controle en strategische leiding van de operatie.
-
1.Onverminderd artikel III-2476 volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot de beleidsbepaling door op verzoek van de Raad van Ministers, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie of eigener beweging adviezen aan de Raad van Ministers uit te brengen. Onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, ziet het comité er ook op toe dat het overeengekomen beleid wordt uitgevoerd.
-
2.In het kader van dit hoofdstuk is het Politiek en Veiligheidscomité onder verantwoordelijkheid van de Raad van Ministers en de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie belast met de politieke controle en de strategische leiding van crisisbeheersingsoperaties, zoals die zijn omschreven als bedoeld in artikel III-2107.
De Raad van Ministers kan het comité voor het doel en voor de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad van Ministers, machtigen passende maatregelen te nemen over de politieke controle en strategische leiding van de operatie.
-
1.Onverminderd artikel III-3448 volgt een Politiek en Veiligheidscomité de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallende gebieden en draagt het bij tot de beleidsbepaling door op verzoek van de Raad, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie of eigener beweging adviezen aan de Raad uit te brengen.
Onverminderd de bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, ziet het comité er ook op toe dat het overeengekomen beleid wordt uitgevoerd.
-
2.In het kader van dit hoofdstuk is het Politiek en Veiligheidscomité onder verantwoordelijkheid van de Raad en de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie belast met de politieke controle en de strategische leiding van crisisbeheersingsoperaties als bedoeld in artikel III-3099.
De Raad kan het comité voor het doel en voor de duur van een crisisbeheersingsoperatie, als bepaald door de Raad, machtigen passende maatregelen te nemen inzake de politieke controle en strategische aansturing van de operatie.
- 1.1. Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten, heeft tot taak de werkzaamheden van de Raad van Ministers voor te bereiden en de door de Raad van Ministers verstrekte opdrachten uit te voeren. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad van Ministers genoemde gevallen procedurebesluiten nemen.
- 2.1. De in artikel I-40, lid 1, bedoelde missies, waarbij de Unie civiele en militaire middelen kan inzetten, omvatten gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie en vredeshandhaving, missies van strijdkrachten met het oog op crisisbeheersing, met inbegrip van vredestichting, alsmede stabiliseringsoperaties na afloop van conflicten. Al deze taken kunnen tot de strijd tegen het terrorisme bijdragen, ook door middel van steun aan derde landen om het terrorisme op hun grondgebied te bestrijden.
- 3.1. De in artikel 30, lid 1, van deel I van de Grondwet bedoelde missies, waarbij de Unie militaire en civiele middelen kan inzetten, omvatten gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, missies voor advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie- en vredeshandhavingsmissies, missies van strijdkrachten op het gebied van crisisbeheersing, met inbegrip van het tot stand brengen van vrede, steun bij de strijd tegen het terrorisme op verzoek van een derde land en stabiliseringsoperaties aan het eind van conflicten.
- 4.1. De Raad van ministers oefent, samen met het Europees Parlement, de wetgevende taak en de begrotingstaak uit, alsmede beleidsbepalende en coördinerende taken onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden.
- 5.1. De in [artikel 32, lid 1, van deel I] van de Grondwet bedoelde missies, waarbij de Unie militaire en civiele middelen kan inzetten, omvatten gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, missies voor advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie- en vredeshandhavingsmissies, missies van strijdkrachten op het gebied van crisis beheersing, met inbegrip van het tot stand brengen van vrede, stabiliseringsoperaties aan het eind van conflicten. Al deze missies kunnen tot de strijd tegen het terrorisme bijdragen, ook door middel van steun aan derde landen om het terrorisme op hun grondgebied te bestrijden.
- 6.1. Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten, heeft tot taak de werkzaamheden van de Raad voor te bereiden en de door de Raad verstrekte opdrachten uit te voeren. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad genoemde gevallen procedurebesluiten vaststellen.
- 7.1. De in artikel I-40, lid 1, bedoelde missies, waarbij de Unie civiele en militaire middelen kan inzetten, omvatten gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie en vredeshandhaving, missies van strijdkrachten met het oog op crisisbeheersing, daaronder begrepen vredestichting, alsmede stabiliseringsoperaties na afloop van conflicten. Al deze taken kunnen tot de strijd tegen het terrorisme bijdragen, ook door middel van steun aan derde landen om het terrorisme op hun grondgebied te bestrijden.
- 8.1. Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad en voor de uitvoering van de door de Raad verstrekte opdrachten. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad genoemde gevallen procedurebesluiten vaststellen.
- 9.1. De in artikel I-41, lid 1, bedoelde missies, waarbij de Unie civiele en militaire middelen kan inzetten, omvatten gezamenlijke ontwapeningsacties, humanitaire en reddingsmissies, advies en bijstand op militair gebied, conflictpreventie en vredeshandhaving, missies van strijdkrachten met het oog op crisisbeheersing, daaronder begrepen vredestichting, alsmede stabiliseringsoperaties na afloop van conflicten. Al deze taken kunnen bijdragen tot de strijd tegen het terrorisme, ook door middel van steun aan derde landen om het terrorisme op hun grondgebied te bestrijden.