Artikel III-98: Rol lidstaten

    • Europese Conventie III (juli 2003)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel III - Intern beleid en optreden
    • Hoofdstuk III - Het beleid op andere specifieke gebieden
    • Afdeling 1 - Werkgelegenheid
III-97
Artikel III-98
III-99
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-971 bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-712, lid 2, aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad van Ministers, overeenkomstig artikel III-100.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel III-93: Rol lidstaten
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in [ex artikel 125]3 bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig [ex artikel 99, lid 2]4 aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenhe id als een aangelegenheid van gemeenschappelijke zorg en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad, overeenkomstig [ex artikel 128].
2003
Artikel III-98: Rol lidstaten
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-971 bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-712, lid 2, aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad van Ministers, overeenkomstig artikel III-100.
2003
Artikel III-98: Rol lidstaten
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-975 bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-716, lid 2, aangenomen globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad van Ministers, overeenkomstig artikel III-100.
2004
Artikel III-204: Rol lidstaten inzake werkgelegenheidsbeleid
  • 1. 
    De lidstaten dragen door middel van hun werkgelegenheidsbeleid bij tot het bereiken van de in artikel III-2037 bedoelde doelstellingen op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel III-179, lid 28, vastgestelde globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
  • 2. 
    Rekening houdend met nationale gebruiken op het gebied van de verantwoordelijkheden van de sociale partners, beschouwen de lidstaten het bevorderen van de werkgelegenheid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren zij hun maatregelen op dit gebied binnen de Raad, overeenkomstig artikel III-2069.

  • 1. 
    De lidstaten en de Unie streven overeenkomstig deze afdeling naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor de werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de doelstellingen van artikel I-3 te bereiken.
     
  • 2. 
    1. De lidstaten beschouwen hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren dit beleid overeenkomstig het bepaalde in artikel III-70 in het kader van de Raad van Ministers.
     
  • 3. 
    De lidstaten en de Unie streven overeenkomstig deze [afdeling] naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de doelstellingen van [artikel _] van de Grondwet te bereiken.
     
  • 4. 
    1. De lidstaten beschouwen hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren het in het kader van de Raad, overeenkomstig het bepaalde in [artikel III-67].
     
  • 5. 
    De lidstaten en de Unie streven overeenkomstig deze afdeling naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor de werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de doelstellingen van artikel I-3 te bereiken.
     
  • 6. 
    1. De lidstaten beschouwen hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren dit beleid overeenkomstig het bepaalde in artikel III-70 in het kader van de Raad.
     
  • 7. 
    De lidstaten en de Unie streven overeenkomstig deze afdeling naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor de werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en van arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de in artikel I-3 genoemde doelstellingen te bereiken.
     
  • 8. 
    1. De lidstaten beschouwen hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren dit beleid in de Raad overeenkomstig artikel III-178.
     
  • 9. 
    1. De Europese Raad beziet jaarlijks de werkgelegenheidssituatie in de Unie en neemt ter zake conclusies aan, aan de hand van een gezamenlijk jaarverslag van de Raad en de Commissie.