Artikel III-79: Organisatie Europees Stelsel van Centrale Banken

    • Europese Conventie III (juli 2003)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel III - Intern beleid en optreden
    • Hoofdstuk II - Het economisch en monetair beleid
    • Afdeling 2 - Het monetair beleid
III-78
Artikel III-79
III-80
  • 1. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken.
  • 2. 
    De Europese Centrale Bank bezit rechtspersoonlijkheid.
  • 3. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
  • 4. 
    De statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken zijn opgenomen in het protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.
  • 5. 
    De artikelen 5.1, 5.2, 5.3, 17, 18, 19.1, 22, 23, 24, 26, 32.2, 32.3, 32.4, 32.6, 33.1 a en 36 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank kunnen bij Europese wet worden gewijzigd:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Europese Commissie na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank na raadpleging van de Europese Commissie.
  • 6. 
    De in de artikelen 4, 5.4, 19.2, 20, 28.1, 29.2, 30.4 en 34.3 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde maatregelen worden door de Raad van Ministers bij Europese verordening of besluit vastgesteld. De Raad van Ministers besluit na raadpleging van het Europees Parlement:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Europese Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Europese Commissie.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel III-76: Organisatie Europees Stelsel van Centrale Banken
  • 1. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken.
  • 2. 
    De Europese Centrale Bank bezit rechtspersoonlijkheid.
  • 3. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
  • 4. 
    De statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken zijn opgenomen in het protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.
  • 5. 
    De artikelen 5.1, 5.2, 5.3, 17, 18, 19.1, 22, 23, 24, 26, 32.2, 32.3, 32.4, 32.6, 33.1 a en 36 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken kunnen worden gewijzigd:
    • a) 
      hetzij bij Europese wet die na raadpleging van de Europese Centrale Bank wordt vastgesteld;
    • b) 
      hetzij bij Europese wet van de Raad die op aanbeveling van de Europese Centrale Bank wordt vastgesteld, na goedkeuring van het Europees Parlement en na raadpleging van de Commissie.
  • 6. 
    De in de artikelen 4, 5.4, 19.2, 20, 28.1, 29.2, 30.4 en 34.3 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Bank bedoelde maatregelen worden door de Raad vastgesteld. Hij besluit na raadpleging van het Europees Parlement:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.
2003
Artikel III-79: Organisatie Europees Stelsel van Centrale Banken
  • 1. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken.
  • 2. 
    De Europese Centrale Bank bezit rechtspersoonlijkheid.
  • 3. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
  • 4. 
    De statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken zijn opgenomen in het protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.
  • 5. 
    De artikelen 5.1, 5.2, 5.3, 17, 18, 19.1, 22, 23, 24, 26, 32.2, 32.3, 32.4, 32.6, 33.1 a en 36 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank kunnen bij Europese wet worden gewijzigd:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Europese Commissie na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank na raadpleging van de Europese Commissie.
  • 6. 
    De in de artikelen 4, 5.4, 19.2, 20, 28.1, 29.2, 30.4 en 34.3 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde maatregelen worden door de Raad van Ministers bij Europese verordening of besluit vastgesteld. De Raad van Ministers besluit na raadpleging van het Europees Parlement:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Europese Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Europese Commissie.
2003
Artikel III-79: Organisatie Europees Stelsel van Centrale Banken
  • 3. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
  • 4. 
    De statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken zijn opgenomen in het protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.
  • 5. 
    Artikel 5, leden 1, 2 en 3, de artikelen 17 en 18, artikel 19, lid 1, de artikelen 22, 23, 24 en 26, artikel 32, lid 2, artikel 33, lid1, punt a) en artikel 36 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank kunnen bij Europese wet worden gewijzigd:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Europese Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Europese Commissie.
  • 6. 
    De in de artikelen artikel 4, artikel 5, lid 4, artikel 19, lid 2, artikel 20, artikel 28, lid 1, artikel 29, lid 2, artikel 30, lid 4, en artikel 34, lid 3,van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde maatregelen worden door de Raad bij Europese verordening of besluit vastgesteld. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Europese Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Europese Commissie.
  • 7. 
    Artikel III-841, lid 1, en lid 2, onder a), van de Grondwet en de artikelen 10 tot en met 12 en artikel 43 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank kunnen worden gewijzigd bij wet van de Raad, die met eenparigheid van stemmen besluit, hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank, hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van het Europees Parlement en de Commissie. [*]

 

Toelichting PDC bij de ontbrekende leden 1 en 2

De werkgroep Juridische Deskundigen IGC heeft deze leden overgebracht naar Titel VI - De werking van de Unie (onderafdeling 5 bis - De Europese Centrale Bank).

Noot [*] PDC bij lid 7

Tijdens het ministerieel conclaaf in Napels is besloten om de mogelijkheid te openen de Europese Raad voor het Hof van Justitie te dagen, als deze nalaat een besluit te nemen (eerste alinea, document CIG 52/03).

Let op! Deze tekst is niet meer opgenomen in het slotdocument van het Italiaanse voorzitterschap (CIG 60/03).

2004
Artikel III-187: Organisatie Europees Stelsel van Centrale Banken
  • 1. 
    Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.
  • 2. 
    Het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken is opgenomen in het protocol tot vaststelling van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.
  • 3. 
    Artikel 5, leden 1, 2 en 32, de artikelen 17 en 18, artikel 19, lid 1, de artikelen 22, 23, 24 en 26, artikel 32, leden 2, 3, 4 en 6, artikel 33, lid 1, onder a), en artikel 363 van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank kunnen bij Europese wet worden gewijzigd:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.
  • 4. 
    De in artikel 44, artikel 5, lid 42, artikel 19, lid 25, artikel 206, artikel 28, lid 17, artikel 29, lid 28, artikel 30, lid 49, en artikel 34, lid 310, van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde maatregelen worden door de Raad bij Europese verordening of Europees besluit vastgesteld. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement:
    • a) 
      hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;
    • b) 
      hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.

  • 1. 
    Artikel III-84, over de organisatie van de Europese Centrale Bank, is door de Groep Juridische Deskundigen IGC verplaatst naar III-289bis (het institutionele deel van de Grondwet).
     
  • 2. 
    1. Teneinde de taken van het Europees Stelsel van Centrale Banken te kunnen vervullen, verzamelt de Europese Centrale Bank, bijgestaan door de nationale centrale banken, de benodigde statistische gegevens, hetzij bij de bevoegde nationale autoriteiten hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten. Hiertoe werkt zij samen met de instellingen, organen of instanties van de Unie en met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of van derde landen en met internationale organisaties.
     
  • 3. 
    1. De Raad van bestuur stelt op voorstel van de directie de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank vast.
     
  • 4. 
    Overeenkomstig artikel III-185, lid 4, van de Grondwet wordt de Europese Centrale Bank geraadpleegd:
     
  • 5. 
    1. Behoudens artikel 2 kan de Europese Centrale Bank eisen dat in de lidstaten gevestigde kredietinstellingen, met het oog op de doelstellingen van het monetair beleid, bij de Europese Centrale Bank en nationale centrale banken bepaalde minimumreserves aanhouden. De Raad van bestuur kan voorschriften omtrent de berekening en vaststelling van het vereiste bedrag vaststellen. Indien aan deze voorschriften niet wordt voldaan, is de Europese Centrale Bank gerechtigd boeterente te heffen en andere sancties met een vergelijkbaar effect op te leggen.
     
  • 6. 
    De Raad van bestuur kan, bij meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen, met inachtneming van artikel 2 besluiten tot het gebruik van alle andere door hem passend geachte instrumenten van monetair beleid.
     
  • 7. 
    1. Het kapitaal van de Europese Centrale Bank bedraagt 5 miljard euro. Het kapitaal kan in voorkomend geval worden verhoogd bij Europees besluit van de Raad van bestuur, die besluit met de gekwalificeerde meerderheid van stemmen die is voorgeschreven in artikel 10, lid 3, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Raad volgens de procedure van artikel 41 worden vastgesteld.
     
  • 8. 
    1. De verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank, die voor het eerst is vastgesteld in 1998, bij de oprichting van het Europees Stelsel van Centrale Banken, wordt vastgesteld door aan elke nationale centrale bank een weging in deze sleutel toe te kennen die gelijk is aan de som van:
     
  • 9. 
    1. Onverminderd artikel 28 wordt de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken tot een bedrag van 50 miljard euro gedoteerd met externe reserves, uitgezonderd valuta's van de lidstaten, euro's, reserveposities in het Internationaal Monetair Fonds en bijzondere trekkingsrechten. De Raad van bestuur besluit omtrent de door de Europese Centrale Bank op te roepen delen. De Europese Centrale Bank is ten volle gerechtigd om de aan haar overgedragen externe reserves aan te houden en te beheren en voor de in dit statuut omschreven doeleinden te gebruiken.
     
  • 10. 
    1. Overeenkomstig artikel III-190 van de Grondwet stelt de Europese Centrale Bank vast: