Artikel III-17: Aanpassing mededingingsregels in specifieke gevallen
Indien voorschriften, vastgesteld in de in de artikelen III-61 en III-342 genoemde gevallen, tot gevolg hebben dat de mededingingsverhoudingen in de interne markt worden verstoord, gaat de Europese Commissie samen met de betrokken lidstaat na onder welke voorwaarden deze voorschriften kunnen worden aangepast aan de in de Grondwet vastgestelde regels.
In afwijking van de procedure bepaald in de artikelen III-2653 en III-2664, kan de Europese Commissie of een lidstaat zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden, op grond dat een andere lidstaat misbruik maakt van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen III-61 en III-342. Het Hof van Justitie beslist achter gesloten deuren.
Indien bepalingen, vastgesteld in de in de [ex artikelen 2965 en 2976] genoemde gevallen, tot gevolg hebben dat de mededingingsverhoudingen in de interne markt worden vervalst, onderzoekt de Commissie samen met de betrokken lidstaat onder welke voorwaarden deze bepalingen kunnen worden aangepast aan de in de Grondwet vastgestelde regels.
In afwijking van de procedure bepaald in de [ex artikelen 2267 en 2278] kan de Commissie of een lidstaat zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden indien zij of hij meent dat een andere lidstaat misbruik maakt van de bevoegdheden bedoeld in de [ex artikelen 296 en 297]. Het Hof van Justitie beslist achter gesloten deuren.
Indien voorschriften, vastgesteld in de in de artikelen III-61 en III-342 genoemde gevallen, tot gevolg hebben dat de mededingingsverhoudingen in de interne markt worden verstoord, gaat de Europese Commissie samen met de betrokken lidstaat na onder welke voorwaarden deze voorschriften kunnen worden aangepast aan de in de Grondwet vastgestelde regels.
In afwijking van de procedure bepaald in de artikelen III-2653 en III-2664, kan de Europese Commissie of een lidstaat zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden, op grond dat een andere lidstaat misbruik maakt van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen III-61 en III-342. Het Hof van Justitie beslist achter gesloten deuren.
Indien voorschriften, vastgesteld in de in de artikelen III-169 en III-342 genoemde gevallen, tot gevolg hebben dat de mededingingsverhoudingen in de interne markt worden verstoord, gaat de Europese Commissie samen met de betrokken lidstaat na onder welke voorwaarden deze voorschriften kunnen worden aangepast aan de in de Grondwet vastgestelde regels.
In afwijking van de procedure bepaald in de artikelen III-26510 en III-26611, kan de Commissie of een lidstaat zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden, indien hij van oordeel is dat een andere lidstaat misbruik maakt van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen III-169 en III-342. Het Hof van Justitie beslist achter gesloten deuren.
Indien maatregelen die zijn genomen in de gevallen bedoeld in de artikelen III-13112 en III-43613 tot gevolg hebben dat de mededingingsverhoudingen in de interne markt worden vervalst, gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na onder welke voorwaarden die maatregelen kunnen worden aangepast aan de bij de Grondwet vastgestelde regels.
In afwijking van de procedure bepaald in de artikelen III-36014 en III-36115, kan de Commissie of iedere lidstaat zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden, indien de Commissie of de lidstaat van oordeel is dat een andere lidstaat misbruik maakt van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen III-13112 en III-43613. Het Hof van Justitie beslist met gesloten deuren.
- 1.Onverminderd de artikelen III-55, III-56 en III-136 en gezien de plaats die de diensten van algemeen economisch belang innemen als diensten waaraan eenieder in de Unie waarde hecht, alsook de rol die zij vervullen bij het bevorderen van sociale en territoriale samenhang van de Unie en de lidstaten, dragen de Unie en de lidstaten er overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van de Grondwet zorg voor, dat deze diensten functioneren op basis van beginselen en voorwaarden, met name economische en financiële, die hen in staat stellen hun taken te vervullen. Deze beginselen en voorwaarden worden bij Europese wet bepaald.
- 2.Zolang de beperkingen op het vrij verrichten van diensten niet zijn opgeheven, passen de lidstaten deze zonder onderscheid naar nationaliteit of naar verblijfplaats toe op al degenen die diensten verrichten als bedoeld in artikel III-29, eerste alinea.
- 3.1. Bij Europese wet kunnen gespecialiseerde rechtbanken worden ingesteld die worden toegevoegd aan de Rechtbank, en die in eerste aanleg kennis nemen van bepaalde categorieën van beroepen in specifieke aangelegenheden. De Europese wet wordt vastgesteld hetzij op voorstel van de Europese Commissie en na raadpleging van het Hof van Justitie, hetzij op verzoek van het Hof van Justitie en na raadpleging van de Commissie.
- 4.Indien de Europese Commissie van oordeel is dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na de lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
- 5.1. De Grondwet vormt geen beletsel voor de volgende regels:
- 6.De lidstaten plegen onderling overleg teneinde gezamenlijk de regelingen te treffen die noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de werking van de interne markt ongunstig wordt beïnvloed door de bepalingen waartoe een lidstaat zich genoopt kan voelen in geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord, in geval van oorlog of van een ernstige internationale spanning welke een oorlogsgevaar inhoudt, of om te voldoen aan de verplichtingen die hij met het oog op het behoud van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
- 7.Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat één van de krachtens de Grondwet op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na deze staat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
- 8.Ieder van de lidstaten kan zich wenden tot het Hof van Justitie, indien hij van mening is dat een andere lidstaat een van de krachtens de Grondwet op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.
- 9.De lidstaten plegen onderling overleg teneinde gezamenlijk het nodige te doen om te voorkomen dat de werking van de interne markt ongunstig wordt beïnvloed door regelingen waartoe een lidstaat zich genoopt kan voelen in geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord, in geval van oorlog of van ernstige internationale spanning welke een oorlogsgevaar inhoudt, of om te voldoen aan de verplichtingen die hij met het oog op het behoud van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
- 10.1. Bij Europese wet kunnen gespecialiseerde rechtbanken worden ingesteld die worden toegevoegd aan de Rechtbank, en die in eerste aanleg kennis nemen van bepaalde categorieën van beroepen in specifieke aangelegenheden. De wet wordt vastgesteld hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Hof van Justitie, hetzij op verzoek van het Hof van Justitie en na raadpleging van de Commissie.
- 11.Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na de lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
- 12.De lidstaten plegen onderling overleg teneinde gezamenlijk het nodige te doen om te voorkomen dat de werking van de interne markt ongunstig wordt beïnvloed door de maatregelen waartoe een lidstaat zich genoopt kan voelen in geval van ernstige binnenlandse onlusten die de openbare orde verstoren, in geval van oorlog of van ernstige internationale spanning welke oorlogsgevaar inhoudt, of om te voldoen aan de verplichtingen die hij met het oog op het behoud van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
- 13.1. De Grondwet vormt geen beletsel voor de volgende regels:
- 14.Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na de lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
- 15.Een lidstaat die van mening is dat een andere lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, kan zich tot het Hof van Justitie van de Europese Unie wenden.