Artikel II-44: Recht van petitie

    • Europese Conventie III (juli 2003)
    • Deel II: Het Handvest van Grondrechten van de Unie
    • Titel V - Burgerschap
II-43
Artikel II-44
II-45

Contents

  1. Ontwikkeling artikel
  2. Toelichting

Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten.

1.

Ontwikkeling artikel

1994
Artikel 20: Petitierecht

Eenieder heeft het recht zich schriftelijk met verzoeken of bezwaren tot de overheid te wenden, die hierop dient te antwoorden.

2003
Artikel II-44: Recht van petitie

Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten.

2.

Toelichting

Het in dit artikel gewaarborgde recht is het recht dat door de artikelen [I-81 en III-2312] van de Grondwet gewaarborgd is. Overeenkomstig artikel 52, lid 23, van het Handvest vindt het toepassing onder de bij deze twee artikelen gestelde voorwaarden.

2003
Artikel II-44: Recht van petitie

Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten.

2003
Artikel II-44: Recht van petitie

Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met zijn verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten.

Toelichting

Het in dit artikel gewaarborgde recht is het recht dat door de artikelen [84 en III-2365 van de Grondwet] gewaarborgd is. Overeenkomstig artikel 526, lid 2, van het Handvest vindt het toepassing onder de bij deze twee artikelen gestelde voorwaarden.

2004
Artikel II-104: Recht van petitie

Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten.


  • 1. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 2. 
    Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht om individueel of tezamen met andere burgers of personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem of haar rechtstreeks aangaat.
     
  • 3. 
    1. Beperkingen op de uitoefening van de in dit Handvest erkende rechten en vrijheden moeten bij wet worden gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen alleen beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen beantwoorden.
     
  • 4. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 5. 
    Overeenkomstig artikel I-8, lid 2, punt d), heeft iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met zijn verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat het recht om individueel of tezamen met andere personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem rechtstreeks aangaat.
     
  • 6. 
    1. Beperkingen op de uitoefening van de in dit Handvest erkende rechten en vrijheden moeten bij wet worden gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen alleen beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.