Artikel III-7: Actief en passief kiesrecht

    • Europese Conventie II (mei-juni 2003)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel II - Non-discriminatie en burgerschap
III-6
Artikel III-7
III-8

Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden voor elke burger van de Unie in de lidstaat waar hij verblijft nadere bepalingen vastgesteld betreffende de uitoefening van het in [artikel I-8]1 bedoelde actieve en passieve kiesrecht bij de gemeentelijke verkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement. Deze nadere regelingen kunnen voorzien in afwijkingen indien zulks gerechtvaardigd wordt door bijzondere problemen in een lidstaat.

Het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement wordt uitgeoefend onverminderd [artikel 190, lid 4,]2 en de ter uitvoering van het kiesrecht genomen maatregelen.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel III-7: Actief en passief kiesrecht

Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden voor elke burger van de Unie in de lidstaat waar hij verblijft nadere bepalingen vastgesteld betreffende de uitoefening van het in [artikel I-8]1 bedoelde actieve en passieve kiesrecht bij de gemeentelijke verkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement. Deze nadere regelingen kunnen voorzien in afwijkingen indien zulks gerechtvaardigd wordt door bijzondere problemen in een lidstaat.

Het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement wordt uitgeoefend onverminderd [artikel 190, lid 4,]2 en de ter uitvoering van het kiesrecht genomen maatregelen.

2003
Artikel III-10: Actief en passief kiesrecht

Bij Europese wet of kaderwet van de Raad van Ministers worden voor iedere burger van de Unie in de lidstaat waar hij verblijft en waarvan hij geen onderdaan is, nadere bepalingen vastgesteld betreffende de uitoefening van het in artikel I-83 bedoelde actieve en passieve kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement. Deze nadere regelingen kunnen voorzien in afwijkingen, indien zulks gerechtvaardigd wordt door bijzondere problemen in een lidstaat.

Het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement wordt uitgeoefend onverminderd artikel III-232, lid 22 en de maatregelen ter toepassing van het kiesrecht.

2003
Artikel III-10: Actief en passief kiesrecht

Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden voor iedere burger van de Unie in de lidstaat waar hij verblijft en waarvan hij geen onderdaan is, nadere bepalingen vastgesteld betreffende de uitoefening van het in de artikelen I-84, lid 2, onder b), bedoelde actieve en passieve kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement. Deze nadere regelingen kunnen voorzien in afwijkingen, indien zulks gerechtvaardigd wordt door bijzondere problemen in een lidstaat.

Het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement wordt uitgeoefend onverminderd artikel III-232, lid 15, en ter toepassing van het kiesrecht vastgestelde maatregelen.

2004
Artikel III-126: Actief en passief kiesrecht

Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden de nadere regelingen vastgesteld waaronder iedere burger van de Unie het in artikel I-10, lid 2, onder b)6, bedoelde actieve en passieve kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement kan uitoefenen in de lidstaat waar hij verblijf houdt, maar waarvan hij geen onderdaan is. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement. Deze nadere regelingen kunnen voorzien in afwijkingen, indien zulks gerechtvaardigd wordt door problemen die eigen zijn aan een lidstaat.

Het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement wordt uitgeoefend onverminderd artikel III-330, lid 17, en de voor de toepassing daarvan vastgestelde maatregelen.


  • 1. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 2. 
    1. (samenstelling van het Europees Parlement)
     
  • 3. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 4. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 5. 
    1. Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden de nodige maatregelen vastgesteld voor het houden van rechtstreekse algemene verkiezingen van de leden van het Europees Parlement volgens een in alle lidstaten gelijke procedure of volgens beginselen die alle lidstaten gemeen hebben.
     
  • 6. 
    1. Eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, is burger van de Unie. Het burgerschap van de Unie staat naast het nationale burgerschap en treedt niet in de plaats daarvan.
     
  • 7. 
    1. Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden de maatregelen vastgesteld die nodig zijn om de leden van het Europees Parlement te laten verkiezen door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen volgens een in alle lidstaten eenvormige procedure of volgens beginselen die alle lidstaten gemeen hebben.