Artikel III-67: Richtlijnen lidstaten
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-31, en in het kader van de in [artikel III-68, lid 2,] bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in [artikel III-66]2.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-31, en in het kader van de in [artikel III-68, lid 2,] bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in [artikel III-66]2.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-71, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in artikel III-69.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-71, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in III-69.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-33, en in het kader van de in artikel III-1794, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de in artikel III-1775 neergelegde beginselen.
- 1.1. De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
- 2.1. Teneinde de in artikel I-3 genoemde doelstellingen te bereiken, omvat het optreden van de lidstaten en de Unie, onder de voorwaarden en volgens het tijdschema waarin de Grondwet voorziet, de invoering van een economisch beleid dat gebaseerd is op de nauwe coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, op de interne markt en op de bepaling van gemeenschappelijke doelstellingen, en dat wordt gevoerd met inachtneming van het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging.
- 3.1. De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
- 4.1. De lidstaten beschouwen hun economisch beleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren dit beleid in de Raad overeenkomstig artikel III-178.
- 5.Voor de toepassing van artikel I-3 omvat het optreden van de lidstaten en de Unie, onder de bij de Grondwet bepaalde voorwaarden, de invoering van een economisch beleid dat gebaseerd is op nauwe coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, de interne markt en de bepaling van gemeenschappelijke doelstellingen, en dat wordt gevoerd met eerbieding van het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging.