Artikel III-60: Administratieve samenwerking en belastingfraude
Wanneer de Raad, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen constateert dat maatregelen inzake de vennootschapsbelastingen de administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude betreffen, stelt hij, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een wet of kaderwet houdende deze maatregelen vast, voorzover deze noodzakelijk zijn om de werking van de interne markt te verzekeren en concurrentieverstoringen te voorkomen.
De wet of kaderwet wordt na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité aangenomen.
Wanneer de Raad, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen constateert dat maatregelen inzake de vennootschapsbelastingen de administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude betreffen, stelt hij, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een wet of kaderwet houdende deze maatregelen vast, voorzover deze noodzakelijk zijn om de werking van de interne markt te verzekeren en concurrentieverstoringen te voorkomen.
De wet of kaderwet wordt na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité aangenomen.
Wanneer de Raad van Ministers met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Europese Commissie besluit dat maatregelen inzake de vennootschapsbelasting betrekking hebben op administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking, stelt hij deze maatregelen bij Europese wet of kaderwet met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vast, voorzover zij nodig zijn om de werking van de interne markt zeker te stellen en concurrentieverstoringen te voorkomen.
De wet of kaderwet wordt na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité aangenomen.
Artikel geschrapt [*]
Noot [*] bij artikel III-63:
De tekst van dit artikel luidde (document CIG 50/03):
Wanneer de Raad met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie besluit dat maatregelen inzake de vennootschapsbelasting betrekking hebben op administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking, stelt hij deze maatregelen bij wet of kaderwet met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vast, voorzover zij nodig zijn om de totstandbrenging of de werking van de interne markt zeker te stellen en concurrentieverstoringen te voorkomen.
De wet of kaderwet wordt na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité aangenomen.
In document CIG 80/04 (voorbereiding op de IGC-Raad van 14 juni 20041) is dit lid geschrapt. Bij de toelichting stond:
Het voorzitterschap is van oordeel dat in het kader van een evenwichtig algemeen akkoord waarbij alle delegaties blijk geven van enige flexibiliteit, artikel III-622 , lid 2, ook moet worden geschrapt
- 1.Tijdens deze Raad bereiden de ministers van Buitenlandse Zaken van alle EU-lidstaten de Europese Raad voor, waarin donderdag en vrijdag a.s. een beslissing wordt genomen over het al dan niet doorgaan van de Europese Grondwet. Dit is het twaalfde officiële overleg in het kader van de Intergouvernementele Conferentie.
- 2.1. De Raad stelt bij Europese wet of kaderwet maatregelen vast aangaande de harmonisatie van de wetgevingen inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie geboden is om de totstandbrenging of de werking van de interne markt zeker te stellen en concurrentieverstoringen te voorkomen. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité.