Artikel I-18: De instellingen van de Unie

    • Europese Conventie II (mei-juni 2003)
    • Deel I
    • Titel IV: De instellingen van de Unie
    • Hoofdstuk I: Institutioneel kader
I-17
Artikel I-18
I-19
  • 1. 
    De Unie beschikt over één enkel institutioneel kader dat ertoe strekt:
    • - 
      de doelstellingen van de Unie1 na te streven,
    • - 
      de waarden van de Unie2 te bevorderen,
    • - 
      de belangen van de Unie, van haar burgers en van haar lidstaten te dienen, en de samenhang, doeltreffendheid en de continuïteit van het beleid en van het optreden van de Unie gericht op het verwezenlijken van haar doelstellingen, te verzekeren.
  • 2. 
    Dit institutioneel kader omvat:

    Het Europees Parlement3,

    De Europese Raad4,

    De Raad van Ministers5,

    De Europese Commissie6,

    Het Hof van Justitie7

  • 3. 
    Elke instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de Grondwet zijn toegekend, volgens de procedures en de voorwaarden die daarin zijn omschreven. De instellingen werken onderling loyaal samen.
 

1.

Ontwikkeling artikel

1984
Artikel 8: Instellingen van de Unie

De aan de Unie opgedragen taken worden vervuld door haar instellingen en organen. De instellingen van de Unie zijn:

  • - 
    het Europese Parlement,
  • - 
    de Raad van de Unie,
  • - 
    de Commissie,
  • - 
    het Hof van Justitie,
  • - 
    de Europese Raad.

Toelichting

In de toelichting bij dit ontwerp-Verdrag becommentarieerde Spinelli de instellingen van de Unie als volgt:

  • 20. 
    De instellingen van de Unie zijn niet als doel op zich opgevat, maar als instrument om de Unie in staat te stellen bevoegdheden uit te oefenen die onontbeerlijk zijn om aan de gemeenschappelijke behoeften van de burgers en van de Europese samenleving in deze tijd te voldoen.
  • 21. 
    Deze behoeften zijn duidelijk omschreven, zowel in de interne doelstellingen van de Unie, waar de traditionele economische en sociale doelstellingen van de Gemeenschap gepaard gaan met het streven naar
    • - 
      volledige werkgelegenheid,
    • - 
      de afschaffing van de regionale onevenwichtigheden,
    • - 
      de milieubescherming, en
    • - 
      de noodzaak de Unie zodanig economisch te structureren dat zij het hoofd kan bieden aan economische veranderingen,

    alsook in haar naar buiten toe gerichte doelstellingen, waarbij talrijke aspecten van de internationaLe betrekkingen, ook op het gebied van politiek of veiligheid, de in de tekst overgenomen doelstellingen van economie en ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap vergezellen.

1994
Artikel 13: Instellingen
  • 1. 
    De instellingen van de Unie zijn:
    • - 
      het Europees Parlement;
    • - 
      de Europese Raad;
    • - 
      de Raad;
    • - 
      de Commissie;
    • - 
      het Hof van Justitie.
  • 2. 
    Specifieke, in de Grondwet vastgelegde taken worden uitgevoerd door:
    • - 
      het Comité van de Regio's;
    • - 
      de Europese Centrale Bank;
    • - 
      de Rekenkamer;
    • - 
      het Economisch en Sociaal Comité.
  • 3. 
    Onverminderd de bepalingen van de Verdragen kunnen bij organieke wet andere organen en instanties met rechtspersoonlijkheid worden ingesteld die specifieke taken krijgen toebedeeld. In genoemde wet worden tevens hun statuten vastgesteld, alsook de wijze waarop zij aan controle worden onderworpen.
2003
Artikel 14: De instellingen van de Unie
  • 1. 
    De Unie beschikt over één enkel institutioneel kader dat ertoe strekt:
    • - 
      de doelstellingen van de Unie na te streven,
    • - 
      de waarden van de Unie te bevorderen,
    • - 
      de belangen van de Unie, van haar burgers en van haar lidstaten te dienen,

    en de samenhang, de doeltreffendheid en de continuïteit van het beleid en van het optreden van de Unie gericht op het verwezenlijken van haar doelstellingen, te verzekeren.

  • 2. 
    Dit institutioneel kader omvat:

    Het Europees Parlement,

    De Europese Raad,

    De Raad van Ministers,

    De Europese Commissie,

    Het Hof van Justitie van de Europese Unie,

    De Europese Centrale Bank,

    De Rekenkamer.

  • 3. 
    Elke instelling treedt op binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de Grondwet zijn toegekend, conform de procedures en volgens de voorwaarden die daarin zijn omschreven. De instellingen werken onderling loyaal samen.

Voetnoot bij lid 3:

P.m.: in een ander deel van de Grondwet moet een zin met de volgende strekking worden opgenomen: "Bij de vervulling van hun taken steunen de instellingen op een open, doeltreffend en onafhankelijk Europees ambtenarenapparaat.".

2003
Artikel I-18: De instellingen van de Unie
  • 1. 
    De Unie beschikt over één enkel institutioneel kader dat ertoe strekt:
    • - 
      de doelstellingen van de Unie1 na te streven,
    • - 
      de waarden van de Unie2 te bevorderen,
    • - 
      de belangen van de Unie, van haar burgers en van haar lidstaten te dienen, en de samenhang, doeltreffendheid en de continuïteit van het beleid en van het optreden van de Unie gericht op het verwezenlijken van haar doelstellingen, te verzekeren.
  • 2. 
    Dit institutioneel kader omvat:

    Het Europees Parlement3,

    De Europese Raad4,

    De Raad van Ministers5,

    De Europese Commissie6,

    Het Hof van Justitie7

  • 3. 
    Elke instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de Grondwet zijn toegekend, volgens de procedures en de voorwaarden die daarin zijn omschreven. De instellingen werken onderling loyaal samen.
2003
Artikel I-18: De instellingen van de Unie
  • 1. 
    De Unie beschikt over één enkel institutioneel kader dat ertoe strekt:
    • - 
      de doelstellingen van de Unie8 na te streven,
    • - 
      de waarden van de Unie9 te bevorderen,
    • - 
      de belangen van de Unie, van haar burgers en van haar lidstaten te dienen, en de samenhang, doeltreffendheid en de continuïteit van het beleid en van het optreden van de Unie, dat gericht is op het verwezenlijken van haar doelstellingen, te verzekeren.
  • 2. 
    Dit institutioneel kader omvat:

    het Europees Parlement10,

    de Europese Raad11,

    de Raad van Ministers12,

    de Europese Commissie13,

    het Hof van Justitie14

  • 3. 
    Elke instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de Grondwet zijn toegekend, volgens de procedures en de voorwaarden die daarin zijn omschreven. De instellingen werken onderling loyaal samen.
2003
Artikel I-18: De instellingen van de Unie
  • 1. 
    De Unie beschikt over een institutioneel kader, dat ertoe strekt:
    • - 
      haar waarden15 te bevorderen,
    • - 
      haar doelstellingen16 na te streven,
    • - 
      haar belangen en de belangen van haar burgers en van haar lidstaten te dienen,
    • - 
      de samenhang, de doeltreffendheid en de continuïteit van haar beleid en haar optreden te verzekeren.
  • 2. 
    Dit institutioneel kader omvat:

    het Europees Parlement17,

    de Europese Raad18,

    de Raad van Ministers19, (hierna te noemen: de Raad)

    de Europese Commissie20, (hierna te noemen: de Commissie)

    het Hof van Justitie van de Europese Unie21.

  • 3. 
    Elke instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de Grondwet zijn toegekend en volgens de daarin bepaalde procedures en voorwaarden. De instellingen werken loyaal samen.
2004
Artikel I-19: De instellingen van de Unie
  • 1. 
    De Unie beschikt over een institutioneel kader, dat ertoe strekt:
    • - 
      haar waarden22 uit te dragen,
    • - 
      haar doelstellingen23 na te streven,
    • - 
      haar belangen en de belangen van haar burgers en van de lidstaten te dienen,
    • - 
      de samenhang, de doeltreffendheid en de continuïteit van haar beleid en haar optreden te verzekeren.

    Dit institutioneel kader omvat:

    • - 
      het Europees Parlement24,
    • - 
      de Europese Raad25,
    • - 
      de Raad van Ministers26, (hierna te noemen "de Raad"),
    • - 
      de Europese Commissie27, (hierna te noemen "de Commissie"),
    • - 
      het Hof van Justitie van de Europese Unie28.
  • 2. 
    Iedere instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar in de Grondwet zijn toegedeeld en volgens de daarin bepaalde procedures en voorwaarden. De instellingen werken loyaal samen.

  • 1. 
    1. De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
     
  • 2. 
    De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit en verbod van discriminatie.
     
  • 3. 
    1. Het Parlement oefent, samen met de Raad, de wetgevende- en de begrotingstaak uit, alsmede de politieke controle- en raadgevingstaken onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden. Het kiest de voorzitter van de Europese Commissie.
     
  • 4. 
    1. De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling noodzakelijke impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast.
     
  • 5. 
    1. De Raad van ministers oefent, samen met het Europees Parlement, de wetgevende taak en de begrotingstaak uit, alsmede beleidsbepalende en coördinerende taken onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden.
     
  • 6. 
    1. De Europese Commissie bevordert het algemene Europese belang en neemt daartoe passende initiatieven. Zij ziet toe op de toepassing van zowel de bepalingen van de Grondwet als de bepalingen die de Instellingen krachtens de Grondwet vaststellen. Zij oefent tevens coördinerende, uitvoerende en beheerstaken uit onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden.
     
  • 7. 
    1. Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet. Het Hof van Justitie omvat bovendien de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om effectieve rechtsbescherming op het gebied van het recht van de Unie te waarborgen.
     
  • 8. 
    1. De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
     
  • 9. 
    De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en verbod van discriminatie.
     
  • 10. 
    1. Het Parlement oefent, samen met de Raad van Ministers onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden de wetgevings- en de begrotingstaak uit, alsmede de politieke controle- en raadgevingstaken. Het Parlement kiest de voorzitter van de Europese Commissie.
     
  • 11. 
    1. De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling nodige impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast. Hij oefent geen wetgevingstaken uit.
     
  • 12. 
    1. De Raad van ministers oefent, samen met het Europees Parlement onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit, alsmede beleidsbepalende en coördinerende taken .
     
  • 13. 
    1. De Europese Commissie bevordert het Europese algemeen belang en neemt daartoe passende initiatieven. Zij ziet toe op de toepassing van zowel de bepalingen van de Grondwet als de bepalingen die de instellingen krachtens de Grondwet vaststellen. Onder de controle van het Hof van Justitie ziet zij toe op de toepassing van het recht van de Unie. Zij voert de begroting uit en beheert programma's. Zij oefent onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden tevens coördinatie-, uitvoerings- en beheerstaken uit. Zij draagt zorg voor de externe vertegenwoordiging van de Unie, behalve wat betreft het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en in andere in de Grondwet genoemde gevallen. Zij neemt de initiatieven tot de jaarlijkse en meerjarige programmering van de Unie met het oog op de totstandbrenging van interinstitutionele akkoorden.
     
  • 14. 
    1. Het Hof van Justitie omvat het Europees Hof van Justitie, de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. Het Hof verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.
     
  • 15. 
    De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
     
  • 16. 
    1. De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
     
  • 17. 
    1. Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevings- en de begrotingstaak uit. Het oefent onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden politieke controle- en raadgevingstaken uit. Het Parlement kiest de voorzitter van de Commissie.
     
  • 18. 
    1. De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling nodige impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast. Hij oefent geen wetgevingstaken uit.
     
  • 19. 
    1. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit. Hij oefent onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden beleidsbepalende en coördinerende taken uit.
     
  • 20. 
    1. De Commissie bevordert het algemeen belang van de Unie en neemt daartoe passende initiatieven. Zij ziet erop toe dat zowel de bepalingen van de Grondwet als de maatregelen die de instellingen krachtens de Grondwet vaststellen, worden toegepast.
     
  • 21. 
    1. Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat het Hof van Justitie, de Rechtbank van de Europese Unie en gespecialiseerde rechtbanken. Het Hof verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.
     
  • 22. 
    De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
     
  • 23. 
    1. De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
     
  • 24. 
    1. Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit. Het oefent onder de bij de Grondwet bepaalde voorwaarden politieke controle en adviserende taken uit. Het kiest de voorzitter van de Commissie.
     
  • 25. 
    1. De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Hij oefent geen wetgevingstaak uit.
     
  • 26. 
    1. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit. Hij oefent onder de bij de Grondwet bepaalde voorwaarden beleidsbepalende en coördinerende taken uit.
     
  • 27. 
    1. De Commissie bevordert het algemeen belang van de Unie en neemt daartoe passende initiatieven.
     
  • 28. 
    1. Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat het Hof van Justitie, het Gerecht en gespecialiseerde rechtbanken. Het verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Grondwet.