Lot Couzy hing aan zijden draad

Thursday, November 28 2002, 9:23

De positie van de bevelhebber van de landmacht, generaal Couzy, was in 1995 na de val van Srebrenica buitengewoon wankel. De toenmalige minister van Defensie Voorhoeve1 heeft zeer serieus overwogen hem te ontslaan. Voorhoeve zag echter op tegen de commotie die het ontslag zou geven en het juridisch gevecht dat ongetwijfeld op een ontslag zou volgen. Bovendien had hij Couzy nodig om de reorganisatie van de landstrijdkrachten af te ronden. Dit bleek gisteren tijdens de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.

Voorhoeve wist dat Couzy hem onvolledig had geïnformeerd: 'de generaal was zeer terughoudend in het melden van slecht nieuws', aldus de toenmalige minister van Defensie. Slecht nieuws was volgens Couzy niet goed voor het imago van een nieuwe landmacht zonder dienstplichtigen. Maar in een stevig gesprek gaf de bevelhebber dan toe fouten gemaakt te hebben en beloofde beterschap.

Was het nu onwil van de landmachttop de politieke leiding niet goed te informeren? Deze vraag stond gisteren tijdens de verhoren verder centraal. Van Kemenade2, die hier in 1998 een onderzoek naar leidde, hield voor de enquêtecommissie staande dat informatie niet doelbewust en moedwillig werd achtergehouden. Blom3 daarentegen, bleef volhouden dat er wel sprake van onwil was. Zowel Voorhoeve als zijn opvolger De Grave4, die gisteren ook gehoord werd, onderschreven deze laatste stelling.

bron: ANP

 

  • meer over de parlementaire enquête

  • 1. 
    Hoogleraar en wetenschapper, die in 1986 nogal verrassend Ed Nijpels opvolgde als fractieleider van de VVD. Was directeur van de Telders-stichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, en daarna hoogleraar internationale betrekkingen in Wageningen. Werd in 1982 Tweede Kamerlid en was aanvankelijk buitenland-woordvoerder. Lijsttrekker in 1989. Op hem bleef het stempel staan van een in de politiek verdwaalde professor. Streed met vicepremier De Korte om het leiderschap van de VVD. Werd op koninginnedag 1990 vervangen door Frits Bolkestein. Stapte daarna weer over naar de wetenschap, als directeur van Instituut Clingendael. Keerde in 1994 echter terug als minister van Defensie en kreeg daar te maken met het Srebenica-drama. Na zijn ministerschap Tweede Kamerlid en hoogleraar. Is nu staatsraad in buitengewone dienst. Zeer voorkomend en correct.
     
  • 2. 
    Invloedrijke katholieke socialist met grote werkkracht. Uiteenlopende wetenschappelijke, bestuurlijke en maatschappelijke activiteiten. Kwam als Nijmeegse hoogleraar onderwijs-sociologie als minister van Onderwijs in het kabinet-Den Uyl. Was daarin een creatieve maar ook veel bekritiseerde bewindsman. Ontvouwde plannen voor de zgn. Middenschool en stimuleerde als tweedekansonderwijs de moedermavo en de Open Universiteit. In de periode 1978-1981 Tweede Kamerlid en fractiesecretaris. In 1981 weer minister in het kabinet-Van Agt II. Was toen d  'kroonprins' van Joop den Uyl. Bracht later als Kamerlid een omvangrijke initiatiefwet tot stand over volwasseneneducatie. Na zijn 'Haagse' loopbaan universiteitsbestuurder, burgemeester van Eindhoven en Commissaris der Koningin in Noord-Holland.
     
  • 3. 
    Hans Blom is directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Het rappport van de hand van het NIOD over de val van de Bosnische enclave Srebrenica en de rol van Nederlandse VN-militairen daarbij was aanleiding voor de enqu te
     
  • 4. 
    Politiek talent van de VVD met een jongensachtige uitstraling, die na zijn succesvolle Kamerlidmaatschap wethouder, staatssecretaris en minister werd. Na functies in het bankwezen en het voorzitterschap van de JOVD werd hij in 1982   n van de jeugdige VVD-Tweede Kamerleden. Al spoedig stond hij bekend als een geduchte, spreekvaardige debater over fiscale zaken. In 1990 werd hij wethouder van financi n in Amsterdam. Was tevens een belangrijke wegbereider van paars, de samenwerking tussen VVD en PvdA. Na het aftreden van Linschoten staatssecretaris van Sociale Zaken en in het tweede kabinet-Kok minister van Defensie. Keerde in 2002 terug naar de Kamer als mediawoordvoerder. Kreeg vanaf 2004 leiding over organen in de gezondheidszorg, zoals de Zorgautoriteit.