Agricultural policy - Main contents
Het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) moet ervoor zorgen dat er genoeg voedsel wordt verbouwd op een duurzame manier. Daarnaast moeten consumenten voor redelijke prijzen landbouwproducten kunnen kopen en moeten boeren een behoorlijk inkomen hebben.
Landbouw is een belangrijk onderwerp voor de EU: bijna 40 procent van de begroting van de Europese Unie i wordt eraan besteed. Dit geld gaat vooral naar subsidies. Hierdoor heeft de EU veel invloed op het Europese landbouwbeleid.
Het huidige landbouwbeleid richt zich op inkomenssteun voor boeren, marktregulering en plattelandsontwikkeling. Inmiddels is de discussie over het landbouwbeleid na 2020 in volle gang. Binnen het landbouwbeleid moeten boeren rekening houden met verschillende belangen, zoals de voedselveiligheid, het behoud van het platteland, milieu, de leefomstandigheden van dieren en eerlijke handel met landen buiten de EU. De Europese Commissie i heeft al voorgesteld de subsidies voor het landbouwbeleid te korten met ongeveer vijf procent. Of dat ook werkelijk gaat gebeuren, bepalen de lidstaten. In mei 2020 heeft Commissie-Von der Leyen i een Farm to Fork-strategie en een biodiversiteitsstrategie gepresenteerd in het kader van de Green Deal i. Met deze strategieën moet de Europese landbouw worden verduurzaamd en biodiversiteit worden behouden.
Het huidige landbouwbeleid (2014-2020)
Het huidige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bestaat uit twee onderdelen: landbouwsubsidies en subsidies gericht op plattelandsontwikkeling. Deze onderdelen zijn gericht op drie zaken; inkomenssteun voor de boeren, marktregulering en plattelandsontwikkeling. Met dit landbouwbeleid wil de Commissie het beleid groener, eerlijker, efficiënter, en effectiever maken.
De toekomst van het landbouwbeleid
Inmiddels is de discussie over het landbouwbeleid na 2020 losgebarsten. De Europese Commissie heeft voorgesteld om de begroting van het GLB voor de periode 2021-2027 met ongeveer 5 procent te verlagen. Die verlaging is gedeeltelijk een gevolg van Brexit i. Daarnaast wordt de inkomenssteun teruggeschroefd tot maximaal een ton per bedrijf, zodat naar verhouding kleinere bedrijven en jonge boeren meer gaan profiteren en de verdeling van het geld eerlijker wordt, aldus EU-landbouwcommissaris Phil Hogan i.
In mei 2019 heeft de Raad Landbouw en Visserij de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2020 besproken. Hier kwam uit dat lidstaten meer zeggenschap gaan krijgen in het vormgeven van hun nationale beleid wat betreft landbouw. Maar hiermee krijgen de lidstaten ook meer verantwoordelijkheid. Zo moet landbouw ook bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen van de EU. Er komt na 2020 dan ook extra aandacht voor de samenwerking van landbouw GLB met andere beleidsterreinen, zoals duurzame ontwikkeling.
Op het gebied van marktregulering kwamen de Raad en het EP eind 2018 overeen dat kleinere bedrijven extra bescherming krijgen tegen de grote marktpartijen zoals supermarktketens of grote productiebedrijven. Contracten en opdrachten mogen niet op het laatste moment worden ingetrokken, en leveringsvoorwaarden mogen niet eenzijdig worden aangepast.
Beginjaren
Het landbouwbeleid gaat terug tot de jaren '50 van de vorige eeuw. Aanleiding waren de voedseltekorten tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. De Europese Unie moest zichzelf kunnen voorzien van voedsel en zo min mogelijk afhankelijk zijn van de import uit andere landen. Daarom werd het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid opgericht. De Nederlandse eurocommissaris Sicco Mansholt i was een van de grondleggers van dit beleid.
Door het beleid werden interne handelsbarrières opgeheven. Er kwam een systeem dat agrariërs een minimumprijs en afzet van producten garandeerde. Het gebruik van productieverhogende technieken en bedrijfsontwikkeling kon vaak rekenen op subsidies. Dit leidde tot een enorme stijging van de productie ongeacht of er vraag naar was. Dit maakte het landbouwbeleid erg duur.
Crisisjaren
Door de subsidies bleef de voedselprijs laag en hadden de boeren voldoende inkomsten. Hierdoor ontstonden grote overschotten van onder andere boter (boterbergen), melk (melkplassen), wijn (wijnzee) en graan.
Deze overschotten werden vervolgens goedkoop gedumpt op de wereldmarkt. De Nederlandse boeren hadden daar geen last van, omdat zij gesubsidieerd werden. Derdewereldlanden konden met hun prijzen echter niet op tegen deze gesubsidieerde producten uit de EU. Dit leidde tot oneerlijke concurrentie.
Ook konden in de steeds intensievere landbouw dierziekten gemakkelijker om zich heen grijpen, waardoor mensen zich afvroegen of hun voedsel nog wel veilig was.
Hervormingen in 1992
De zogenaamde MacSharry-hervormingen, vernoemd naar de toenmalige eurocommissaris van Landbouw, waren gericht op het oplossen van bovenstaande problemen. Waar de subsidies vanuit het GLB eerst waren gericht op de productie, zorgden de hervormingen ervoor dat de hoeveelheid subsidie die een boer kreeg afhankelijk werd van de hoeveelheid land die een boer bezat. Zo werd de prikkel om veel te produceren weggehaald.
Ook werd een voorwaarde gesteld aan de subsidies vanuit het GLB. Grote boerenbedrijven waren verplicht om een deel van hun land niet in gebruik te nemen als ze in aanmerking wilden komen voor de inkomenssteun. Dit zorgde allemaal voor een terugdringing van de overschotten.
Agenda 2000
De Agenda 2000-hervormingen legden de basis voor de complete ontkoppeling van de prijsafhankelijke steun. Verder werd er met deze hervormingen ook meer aandacht voor het milieu geïntroduceerd. Later, in 2003, werd de inkomenssteun zelfs afhankelijk gemaakt van de mate waarin boeren zich houden aan de standaarden voor voedselveiligheid, milieubescherming en dierenwelzijn.
Evaluatie in 2008
In 2008 werd het GLB opnieuw grondig geëvalueerd. Naar aanleiding van die evaluatie werd de verplichting om grond braak te leggen afgeschaft. Ook werd er een vangnet gecreeërd voor boeren, zodat ze bij economische neergang niet te zwaar geraakt worden. Daarnaast kwamen de ministers van Landbouw van de Europese Unie overeen dat directe betalingen aan boeren teruggebracht moesten worden en dat dat geld naar het fonds voor plattelandsontwikkeling moest.
De maatregelen die naar aanleiding van de evaluatie werden genomen, moesten ervoor zorgen dat het GLB meer ging doen aan watermanagement en tegen klimaatverandering. Afgezien daarvan moest de biodiversiteit en de productie van groene energie verbeterd worden door het geld dat werd gestopt in het fonds voor plattelandsontwikkeling.
Lees meer
Bron |
Taal |
Soort Informatie |
---|---|---|
Europese Unie |
NL |
Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie, de Raad van Ministers i en het Europees Parlement een rol.
De voedselveiligheid en daarmee samenhangend het bestrijden van epidemieën als de varkenspest of de gekkekoeienziekte valt onder het beleid voedselveiligheid i. Een deel van de structurele economische ontwikkeling van het platteland valt onder het regionaal beleid i.
Europees Orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Europese Commissie |
|
Parlementaire commissie Europees Parlement |
parlementaire commissie Landbouw en Plattelandsontwikkeling i |
Nederlands lid commissie Europees Parlement |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Raad van de Europese Unie |
|
Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers |
Carola Schouten i (ChristenUnie), minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Invloed nationale parlementen
Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden i.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit i |
Eerste Kamer |
Betrokken bij uitvoering
Betrokken instantie EU/internationaal |
Verantwoordelijke |
---|---|
Agentschap |
|
Agentschap |
|
Directoraat-Generaal |
Het Europese landbouwbeleid vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) i:
-
-landbouwbeleid: derde deel VwEU titel III (artikelen 38 t/m 44)
-
-dierenwelzijn: eerste deel VwEU titel II art. 13 i
-
-producten waar het landbouwbeleid voor geldt: VwEU bijlage 1
Europese Unie
Algemeen overzicht EU
Factsheet Europees Parlement
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het Verdrag van Lissabon
- Financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
- De instrumenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de hervorming ervan
- Eerste pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid I: De gemeenschappelijke marktordening
- Eerste pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid II: Rechtstreekse steun aan bedrijven
- Tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid: Beleid voor plattelandsontwikkeling
- Externe aspecten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid: De landbouwovereenkomst van de WTO
- De Doha-ronde en landbouw
- Naar een gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de periode na 2020
- Het gemeenschappelijk landbouwbeleid in cijfers
- De Europese Unie en bossen
Wetgevingsoverzicht
Statistieken Eurostat