Stemmen op een overleden Kamerlid
Een heel enkele keer komt het voor dat een Kamerlid in verkiezingstijd overlijdt. Dit was bijvoorbeeld het geval in 2002, toen Pim Fortuyn1 negen dagen voor de Tweede Kamerverkiezingen2 werd doodgeschoten. In de Kieswet staat een bepaling over wat er moet gebeuren als een gekozen kandidaat is overleden.
Het gaat om artikel P 18a van de Kieswet:
"Indien een gekozen kandidaat is overleden, wordt deze bij de toepassing van deze paragraaf buiten beschouwing gelaten."
Kiezers konden na zijn overlijden dus nog steeds op Pim Fortuyn stemmen. Deze stemmen kwamen gewoon bij zijn partij de Lijst Pim Fortuyn3 (LPF) terecht. Meer stemmen voor Pim Fortuyn kon de LPF ook na zijn overlijden meer Tweede Kamerzetels opleveren.
Er had een probleem kunnen ontstaan als de LPF zoveel stemmen had gekregen, dat de partij in aanmerking kwam voor een groter aantal zetels dan er kandidaten op de lijst stonden. In totaal stonden er per kieskring4 (inclusief Pim Fortuyn) steeds 30 kandidaten op de Lijst Pim Fortuyn. Omdat er in Nederland 19 kieskringen zijn, en de LPF niet in iedere kieskring met precies dezelfde kandidatenlijst aan de verkiezingen meedeed, deden er in totaal (inclusief Pim Fortuyn) geen 30 maar 50 kandidaten namens de LPF mee aan de verkiezingen.
Na het overlijden van Pim Fortuyn had de LPF in totaal dus 49 beschikbare kandidaten over. Als de Lijst Pim Fortuyn meer zetels had behaald dan met de beschikbare 49 kandidaten konden worden bezet, was artikel P 10 van de Kieswet van toepassing. Dit artikel luidt:
"Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op één of meer van de overige lijsten, waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen."
De Lijst Pim Fortuyn kon bij de verkiezingen dus maximaal 49 Tweede-Kamerzetels toegewezen krijgen. Had de partij vijftig zetels of meer behaald, dan zouden die zetels verdeeld worden over de overige deelnemende partijen volgens het systeem voor de verdeling van restzetels5.
Meer over
- 1.Voormalige hoogleraar en columnist die in 2001 op stormachtige wijze de politiek betrad en die op een onconventionele wijze politiek bedreef. Hedonistische, flamboyante, enigszins dandy-achtige man, die omstreden uitspraken niet schuwde, maar daarom ook fel werd bestreden. Had een grote geldingsdrang, die hem ertoe bracht de politiek in te gaan. Werd in 2001 gekozen tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Zeer succesvol bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Na een conflict met Leefbaar Nederland kwam hij met een eigen lijst, de Lijst Pim Fortuyn. Fel bestrijder van het 'paarse kabinet' en het 'poldermodel'. Leek af te stevenen op een grote verkiezingswinst en had ambitie om minister-president te worden. Werd kort voor de verkiezingen vermoord; een moord die de gehele politiek schokte.
- 2.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
- 3.De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
- 4.Voor de Tweede Kamerverkiezingen is Nederland verdeeld in 20 kieskringen. Ze hebben een administratieve functie bij de organisatie van landelijke verkiezingen en bestaan sinds in 1917 de evenredige vertegenwoordiging werd ingevoerd. In 2012 is Bonaire (bestaande uit de Bonaire, Sint Eustatius en Saba) als twintigste kieskring toegevoegd.
- 5.Nadat de stembussen zijn afgesloten, worden de stemmen geteld. Aan de hand van het behaalde aantal stemmen per lijst, worden de beschikbare zetels verdeeld. Per lijst worden de behaalde zetels aan de kandidaten toegekend. De kiesdeler, het aantal stemmen gedeeld door het aantal beschikbare zetels, bepaalt hoeveel stemmen nodig zijn om een zetel te behalen. Vervolgens worden de restzetels verdeeld.
- 6.Alle Nederlandse staatsburgers van 18 jaar en ouder hebben stemrecht bij verkiezingen en referenda, tenzij bij rechterlijk vonnis het kiesrecht is ontzegd. Men kan stemmen voor: