Mr. J.A.N. Patijn

Foto Mr. J.A.N. Patijn
Source: Parlement.com.

Steile regent die onder Colijn1 enige jaren minister van Buitenlandse Zaken was. Behoorde tot een politiek-bestuurlijke dynastie; zijn vader was Commissaris van de Koningin, een broer was Tweede Kamerlid. Begon zijn loopbaan in de diplomatie en werd daarna ambtenaar onder Talma2 en burgemeester van Leeuwarden en Den Haag. In 1931 gezant in het Italië van Mussolini, die hij bewonderde, en in 1936 in Brussel. Trad als minister van Buitenlandse Zaken erg solistisch op en had weinig respect voor het parlement. Bewonderde Colijn zeer en gold - overigens ten onrechte - als diens 'marionet'. Kunstzinnig man, liefhebber van letteren en muziek; tamelijk eigenzinnig en autoritair.

partijloze liberaal
functie(s) in de periode 1937-1939: minister, burgemeester van 's-Gravenhage

Contents

  1. Personal data
  2. Main functions and occupations
  3. Other positions
  4. Education
  5. Activities
  6. Miscellaneous
  7. Publications
  8. Family
  9. Extended version

1.

Personal data

Surnames
Jacob Adriaan Nicolaas

Place and date of birth
Rotterdam, 9 February 1873

Place and date of death
's-Gravenhage, 13 July 1961

2.

Main functions and occupations

  • - 
    burgemeester van Leeuwarden, from 1 October 1911 until 30 September 1918
  • - 
    burgemeester van 's-Gravenhage, from 30 September 1918 until 1 October 1930 (benoemd bij K.B. van 24 september 1918)
  • - 
    buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Rome, from 21 February 1931 until 15 August 1936
  • - 
    buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Brussel, from 15 August 1936 until 1 October 1937
  • - 
    minister van Buitenlandse Zaken, from 4 October 1937 until 10 August 1939 (benoemd bij K.B. van 10 september 1937)
  • - 
    ambteloos, from August 1939

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

3.

Other positions

  • - 
    adjunct-rijkscommissaris Maatschappij tot Exploitatie der Staatsspoorwegen, around 1915
  • - 
    adjunct-rijkscommissaris H.IJ.S.M. (Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij), around 1915
  • - 
    lid Commissie van Toezicht Koninklijk Conservatorium voor muziek te 's-Gravenhage, from 1918
  • - 
    voorzitter Zuiveringsadviescommissie, from April 1945 until 1950

Honorary positions
lid erecomité nationale en internationale zangwedstrijd "Liedertafel Crescendo" te 's-Gravenhage, 1928

4.

Education

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

5.

Activities

Policy-making activities as minister
  • - 
    Zette zich als minister in voor verbetering van de relatie met het Italië van Mussolini. Stemde in 1938 in met de Italiaanse eis om in de geloofsbrieven van de Nederlandse gezant in Rome ook de titel keizer van Ethiopië op te nemen, waarmee de Italiaanse bezetting van dat land feitelijk werd erkend.

6.

Miscellaneous

algemeen
  • - 
    Weigerde in 1926 een formatie-opdracht
  • - 
    Riep als burgemeester van Den Haag na de mislukte revolutiepoging van Troelstra in november 1918 op tot een pro-Oranje-demonstratie
  • - 
    Stemde in 1937 pas in tweede instantie toe om minister van Buitenlandse Zaken te worden en werd dat pas per 4 oktober.

Private life
  • - 
    Was eind jaren dertig sympatisant van de Oxford-beweging (morele herbewapening)
  • - 
    Zijn beide echtgenotes waren nichten van elkaar

Anecdotes and citations
  • - 
    Als burgemeester van Den Haag die, volgens wethouder Drees, zelf in het groen woonde, wilde hij in februari 1923 het met moeite bevochten raadsbesluit voor de aanleg van het Zuiderpark voordragen voor schorsing door de Kroon, omdat de uitgave onverantwoord zou zijn en niet in het algemeen belang. Door het overlijden van zijn vrouw verspeelde hij de daarvoor geldende termijn, waardoor het raadsbesluit onherroepelijk werd.

7.

Publications

Publications
  • - 
    A.E. Kersten, "Patijn, Jacob Adriaan Nicolaas (1873-1961)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 452
  • - 
    H.A.M. Klemann, "Colijns marionet op het Plein", in: D. Hellema e.a. (red.), "De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken in de twintigste eeuw" (1999)
  • - 
    Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
  • - 
    Wie is dat? 1938
  • - 
    Ned. Patriciaat, 1964

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

8.

Family

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

9.

Extended version

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


  • 1. 
    Antirevolutionair staatsman, die zijn loopbaan als officier in de binnenlanden van Indië begon. Korte tijd Tweede Kamerlid en als jong minister van Oorlog succesvol. Daarna directeur van een olieconcern. Zeer vermogend. In 1920 opvolger van Kuyper als leider van de ARP. Voerde in 1923-1926 als minister van Financiën een streng bezuinigingsbeleid. Tijdens de crisis van de jaren dertig minister-president. Predikte een beleid van aanpassing, waarbij salarissen en uitkeringen werden verlaagd. Hoffelijk in de omgang. Had ook internationaal goede contacten en gezag. Charismatisch spreker en krachtige persoonlijkheid, die zich het liefst met hoofdlijnen bezighield, maar zichzelf ook wel overschatte. Tamelijk opportunistisch en hard. Riep bij tegenstanders nogal wat weerstanden op. Reageerde soms impulsief, zoals in mei 1940 toen hij langdurige Duitse heerschappij leek te aanvaarden. Stierf in Duitse ballingschap.
     
  • 2. 
    Als minister in het kabinet-Heemskerk één van de grondleggers van de sociale wetgeving in Nederland. Sociaal voelende predikant die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1901 Troelstra versloeg in het district Tietjerksteradeel. Grote stevig gebouwde man met een jeugdig aanzien en een rustige spreektrant zonder preektoon (al vonden sommigen hem een 'langspreker'). Werd bij het totstandbrengen van zijn wetgeving vooral tegengewerkt door conservatieve geloofsgenoten in ARP en CHU. Bracht wel de Invaliditeits- en ouderdomswet en de Ziektewet tot stand, maar deze werden pas na enkele jaren ingevoerd. Harde werker, die zowel onder de zwaarte van het ambt als onder de tegenwerking bij zijn wetgevende arbeid leed. Werd na zijn ministerschap weer predikant, maar overleed al na enkele jaren.