Mr. P.W.A. Cort van der Linden - Main contents
Kleine, statige en beheerste geleerde, die door zijn premierschap tijdens de Eerste Wereldoorlog één van de belangrijkste staatsmannen van de twintigste eeuw werd. Progressief denkende Groningse jurist en hoogleraar. Zoon van een Tweede Kamerlid en zelf enige tijd plaatsvervangend griffier. Liberaal, maar geen partijman. Bracht als minister van Justitie in het kabinet-Pierson i (1897-1901) belangrijke wetgeving tot stand onder andere over kinderrecht. Zijn kabinet bracht de Grondwetsherziening van 1917 tot stand, waarbij het algemeen mannenkiesrecht, de evenredige vertegenwoordiging en de financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs werden geregeld. Stond als premier boven de partijen en had zeer veel gezag. Kreeg vanwege zijn wijze beleid tijdens de Eerste Wereldoorlog nog tijdens zijn ministerschap de titel 'minister van staat i'. Was na 1918 tot op hoge leeftijd staatsraad.
Liberaal, maar partijloos
functie(s) in de periode 1897-1935: minister, minister-president, lid Raad van State
Contents
Pieter Wilhelm Adriaan
Changes in name or title
P.W.A.C. van der Linden (Pieter Wilhelm Adriaan Cort) (voegde Cort, de naam van zijn overgrootmoeder, bij zijn achternaam)
Place and date of birth
's-Gravenhage, 14 May 1846
Place and date of death
's-Gravenhage, 15 July 1935 Party/Movement
liberaal
-
-advocaat te 's-Gravenhage, from 1869 until 1879
-
-commies-griffier Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 2 April 1878 until 15 November 1881
-
-hoogleraar staatshuishoudkunde, statistiek, Encyclopedie van het Recht en de staatkundige geschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen, from November 1881 until 1 June 1891
-
-hoogleraar staatshuishoudkunde en statistiek, Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, from 1 June 1891 until 16 September 1896 (benoemd 11 maart 1891)
-
-raadadviseur ministerie van Justitie, from 1 May 1896 until 27 July 1897
-
-minister van Justitie, from 27 July 1897 until 1 August 1901
-
-ambteloos, from 1 August 1901 until 1 November 1902
-
-lid Raad van State, from 4 November 1902 until 29 August 1913 (benoemd bij K.B. van 20 oktober 1902)
-
-minister van Binnenlandse Zaken, from 29 August 1913 until 9 September 1918
-
-minister van Buitenlandse Zaken ad interim, from 29 August 1913 until 27 September 1913 (in afwachting van de komst van jhr. J. Loudon)
-
-voorzitter van de ministerraad, from 30 August 1913 until 9 September 1918 (formeel tijdelijk)
-
-lid Raad van State, from 8 October 1918 until 1 January 1935 (benoemd bij K.B. van 29 september 1918)
Formal job title
-
-minister van staat, from 28 January 1915 until 15 July 1935
cabinet formation
-
-(in)formateur, from 17 March 1907 until 21 March 1907 (tijdens crisis in kabinet-De Meester)
-
-kabinetsformateur, from 2 August 1913 until 28 August 1913
-
-tweede luitenant dienstdoende schutterij te 's-Gravenhage, from 1870 until 1875
-
-lid commissie van toezicht op het lager onderwijs te Groningen, from 1883
-
-lid commissie van administratie over de gevangenissen te Groningen, around 1884
-
-lid/ondervoorzitter Staatscommissie inzake de toestand van de landbouw (Staatscommissie-Sickesz), from 12 September 1886 until 4 June 1890
-
-lid Gezondheidscommissie te Amsterdam, from 1892 until 1897
-
-adviserend lid Nederlands Landbouwcomité, from 1893 until 1897
-
-lid Raad van Toezicht Rijkspostspaarbank, until 1897
-
-lid redactie tijdschrift "De Gids", from 1894 until 1896
-
-regent Oude Mannenhuis (Stichting Van Beyeren) in de Molstraat te 's-Gravenhage, until October 1931
-
-lid curatorium Thorbecke-Stichting, from 1900
-
-buitengewoon lid Centrale Gezondheidsraad, from 1901 until 1902
-
-lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-De Beaufort), from 2 May 1910 until 15 May 1912
-
-lid Permanent Hof van Arbitrage, from 1918 until 1932
-
-lid en voorzitter bestuur Carnegie-Stichting, from 1923 until 1 January 1935
Derived functions
-
-lid afdeling Binnenlandse Zaken (Raad van State)
-
-lid afdeling Buitenlandse Zaken (Raad van State)
-
-lid afdeling Waterstaat, Handel en Nijverheid (Raad van State)
-
-lid afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (Raad van State)
-
-lid afdeling Waterstaat (Raad van State)
-
-lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)
-
-middelbare school te 's-Gravenhage
Academic education
-
-Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie), Hogeschool te Leiden, from 21 September 1864 until 8 May 1869
-
-Leidde het kabinet tijdens de Eerste Wereldoorlog en kreeg veel lof voor de wijze waarop zijn kabinet de Nederlandse neutraliteit wist te bewaren
-
-Legde op 4 april 1916 in een besloten vergadering van de Tweede Kamer een verklaring af over door Duitsland gestelde eisen over handhaving van de Nederlandse neutraliteit met het oog op een mogelijke Engelse landing op de linker Scheldeoever. Naar aanleiding hiervan waren de militaire verloven ingetrokken. Aansluitend aan de besloten vergadering werd een korte verklaring in het openbaar afgelegd.
-
-Legde op 20 december 1916 in een besloten vergadering van de Tweede Kamer een verklaring af over het afzien van versoepeling van de verlofregeling vanwege Duitse troepenconcentratie aan de oostgrens en de vrees voor een Britse tegenreactie
Policy-making activities as minister
-
-Een door hem in 1898 ingediend wetsvoorstel over onderzoek van het vaderschap bij buitenechtelijk geboren kinderen werd niet afgehandeld.
-
-Stelde in 1913 Staatscommissies in met betrekking tot de subsidiëring van het bijzonder onderwijs (Staatscommissie-Bos) en inzake de evenredige vertegenwoordiging (Staatscommissie-Oppenheim)
-
-Diende in 1915 de ontwerp-Wet tot regeling van het vakonderwijs in. De resulteerde in 1919 tot de Nijverheidsonderwijswet van minister De Visser.
-
-Legde op 22 maart 1918 als minister van Buitenlandse Zaken ad interim in de Tweede Kamer een verklaring af over de inbeslagname van in havens van de VS liggende Nederlandse schepen. Tekende daar krachtig protest tegen aan.
-
-Belangrijkste benoemingen tijdens zijn ministerschap (1913-1918): Van Leeuwen (lib., vicepresident Raad van State), J.T. Linthorst Homan (lib., Commissaris der Koningin in Drenthe), jhr. E. Tjarda van Starkenborch Stachouwer (Commissaris der Koningin in Groningen), jhr. Ch.J.M. Ruijs de Beerenbrouck (rk, Commissaris der Koningin in Limburg), A. baron Röell (lib., Commissaris der Koningin in Noord-Holland), F.A.C. graaf van Lynden van Sandenburg (arp, Commissaris der Koningin in Utrecht), J.P. Fockema Andreae (lib., burgemeester van Utrecht), J.W.C. Tellegen (vdb, burgemeester van Amsterdam)
Legislative activities as minister
-
-Bracht in 1899 samen met Eland en Goeman Borgesius de Oorlogswet 1899 (uitvoering artikel 187 der Grondwet) tot stand. Deze regelt de staat van oorlog en de staat van beleg. Bij de staat van beleg krijgt de opperbevelhebber verregaande bevoegdheden om in te grijpen in het maatschappelijk leven, bijvoorbeeld t.a.v. de vrijheid van meningsuiting, de distributie en de inrichting van en rond militaire versterkingen.
-
-Bracht in 1901 de zgn. Kinderwetgeving tot stand. In het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht werden bepalingen opgenomen over de ontzetting van ouders uit de ouderlijke macht, over kinderbescherming, de instelling van voogdijraden, over straffen en strafrechtpleging van jeugdigen, en over verlaging leeftijd van meerderjarigheid naar 21 jaar. Ter bescherming van het kind tegen ernstige verwaarlozing kunnen ouders voortaan (tijdelijk) uit de ouderlijk macht ontzet worden. Er komt op kinderen toegesneden jeugdrechtspraak, waarbij vooral zedelijke verbetering centraal staat.
-
-Bracht in 1901 samen met Lely de Ongevallenwet tot stand. Door deze wet konden arbeiders en werkgevers zich gezamenlijk verzekeren tegen ongevallen. De werkgevers konden daartoe onder toezicht van de Rijksverzekeringsbank bedrijfsverenigingen oprichten of de verzekering overdragen op een particuliere maatschappij. Een eerste voorstel werd in 1900 door de Eerste Kamer verworpen vanwege het in de ogen van de meerderheid te centralistische karakter van de uitvoeringsorganisatie.
-
-Bracht in 1901 samen met Goeman Borgesius de Woningwet tot stand. Deze wet bevat bepalingen over de eisen die gemeenten moeten stellen aan het bouwen en herbouwen van woningen, en aan behoorlijke bewoning. Door aanvulling van de Onteigeningswet kunnen in het belang der volkshuisvesting onteigeningen plaatsvinden. De gemeenteraad kan bouwen verbieden op grond bestemd voor aanleg van straten. Er kwam een wettelijke basis voor woningbouwverenigingen.
-
-Bracht in 1913 een wet tot vereniging van Ambt- en Stad-Almelo tot stand
-
-Bracht in 1913 een wet tot stand over de indeling van Hoek van Holland bij de gemeente Rotterdam in plaats van bij de gemeente 's-Gravenzande
-
-Had een groot aandeel in de uiteindelijke totstandkoming van de Grondwetsherziening in 1917. Deze grondwetsherziening leidde tot de onderwijspacificatie. De Grondwet bepaalt dat de overheid moet zorgen dat in alle gemeente voldoende algemeen vormend lager onderwijs wordt gegeven, maar dat daarvan kan worden afgeweken als er al bijzondere scholen zijn. Zowel openbaar als bijzonder onderwijs worden volgens dezelfde maatstaf gesubsidieerd door het rijk. Het bijzonder onderwijs is vrij in de keuze der leermiddelen en bij de aanstelling van onderwijzers. Daarnaast werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd en werd de mogelijkheid van invoering van vrouwenkiesrecht geopend. Vrouwen kregen al wel het recht zich verkiesbaar te stellen voor vertegenwoordigende lichamen. De vereisten voor het lidmaatschap van beide Kamers werden gelijkgetrokken en het districtenstelsel werd vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging (ook bij Staten- en raadsverkiezingen). Er werd een opkomstplicht ingesteld. Voortaan worden om de vier jaar verkiezingen voor Provinciale Staten en gemeenteraden gehouden.
-
-Bracht in 1917 een wet tot vereniging van Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn (vorming van de gemeente Alphen aan den Rijn) tot stand
-
-Bracht in 1917 een wet tot stand waarbij de zomertijd werd ingevoerd
-
-Bracht in 1918 de Archiefwet tot stand. Er kwamen voor het eerst regels ten aanzien van de overheidsarchieven. De wet legde de verdeling over verschillende archiefbewaarplaatsen vast, regelde de openbaarheid en verplichtte tot deskundig beheer. De wet had vooral betrekking op archieven van vóór 1813.
-
-Was in 1901 nauw betrokken bij de onderhandelingen over het huwelijk van Hendrik van Mecklenburg met koningin Wilhelmina
-
-Had als premier de naam Duitsgezind te zijn, maar dat was vooral het gevolg van de strikte neutraliteitspolitiek, die door de Entente-landen weinig werd gewaardeeld, en de door zijn op de Duitse rechtsfilosofie beïnvloedde denkwijze
-
-Adviseerde in januari 1924 als minister van staat op haar verzoek de koningin over de vastgelopen formatie. Suggeerde de benoeming van een buiten de politiek staande formateur die een extraparlementair kabinet moest trachten te vormen.
-
-Werd als één van de weinige politici door prinses Wilhelmina genoemd en geprezen in haar autobiografie 'Eenzaam maar niet alleen'
Private life
-
-Zijn eerste echtgenote was een nicht van hem
-
-Zijn moeder en eerste echtgenote waren gelieerd aan jhr. H.A. Wttewaall van Stoetwegen (Tweede Kamerlid)
-
-Een zoon van hem verongelukte in december 1913 bij een spoorwegongeluk bij het Drentse Beilen
Campaign trail
-
-Werd bij de algemene verkiezingen van 1884 in het district Groningen verslagen door S. van Houten
Non-acceptance of political functions
-
-minister-president en minister van Binnenlandse Zaken, August 1905
-
-kabinetsformateur, 27 February 1926 (na de mislukte poging van Limburg; had geen vertrouwen in voortzetting van diens poging)
Pseudonyms and nicknames
Cort unter den Linden (bijnaam in de Eerste Wereldoorlog vanwege zijn vermeende Duitsgezindheid) Publications
-
-D. Hans, "Cort van der Linden, in: "Parlementsfilm" (z.j.)
-
-C.W. de Vries, "Cort van der Linden, de visie van een groot staatsman" (1952)
-
-G. Puchinger, "Nederlandse minister-presidenten van de twintigste eeuw" (1984)
-
-J.T. Minderaa, "Linden, Pieter Wilhelm Adrianus Cort van der (1846-1935)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 339
-
-J.J. Lindner, "Pieter W.A. Cort van der Linden. Stille stem in roerige tijden", in: P. Brill (red.), "Kopstukken van het Laagland. Een eeuw Nederland in honderd portretten" (1999)
-
-Patrick van Schie, "Vrijheidsstreven in verdrukking. Liberale partijpolitiek in Nederland 1901-1940" (2005), 169-171
-
-Johan den Hertog, "Cort van der linden (1846-1935). Minister-president in oorlogstijd" (2007)
-
-"Het Vaderland", 15 juli 1935
-
-Ned. Patriciaat, 1911
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.