G.L. Baud
Neef van J.C. Baud1 en net als deze minister van Koloniën. G.L. Baud bekleedde die functie in het kabinet-De Kempenaer. Hij trad na een half jaar af na een meningsverschil met zijn ambtgenoten over bekrachtiging van een overeenkomst met de Handel-Maatschappij. Hij vond dat de Staten-Generaal zich niet met de koloniale politiek diende te bemoeien. Was voor hij minister werd bestuurder in Nederlands-Indië. Wees na zijn aftreden benoemingen tot Gouverneur-Generaal en tot minister van Koloniën in het kabinet-Van Hall2 (1861) af.
conservatief-liberaal
functie(s) in de periode 1848-1849: minister
Contents
Guillaume Louis
Place and date of birth
's-Gravenhage, 27 December 1801
Place and date of death
's-Gravenhage, 5 January 1891 Party/Movement
conservatief (met name op koloniaal gebied)
-
-resident van Kediri, from 1833 until 1 August 1838 (tot 1 september 1834 waarnemend)
-
-resident van Semarang, from 1 August 1838 until 1 January 1842
-
-directeur van departement der cultures in Nederlands-Indië, from 1 January 1842 until 1 March 1845
-
-ambteloos, from March 1845 until 21 November 1848
-
-minister van Koloniën, from 21 November 1848 until 18 June 1849 (eervol ontslag bij K.B. van 11 juni 1849)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State, from 20 October 1849 until 1 July 1862
-
-koninklijk commissaris, Nederlandsche Handel-Maatschappij, from 1 February 1867 until 1 January 1872
-
-Trad af als minister vanwege een meningsverschil met zijn ambtsgenoten over de vraag of een voorgenomen overeenkomst met de Nederlandse Handelmaatschappij wel of geen bekrachtiging bij wet behoefde; hij was daartegen. De overeenkomst betrof de bepaling dat het Rijk vooralsnog niet een voorschot van 10 miljoen gulden aan de NHM hoefde af te lossen en de voorwaarden waaronder de Maatschappij handel zou drijven met Indië ten behoeve van de staat.
Private life
-
-Keerde in 1845 terug naar Nederland vanwege zijn gezondheid
-
-Hij was een oom van de schrijver Louis Couperus
Non-acceptance of political functions
-
-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, 1850
-
-minister van Koloniën, 1861 (bedankt voor functie)
-
-artikel van Levysohn Norman in "Eigen Haard" (1891) 694
-
-Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 244
-
-D. Hillenius, "Guillaume Baud", in: "De bewoners van de Sophiahof" (1992)
-
-Ned. Patriciaat, 1961
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
- 1.Belangrijk en bekwaam staatsman onder Willem I en Willem II. Doorliep een ambtelijke loopbaan in Nederlands-Indië en klom op tot vicepresident van de Raad voor Nederlandsch-Indië. Als waarnemend Gouverneur-Generaal en als minister van Koloniën een warm verdediger van de Nederlandse koloniale politiek, waarbij het cultuurstelsel veel financieel gewin opleverde. Na 1848 nog enige jaren conservatief Tweede Kamerlid, eerst voor het district Rotterdam en later voor Amsterdam.
- 2.Dit kabinet van conservatieven en gematigde liberalen, dat op 8 maart 1860 aantrad, werd geformeerd door Van Hall (bijgestaan door S. baron van Heemstra), die ook als kabinetsleider optrad. Het wist de spoorwegkwestie op te lossen waarover het vorige kabinet was gevallen. Een wet regelde dat er spoorwegaanleg van staatswege kwam, terwijl de wijze van exploitatie later bij wet zou worden geregeld.