J.P.M. (Jo) Hendriks

foto J.P.M. (Jo) Hendriks
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief NOS
Source: Parlement.com.

Uit de verzekeringswereld afkomstige KVP-staatssecretaris van volksgezondheid in het kabinet-Den Uyl i. Zijn loopbaan bij het ziekenfonds is bondig samen te vatten met de uitdrukking 'van bode tot directeur'. Om zijn deskundigheid breed gewaardeerd. De eerste politicus die met samenhangende ideeën kwam voor een volksverzekering tegen ziektekosten. Deels door gebrek aan politieke ervaring wist hij deze niet in wetgeving om te zetten. Zijn structuurnota gezondheidszorg heeft de basis gevormd voor veel latere veranderingen in deze sector. Werd na zijn politieke loopbaan voorzitter van de KRO en van belangrijke adviesorganen op het gebied van de volksgezondheid.

KVP, CDA
functie(s) in de periode 1973-1977: lid Tweede Kamer, staatssecretaris

1.

Personal data

Surnames
Josephus Petronella Maria (Jo)

Place and date of birth
Sint Oedenrode, 4 March 1923

Place and date of death
Tilburg, 5 September 2001

2.

Party/Movement

Party/Parties
  • KVP (Katholieke Volkspartij), until 11 October 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), from 11 October 1980

3.

Main functions and occupations

  • medewerker (onder meer bode), "CZ" (Centraal Ziekenfonds) van de KAB (Katholieke Arbeidersbeweging) te Tilburg, from 1942
  • directiesecretaris "CZ" (Centraal Ziekenfonds) van de KAB te Tilburg, from 1950 until 1 July 1956
  • directeur "CZ" (Centraal Ziekenfonds) van de KAB te Tilburg, from 1 July 1956 until May 1973
  • staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (belast met volksgezondheid), from 11 May 1973 until 19 December 1977
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 8 June 1977 until 8 September 1977
  • voorzitter KRO (Katholieke Radio-omroep), from 1 January 1978 until 1 February 1981
  • voorzitter bestuur Academisch Ziekenhuis Leiden, from 1 January 1979 until 1 January 1983
  • voorzitter Centrale Raad voor de Volksgezondheid, from 1 February 1981 until 1 January 1983
  • voorzitter Nationale Raad voor de Volksgezondheid, from 1 January 1983 until 1 May 1991

Responsibilities as statesecretary
  • Was als staatssecretaris belast met 1. de behartiging van zaken op het gebied van de volksgezondheid, met uitzondering van die betreffende de wetgeving ter zake van zwangerschapsverbreking en de coördinatie van het drugbeleid

4.

Other positions

  • voorzitter Interdepartementale Stuurgroep Voeding, from 1970
  • lid Stichtingsbestuur Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg, until 1973
  • lid College van Ziekenhuisvoorzieningen, until May 1973
  • voorzitter (waarnemend) gemeenschappelijk overleg ziekenfondsorganisaties, until May 1973
  • medevoorzitter Nederlandse Unie van Ziekenfondsen, from 1971 until May 1973
  • lid Overlegorgaan Sociale Zekerheid Vakbeweging
  • lid RARO (Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening)
  • voorzitter Stichting Bio-wetenschappen en Maatschappij, from 1981 until 1984
  • lid bestuur Stichting Gezondheidszorg 1982
  • lid bestuur Instituut voor Arbeidsvraagstukken, Katholieke Universiteit Brabant, from 1982
  • voorzitter Stichting tot bevordering van de kennis van de voeding van moeder en kind in ontwikkelingssamenwerking, from 1983 until 1987
  • voorzitter Praeventiefonds, from 1983 until 1 October 1995
  • lid hoofdbestuur Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel, from 1984 until 1987
  • lid bestuur TIAS, Katholieke Universiteit Brabant, from 1986
  • lid Raad van Adviseurs "Deloitte Dijker Van Dien Groep", from 1986
  • voorzitter Stichting Voeding Nederland, from 1987

5.

Education

Secondary education
  • h.b.s.-b, R.K. "Sint Odulphus Lyceum" te Tilburg, until 1941

alternative forms of education
  • studie socialeverzekeringswetgeving, 1946

6.

Activities

Policy-making activities as minister (10/11)
  • Nam in 1974 het besluit Dennendal te ontruimen in verband met een conflict van de leiding met de psychiater Carel Muller. Muller wilde Dennendal ombouwen tot een leef- en werkgemeenschap voor zwakzinnigen, waarbij de leiding zou komen te liggen bij de verzorgingsstaf en niet bij de directie. Zwakzinnigen moesten als pupillen en niet als hulpbehoefende patiënten worden beschouwd. Dit leidde tot een conflict met het bestuur van de Willem Arntsz Stichting (m.n. met voorzitter oud-minister Veldkamp). Na het ontslag van Muller werd in enkele paviljoenen 'Nieuw Dennendal' in het leven geroepen. Een commissie-Langemeijer wist geen oplossing te bewerkstelligen, waarna een paviljoen van Nieuw Dennendal op 3 juli door de politie werd ontruimd en de overige paviljoenen vrijwillig werden verlaten. (12.819)
  • Bracht in 1974 de Structuurnota Gezondheidszorg uit. Hierin worden de hoofdlijnen van herstructurering van de gezondheidszorg uiteengezet, waarbij regionalisatie en een onderscheid tussen eerste- en tweelijnsgezondheidszorg uitgangspunten zijn. De positie van regio's moet worden versterkt en er wordt een geïntegreerd wettelijk kader aangekondigd. In de psychiatrische zorg komen er Regionale Ambulante Instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG's). (13.012)
  • Bracht in 1974 een aanvulling uit op de Nota geestelijke gezondheidszorg uit 1970. Aspecten die daarin onder meer aandacht krijgen, zijn de rechtspositie en -bescherming van psychiatrische patiënten (cliënten), kwaliteitsbewaking en -verbetering en psychiatrische hulpverlening, waaronder ambulante zorg en crisisinterventie. Beleidsvoornemens zijn onder meer sanering van huisvesting, betere spreiding van psychiatrische ziekenhuizen, uitbreiding van psychiatrische hostels, vermindering van het plaatsentekort in de intramurale zwakzinnigenzorg en inrichting van voorzieningen t.b.v. verslavingszieken. Ook komt er meer onderzoek, onder meer naar achtergronden van druggebruik. (11.059, nr. 10)
  • Diende in 1976 het wetsvoorstel wijziging van de Wet Ziekenhuisvoorzieningen in. Doel hiervan was een betere planning van voorzieningen, waarbij beter op veranderingen kon worden ingespeeld. Het wetsvoorstel werd in 1979 door staatssecretaris Veder in het Staatsblad gebracht. (13.796)
  • Besloot in 1976 tot uitstel van indiening van het wetsvoorstel Algemene Wet Gezondheidszorgverzekering, over onder meer een volksverzekering tegen ziektekosten
  • Bracht in 1976 de beleidsbrief "Beleidsvoornemens betreffende de kostenbeheersing in de gezondheidszorg" uit. Vooruitlopend op de in de Structuurnota aangekondigde (wettelijke) maatregelen worden kostenbeperkende maatregelen genomen. De Wet ziekenhuisvoorzieningen wordt aangescherpt en in overleg moet tot beddenreductie worden gekomen. Er komt een wet voor het goedkeuren en vaststellen van tarieven, honoraria, budgetten en vergoedingen voor instellingen en inidviduele beroepsbeoefenaren. Een in te stellen orgaan zal rekening moeten houden met ministeriële richtlijnen. Ziekenfondsen krijgen een belangrijker taak bij planning, kostenbewaking en controle. Controle op verstrekkingen en declaraties moet door een centrale instelling worden gedaan en het publiek moet kostenbewust worden gemaakt. De overheid moet zuinig beheer door de ziekenfondsen kunnen afdwingen. Matiging van prijzen voor geneesmiddelen wordt bevorderd. (14.044)
  • Diende in 1976 het wetsvoorstel Wet voorzieningen gezondheidszorg in, dat een wettelijke regeling voor de bestuurlijke organisatie en planning van gezondheidszorgvoorzieningen moest bieden, onder andere vanwege de beheersbaarheid van kosten. Het (gewijzigde) voorstel werd onder een volgend kabinet wet. (14.181)
  • Diende in 1976 het wetsvoorstel Wet tarieven gezondheidszorg in. De wet werd in 1980 door staatssecretaris Veder-Smit in het Staatsblad gebracht. (14.182)
  • Bracht in 1977 de beleidsbrief 'Maatregelen ter beperking van het roken' uit. Er wordt een begin gemaakt met een ontmoedigingsbeleid, zoals waarschuwingsteksten op verpakkingen en beperking van de tabaksreclame. Verder komen er maatregelen ter bescherming van de niet-roker, zoals uitbreiding van rookverboden in openbare gelegenheden. Op langere termijn moeten accijnsverhogingen en beperking van de verkoop zorgen voor verdere afname van het roken. (14.360)
  • Bracht in 1977 samen met de staatssecretarissen Meijer en Mertens, minister Van Kemenade en de staatssecretarissen Van Dam en Van Lent de Nota 'Schets van de huidige situatie van het revalidatiebeleid' uit. De nota geeft een beschrijving van de gehandicaptenzorg en de knelpunten daarin en is geen beleidsnota. Gedefineerd wordt wie tot de gehandicapten worden gerekend en om welke aantallen het gaat. Als voorwaarden voor het revalidatiebeleid worden gezien: multidisciplinaire aanpak, coördinatie, continuïteit, samenhang tussen onderkenning, behandeling en begeleiding en functionele versus categoriale benadering (d.w.z. voorzieningen voor de specifieke groep dienen aanvullend en ondersteunend te werken voor algemene voorzieningen). Voorzieningen moeten gericht zijn op reïntegratie en hersocialisatie van gehandicapten. (14.406)

Legislative activities as minister
  • Bracht in 1974 een wijziging (Stb. 725) van de Besmettelijke Ziektewet tot stand, waardoor de werking van deze wet wordt uitgebreid tot alle infectieziekten. De wet krijgt als titel Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken. Het wetsvoorstel was in 1971 ingediend door staatssecretaris Kruisinga. (11.248)
  • Bracht in 1974 een nieuwe Wet Nederlandse Farmacopee (Stb. 721) tot stand, die een eerdere wet uit 1871 hierover vervangt. De Nederlandse Farmacopee is een verzameling monografieën waarin de bereiding, kwaliteitseisen en samenstelling van geneesmiddelen wordt beschreven. De wet moet wetenschappelijk verantwoorde bereiding van geneesmiddelen waarborgen. (12.796)
  • Bracht in 1977 de Wet op de dierproeven (Stb. 67) tot stand. Deze bindt het verrichten van proeven op dieren aan een vergunning. Proeven moeten gericht zijn op bepaalde belangen van mens en dier, dan wel die van zijn gezondheid of voeding. Dierenartsen of andere deskundigen moeten toezicht houden op het welzijn van proefdieren. Vergunninghouders moeten een administratie bijhouden en deze periodiek overleggen. Met het toezicht op naleving van de wet wordt de veterinaire hoofdinspectie van de volksgezondheid belast. Het wetsvoorstel was in 1970 ingediend door staatssecretaris Kruisinga. (10.589)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

7.

Miscellaneous

Private life
  • Een jongere zus van hem was religieuze
  • Zijn vader was oprichter en directeur van het Centraal Ziekenfonds te Tilburg

8.

Family

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

9.

Extended version

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.