Mr. A.I.M.J. (Antoine) baron van Wijnbergen
Vooraanstaande, strijdbare katholieke politicus in de eerste helft van de twintigste eeuw. Advocaat en administratief rechter en in 1903 Tweede Kamerlid voor het district Elst. Later ook partijvoorzitter. Verdedigde met overtuiging het RK-onderwijs 'van bewaarschool tot universiteit' als ideaal van katholieke emancipatie. Maakte als onderwijswoordvoerder in 1916 deel uit van de Pacificatiecommissie-Bos1. Werd vanwege zijn uitspraak 'socialisten zijn canaille' door tegenstanders 'Baron Canaille' genoemd. Gemakkelijk, slagvaardig spreker en joviaal in de omgang. Groot voorstander van samenwerking van de rechtse partijen en bewonderaar van Colijn2, die als partijvoorzitter soms een moeizame relatie met fractievoorzitter Nolens3 had.
Rooms-Katholieken, Algemeene Bond (RKSP), RKSP
functie(s) in de periode 1904-1933: lid Tweede Kamer
Contents
Antonius Ignatius Maria Josephus (Antoine)
Place and date of birth
Loenen (gem. Apeldoorn), 8 March 1869
Place and date of death
Amsterdam, 1 March 1950 Party/Parties
RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij)
-
-voorzitter Raad van Beroep (voor de Ongevallenverzekering) te Arnhem, from 1 March 1903 until 1 March 1917
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 19 April 1904 until 25 February 1917 (voor het kiesdistrict Elst)
-
-lid Centrale Raad van Beroep (voor de Ongevallenverzekering), from 1 March 1917 until 1 November 1932
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 20 March 1917 until 9 May 1933 (1917-1918 voor het kiesdistrict Elst)
-
-vicevoorzitter-lid Centrale Raad van Beroep, from 1 November 1932 until 1 April 1933
-
-voorzitter Centrale Raad van Beroep, from 1 April 1933 until 1 April 1939
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-lid College van Curatoren Rijks Landbouw-Hoogeschool te Wageningen, from 8 June 1936 until 1943
-
-lid bestuur Nijverheidsorganisatie TNO, around 1938 (nog in 1946)
-
-lid vaste commissie voor de Economische Voorlichting, around 1938
-
-lid bestuur Vereeniging "Katholieke Studiebelangen", Landbouwhogeschool te Wageningen, around 1946
Derived functions (4/11)
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from January 1924 until May 1924
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VI (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1926 t/m 1929)
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VI (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1931)
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk VI (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1933)
Honorary positions
ere- en devotie-ridder Maltezer Orde
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
as Member of the Parliament-
-In de Katholiek fractie was hij de onderwijsspecialist. Hield zich verder bezig met justitie en economische aangelegenheden.
Dissenting voting behaviour (2/6)
-
-Behoorde in 1923 tot de vier leden van zijn fractie die tegen een (aangenomen) initiatiefwetsvoorstel-Sannes stemden over aanvulling van de Invaliditeitswet
-
-Behoorde in 1926 tot de vijf katholieken die tegen het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Verdrag met België stemden
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
algemeen-
-Was in 1925 ontstemd dat Nolens hem als partijvoorzitter niet meer had betrokken bij de kabinetsformatie
-
-Werd op 3 maart 1950 in de Tweede Kamer herdacht. Namens het kabinet sprak daarbij minister Lieftinck.
Private life
-
-Zijn echtgenote was een zus van de echtgenote van E.R.H. Regout, Tweede Kamerlid en minister
-
-Raakte in oktober 1931 vrij ernstig gewond door een aanrijding met een motorrijder in Utrecht. Keerde in mei 1932 terug in de Tweede Kamer.
-
-Een zoon van hem was burgemeester van respectievelijk Waalre, Lisse en Wassenaar
-
-Zijn vader was wethouder van Apeldoorn
Campaign trail
-
-Versloeg in 1904 bij een tussentijdse verkiezing in het district Elst H. Pyttersen Tzn. (ul), maar werd niet toegelaten wegens informaliteit. Werd bij een nieuwe verkiezing bij enkelvoudige kandidaatstelling gekozen.
-
-Versloeg in 1905 F.W.J. baron van Pallandt van Rosendael (ul)
-
-Versloeg in 1909 S. Lindeman (sdap)
-
-Versloeg in 1913 Dr. P.J. Muller (prot.chr.)
-
-Versloeg in 1917 F. van Eeden (comité anti-grondwetsherziening)
Pseudonyms and nicknames
-
-"De rode baron" (aanvankelijk)
-
-"Baron Canaille"
-
-A.H.M. van Schaik, "Wijnbergen, Antonius Ignatius Maria Josephus baron van (1869-1950)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 670
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
-
-Onze Afgevaardigden, 1905, 1909 en 1913
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
- 1.Op 31 december 1913 stelde het kabinet-Cort van der Linden de Staatscommissie-Bos in die een oplossing moest formuleren voor de onderwijskwestie: de regeling van de subsidiëring van het bijzondere onderwijs. De commissie-Bos, die geheel uit Kamerleden bestond, kwam in 1917 met een compromistekst (de 'pacificatie'), waarmee er gelijkstelling kwam bij de bekostiging door de overheid van scholen voor openbaar en bijzonder onderwijs. De herziening van de Grondwet kwam in 1917 tot stand.
- 2.Antirevolutionair staatsman, die zijn loopbaan als officier in de binnenlanden van Indië begon. Korte tijd Tweede Kamerlid en als jong minister van Oorlog succesvol. Daarna directeur van een olieconcern. Zeer vermogend. In 1920 opvolger van Kuyper als leider van de ARP. Voerde in 1923-1926 als minister van Financiën een streng bezuinigingsbeleid. Tijdens de crisis van de jaren dertig minister-president. Predikte een beleid van aanpassing, waarbij salarissen en uitkeringen werden verlaagd. Hoffelijk in de omgang. Had ook internationaal goede contacten en gezag. Charismatisch spreker en krachtige persoonlijkheid, die zich het liefst met hoofdlijnen bezighield, maar zichzelf ook wel overschatte. Tamelijk opportunistisch en hard. Riep bij tegenstanders nogal wat weerstanden op. Reageerde soms impulsief, zoals in mei 1940 toen hij langdurige Duitse heerschappij leek te aanvaarden. Stierf in Duitse ballingschap.
- 3.Limburgse priester en staatsman. Dé grote voorman van de katholieken in de eerste helft van de twintigste eeuw. Tot hij in 1896 Tweede Kamerlid werd docent aan het College Rolduc. Behoorde tot de meer democratisch gezinde katholieke Kamerleden. Was pleitbezorger van sociale wetgeving en van de belangen van de mijnwerkers. In 1910 fractievoorzitter, in welke functie hij later als voorzitter van de grootste regeringsfractie een belangrijk stempel op de Nederlandse politiek drukte. Opende in 1918 als formateur de weg naar het kabinet-Ruys I. Kwam in 1922 met de leer van de uiterste noodzaak, waardoor er geen samenwerking met de sociaaldemocraten kwam. Hield, anders dan de bisschoppen wilden, echter de weg daartoe open. Een veel minder goed spreker dan zijn voorganger Schaepman, maar desondanks zeer gezaghebbend in de Kamer. Kende geen enkele persoonlijke eerzucht.