Jhr.Mr. W.Th. Gevers Deynoot

Liberaal Tweede Kamerlid en advocaat uit een Rotterdamse adellijke familie. Was in zijn geboortestad leider van de liberalen en tevens wethouder. Werd als medestander van Thorbecke¹ in 1852 tot Tweede Kamerlid gekozen, maar verloor zijn zetel na de Aprilbeweging² van 1853. Later nog twee perioden (1856-1864 en 1871-1879) Kamerlid. Deskundige op koloniaal gebied. Leidde de parlementaire enquête naar de toestand van de Maas en Zuid-Willemsvaart³.

Thorbeckiaan, liberaal
functie(s) in de periode 1852-1879: lid Tweede Kamer

• - 

  lid stedelijke raad (vanaf 23 oktober 1851 gemeenteraad) van Rotterdam, from 1846 until 1 September 1852
• - 

  lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, from 10 April 1851 until 12 August 1852 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
• - 

  wethouder van Rotterdam, from 23 October 1851 until 1 September 1852
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 20 September 1852 until 26 April 1853 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
• - 

  lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, from 25 July 1854 until July 1857 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 17 September 1856 until 19 September 1864 (voor het kiesdistrict 's-Gravenhage)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 18 September 1871 until 25 March 1879 (voor het kiesdistrict Dordrecht)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

• - 

  voorzitter Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië te 's-Gravenhage
• - 

  voorzitter Indisch Genootschap, from 1872
• - 

  lid Raad van Commissarissen NRS (Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij), around 1876
• - 

  lid bestuur Vereeniging voor de Statistiek in Nederland, around 1876

• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from February 1874 until May 1874
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from September 1875 until November 1875
• - 

  voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk III (Buitenlandse Zaken) 1877 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from September 1877 until November 1877

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

• - 

  Sprak in de Tweede Kamer met name over economische onderwerpen, koloniën, waterstaat, visserij en posterijen
• - 

  Diende met Thorbecke en Strens het voorstel in tot het houden van een parlementaire enquête naar de toestand van de Maas en de Zuid-Willemsvaart

• - 

  Behoorde in 1872 tot de 27 leden die vóór artikel 1 stemden van de ontwerp-wet over invoering van een inkomstenbelasting. Verwerping van het artikel was voor minister Blussé reden het wetsontwerp in te trekken.
• - 

  Stemde in december 1873 tegen de begroting van Marine. De verwerping daarvan leidde tot het aftreden van minister Brocx.

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.

• - 

  Oprichter van de afdeling Rotterdam van de Hollandse Maatschappij van Landbouw, 1848
• - 

  Zijn vader was lid van de stedelijke raad van Rotterdam

• - 

  Werd in 1866 bij de periodieke verkiezing in het district Delft na herstemming verslagen door W. Wintgens (cons.)
• - 

  Werd in 1866 bij de algemene verkiezingen in het district Gouda verslagen door M.A.F.H. Hoffmann en jhr. W.M. de Brauw (cons.)
• - 

  Werd in 1868 bij een tussentijdse verkiezingen in het district Dordrecht verslagen door M. Bichon van IJsselmonde (a.r.)
• - 

  Versloeg in 1871 bij de periodieke verkiezing in het district Dordrecht M. Bichon van IJsselmonde (a.r.)
• - 

  Versloeg in 1875 bij de periodieke verkiezingen L.W.Ch. Keuchenius (a.r.)

• - 

  jonkheer, 19 October 1837

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

• - 

  Levensbericht door E. Lenting, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1880, 47
• - 

  Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 935

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

• 1. 

  Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste Nederlandse staatsman van de negentiende eeuw.
   
• 2. 

  De Aprilbeweging van 1853 was het protestantse en conservatieve protest tegen het herstel door de paus van de bisschoppelijk hiërarchie in Nederland. De bisschoppelijke hiërarchie is de indeling van de Rooms-Katholieke kerk in Nederland in (toen vijf) kerkprovincies, met aan het hoofd een bisschop. De beweging richtte zich tevens tegen het kabinet-Thorbecke, dat de RK-kerk geen strobreed in de weg legde, op grond van de scheiding van kerk en staat.
   
• 3. 

  België onttrok water van de Maas voor het voeden van haar kanalen en om gronden vruchtbaar te maken, waardoor de Maas in Nederland deels onbevaarbaar werd. Daarover werd onderhandeld met België. Daarnaast waren er in de Zuid-Willemsvaart belemmeringen (sluizen) voor de scheepvaart. Drie liberale Kamerleden, onder wie Thorbecke, wilde weten welke de middelen tot herstel zouden zijn, en hoeveel dat zou kosten. Daartoe werd in 1860 een parlementaire enquête ingesteld.